Bijdrage Rob Gijbels, viering 13 april 2003 Palmzondag
 
 

Voorganger: Rob Gijbels,

lector: Yvonne van der Velden

 
  Thema: Een daad van Liefde  
         
 

Lezingen

De lezingen tijdens alle 4 de vieringen in de “Goede week 2003” komen uit het boek: “Een daad van liefde” Openbaringen van Jezus over zijn leven voor de mensheid. Langs innerlijke weg ontvangen door Maria Hillen.

 
         
 

Welkom en inleiding

 

Openingstekst:

Wij komen samen om ons te voeden aan de bron, waaruit het leven ontspruit.

We komen samen om de liefde te delen, waaruit het leven wordt gevoed.

 

We delen in de kracht en de gloed van al wat leeft

 

In naam van de Eeuwige ontvangen we nieuw licht in onze ogen. Amen.

 

 

 

Welkom en inleiding.

 

Goedemorgen allemaal en heel hartelijk welkom op deze mooie zondagmorgen. Het wordt eindelijk een beetje lente, de bomen aan de gracht staan op springen en worden bijna groen. Om ons heen staat het nieuwe leven aan alle kanten gereed uit te botten.

 

En wij, wij zijn in de aanloop naar Pasen en ik vind dat altijd hèt moment in het kerkelijk jaar dat bepaalt ons tot de kern, tot de zingeving van het leven. In deze week, die ook wel de “Goede Week”of de “Stille week” wordt genoemd volgen we de laatste voetstappen van Jezus op onze aarde. Dit jaar doen we dat op een heel indringende manier.

 

Tijdens de voorbereiding van deze week kwamen we via Marina en Lydia een boek op het spoor, dat ons op ongekende wijze tot de verbeelding sprak en inspireerde. Het boek heet: “Een daad van geloof” en is geschreven door Maria Hillen.

Deze vrouw heeft in het volle bewustzijn openbaringen ontvangen. In een open en heldere geestesgesteldheid ontving zij –langs innerlijke weg – door de geest het vermogen om te verstaan wat Jezus tot haar sprak. En de woorden die Jezus tot haar sprak zijn geloofwaardig weergegeven in dit byzondere boek. De woorden die opgeschreven zijn vertonen zeer veel gelijkenis met de bijbelse verhalen die wij kennen, met recent ontdekte oude geschriften -zoals opgegraven in Nag Hammadi, die uit vrees voor vernietiging waren verstopt en weer teruggevonden. Maar deze woorden voegen een extra dimensie toe.

 

In dit boek “Een daad van liefde” spreekt Jezus zèlf tot ons, maar dan sterker uitgediept en in een uiterst directe, voor de mens van nu zeer verstaanbare taal. In deze woorden proeven we een zuivere geestkracht, alsof Jezus –de man uit Nazareth- hier nu zèlf in ons midden staat en tot ons spreekt.

 

Daarom hebben we bij de voorbereiding besloten om deze week, op Palmzondag, Witte Donderdag, Goede Vrijdag en Pasen lezingen uit dit boek te kiezen.

 

In het lied zojuist zongen we:

--- dat hoge woord, geschreven wit op zwart,

trouw aan trouw, hoe heeft het ons bevrijd,

beschaamd, vervoerd, getroost dan weer getart,

hoe dorsten wij te weten wie Gij zijt”

 

Kunnen we beter doen, dan te luisteren we naar woorden die Hij tot ons nu spreekt:

Mijn zegen:

Wees gezegend mijn kinderen.

De liefde is met jullie.

Laat de liefde in jullie harten opborrelen

Als een nooit opdrogende bron.

Laat de liefde jullie leidsman zijn in jullie leven,

Zodat het pad dat jullie gaan

Een pad wordt dat omgeven wordt door prachtige bloesems

En zo een pad van vreugde zal zijn.

Mijn kinderen van deze wereld.

Deze gave heb ik jullie geschonken.

Deze gave hoop ik dat jullie aannemen.

Mijn zegen.

Jezus. (uit: Een daad van liefde/Maria Hillen)

 
     
 

Overweging

Beste mensen,

Wat kun je soms geboeid raken door verhalen, als die door mensen op een bijzondere, op een indringende manier verteld worden. Tijdens mijn middelbare school tijd waren wij zeer gehecht aan onze docent Nederlands; die dramaturg, docent, theaterman en bovenal: verteller was. Tot in de laatste klas van die school hingen we aan zijn lippen als hij vertelde en voorlas uit boeken. Het was géén verhaal, maar zijn woorden kwamen tot léven. Je ziet het aan je voorbij trekken, geen frictie, geen theater, je staat er mìdden in.

Ken je van die situaties, waarbij je niet ontkomt aan de enorme zeggingskracht??

 

Zo'n gevoel overkwam mij opnieuw, toen Marina een paar weken geleden in een klein clubje bij ons thuis het boek op tafel legde van Maria Hillen: “Een daad van liefde” Openbaringen van Jezus voor de mensheid.

In heldere en krachtige taal doet Jezus uit de doeken wat zijn werkelijke doel in het leven was en nog steeds is!

Een ongekende zeggingskracht spreekt uit het boek, waarin hij vertelt over zijn leven als mens, de grote warmte die hij voor mensen had, hoe hij rond trok, apostelen om zich heen verzamelde vanwege hun specifieke talenten.

Hij vertelt in het boek over Jeruzalem, zijn kruisdood en de kracht die daardoor vrij kwam, maar door zo weinigen werd begrepen … En telkens tot hen die zijn woorden lezen en willen verstaan, zegt hij: Mijn zegen.

 

Opgegroeid en opgevoed in een joods gezin laat Jezus in zijn leven steeds sterker horen en zien waar hij voor staat; als een rode draad door zijn leven: de boodschap van liefde van de Eeuwige voor de mensen. En waar hij voor staat komen we in de vieringen door het jaar heen steeds ook weer tegen: in zijn liefde voor de mensen, zijn vrienden, zijn apostelen, zijn bijzondere liefde voor Maria Magdalena, in de liefde die vrijheid en gelijkheid inhoudt, in zijn solidariteit met de stom geslagen mens, de arme, de zieke, de tollenaar, de eenzame …

Want: te veel is de mens in onze wereld -de materie- eenzijdig scheef gegroeid; in die zin dat de mens zich heeft bekwaamd in zijn streven naar heerszucht, macht en hebzucht tot in het extreme aan toe. De mens die duisternis brengt in de kleine of grote wereld, door zich te binden aan negativisme.

Mensen zijn sterk in het wèg drukken van de liefdeskracht, zeg maar: godskracht, terwijl Jezus anderzijds zegt:

In ieder gezicht, dat je aankijkt, ben ik aanwezig.

In iedere hand die je raakt, ben ik aanwezig.

In ieder woord dat gesproken wordt, ben ik aanwezig.

En in het evangelie dat de apostel Thomas opschreef staat:

Kloof een stuk hout en ik ben daar,

Til een steen op en jullie zullen mij daar vinden”.

 

De wereld waarin Jezus leefde, was in het Midden-Oosten in een roerige tijd met veel lijden, onderdrukking, vervolging en verbeten onderlinge strijd. Als je de televisiebeelden van die wereld in de afgelopen weken op het netvlies hebt, kun je moeiteloos het beeld van zijn tijd voor de geest halen. Werelden naar steeds weer nieuwe waanbeelden, die steeds verder van het doel van de schepping af staan.

In zo'n wereld wordt Jezus bij het joodse volk geboren. Veel mensen hebben Jezus toen zelf gezien en gehoord, maar veelal is zijn boodschap niet begrepen. Omdat hij opgegroeid en geschoold was onder het joodse volk, richtte hij naar joodse wetten en tradities.

 

Volgens de joodse wetten, wordt het joodse Paasfeest – Pesach -, in Jeruzalem gevierd. Elk voorjaar, op de dag en de nacht van de volle maan, wordt een paaslam geslacht en vervolgens wordt in groepen het geslachte lam met ongedesemde broden en bittere kruiden gegeten. Op deze manier herdachten ze de bevrijding uit de slavernij uit Egypte. Het was hèt gebeuren waaruit zij hun bestaan, hun leven, te danken hadden en Pesach is ook hèt symbool van vertrouwen en hoop op de toekomst: God die zich in het verleden had geopenbaard als een bevrijdende God, zal zich zo ook in de toekomst tonen.

Het Seidermaal is voor de joden het hoogtepunt van het feest. Joden houden deze traditie nog steeds in ere en ook christelijke groeperingen doen hen dit na. (alhoewel zij er een tweede betekenis aan hechten).

 

Het moet een drukte van jewelste zijn geweest in en rondom Jeruzalem in die dagen. Een gevaarlijke tijd en ten aanzien van Jezus waren de mensen verdeeld; deels waren ze hem toegenegen en deels stonden ze zeer afwijzend tegenover zijn optreden. Het was zelfs zo, dat mensen die vandaag naar zijn predikingen kwamen luisteren, de volgende dag bij de groepen stonden, die hem uitjouwden.

 

Maria Magdalena en nog enkelen die hem zeer nabij waren, hadden zijn opdracht en zijn plan begrepen en zullen met angst en twijfel in hun hart de reis aan zijn zijde ondernomen hebben.

Verwachtingsvol keek de menigte naar hem op en herkenden in hem de langverwachte koning. Voorzegd door profeten meenden ze dat hij kwam om hen te bevrijden uit de benarde positie van de Romeinse onderdrukking en vervolging. En dan breekt het gejuich pas goed los; het liegt er niet om: alsof de engelen uit de kerstnacht nog eens krachtig doorgalmen: 'Hosanna, Gezegend Hij die komt in de naam van de Heer, de koning van Israël!'

Zo'n iemand wil je bij zijn intocht in Jeroesjalaïm wel toejuichen, toezingen en toewuiven met palmtakken.

 

Jezus stond midden in de joodse traditie, maar bracht daarbij iets nieuws. Hij zag het als zijn taak om het vuur van liefde in de harten van de mensen aan te wakkeren tot een groter vuur.

Zo is in het hart van ieder mens een plek waar men verbinding maakt met de liefde voor God en voor elkaar.

Die liefde is in elk mens gelegd en naamloos schooiert het voort. Niet hooghartig, niet heerszuchtig, maar overal aanwezig. Die liefde zet bezeten dromen terzijde, temt de stormen van onze waanbeelden en schenkt ons waarheid en genade.

Die liefde is zo wonderlijk en zo sterk, als kan het een bos met eikenbomen op woeste, kille hoogte doen stand houden tegen kou en stormen.

 

Ik wens ons toe, dat we in ons leven de stem van Jezus mogen herkennen en erkennen. Dat we hiermee groeien in het bewustzijn van zijn allesomvattende liefde. Dat je mag ervaren, dat in ieder hart een plek is waar men verbinding maakt met deze liefde. Wàt een vrijheid, wàt een geluk, wàt een vrede!

Mag het zo zijn.

 
     
 

 

 
     
 

 

 
     
 

 

 
     
       
 

| Archief/Bijdragen | Archief 2003 | Voorgangers |

 
 

RG 2003-10-01 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl