Bijdrage Diana, viering 2 oktober Diana Vernooij
 
 

Voorganger: Diana Vernooij

 
 

 

Lector: Ineke Pruissen

Lezingen

Jesaja 5: 1-7

Mattheus 21:23 en 21:33-46

Thema: Vrucht dragen.

         
 

Welkom.

Goede morgen beste mensen, welkom in deze dienst van schrift en tafel. Welkom kinderen, welkom bekenden, welkom wie hier voor het eerst is of af en toe eens komt om je te laven. We gaan er een mooie dienst van maken.

 

Van de week stond in de krant dat een onderzoek uitwijst dat jongens die aan vechtsport doen niet hun agressie uitleven en kwijtraken maar eerder versterken. Ze worden er agressiever van en niet meer gedisciplineerd – zoals menigeen tot nu toe beweerde. Wat je voeding geeft groeit. De Duif op zondagmorgen is zo'n plek van voeding, juist door hier wekelijks bijeen te komen willen we iets tot bloei laten komen dat krachtig en teder is, rijk en gul.

 

Wel, dat was om met de deur in huis te vallen: Fred en Freek, welk voedsel hebben jullie voor de kinderen?

…

 

Wat je voeding geeft groeit, wat je zaait zul je oogsten. Het thema van vandaag is 'vrucht dragen' – dat wil zeggen: iets tot bloei brengen, iets moois maken. Wij, mensen, zijn van het soort dat vervuld wil worden. Wij zijn niet op aarde om zelfvoldaan te zijn, voor onszelf te houden wat we hebben, om lui achterover te liggen in de zon en te houden wat je hebt. We zullen ervan verzuren en verbitteren. Als we geen vruchten voortbrengen ervaren we ons leven als leeg. We willen leven doorgeven, vrucht dragen.

En dat is niet alleen letterlijk bedoeld. Als kind kreeg ik te horen dat het egoïstisch was om geen kinderen te willen hebben, ieder mens moest vrucht dragen, ieder vrouw moeder worden. Dat idee is grotendeels verdwenen, er zijn vele manieren waarop we vrucht kunnen dragen, en er zijn ook vele manieren waarop we kunnen verzuren, met of zonder kinderen.

 

Laten we stil worden van binnen, ons leeg maken van alle hectiek van de week om ons te openen voor de aanraking van de Eeuwige.

 

 

Overweging.

Wie ben jij dat je iets denkt te kunnen beweren? Van wie heb je de bevoegdheid gekregen om iets te zeggen? Ben je wel een echte gelovige, een echte jood, een echte christen, een echte moslim? Soms krijg je zo een vraag naar je toe. Deze vraag: wie ben jij dat je denkt te kunnen doen wat je doet? Wie ben jij dat je denkt te kunnen zeggen en schrijven wat je zegt en schrijft? Als ik zo'n vraag naar me toe krijg, ben ik sprakeloos en kom ik vaak niet veel verder dan: nou zeg! Er zit nogal een lading achter deze vraag!

Eigenlijk zijn er maar een paar reacties mogelijk: je kruipt in je schulp en bent weg, je laat je overbluffen, onzeker maken. Een andere reactie is dat je je gaat bewijzen: je haalt je diploma's, je licenties of je overdrachts­documenten uit je binnenzakje. Kijk, ik ben heel wat en daarom zeg ik wat ik zeg.

Jezus wordt de maat genomen en valt niet stil. Hij gaat in de tegenaanval: hij vertelt de Farizeeën drie gelijkenissen. We lazen er de derde van. Het spannende verhaal voert hen mee, en zij gaan in zijn verhaal op. Ze vergeten hun autoriteitsvragen aan hem. Ze geven antwoord: wat een ploerten die pachters. En dan geeft Jezus hen een frontale rechtse: die pachters, die ploerten, dat zijn zij zelf. Zij zijn ook niks waard. Hen zal het Koninkrijk van Gods ontnomen worden, en het zal aan een volk worden gegeven dat wel vruchten draagt.

 

Tja, daar is geen woord Frans bij. Aangezien hij het spel niet meespeelt, niet uit een erkende school stamt, en zich niet aanpast, geen ontzag voor hun autoriteit toont, valt hij buiten hun kader. Ze beramen plannen om hem uit de weg te ruimen. Zo reageren mensen met macht die het recht ontzegd wordt dat zij menen te hebben. Van religieuze autoriteiten ontkennen dat zij religieuze autoriteiten zijn: liberale moslims krijgen voor heel wat minder tegenwoordig al een fatwa, een ter doodveroordeling aan hun broek hangen.

 

Wat zijn dat voor mensen die autoriteiten tarten, die zonder gemarchandeer zeggen waar het op staat? Vorige week heb ik weer zo iemand meegemaakt: Irshad Manji, ze is zo'n held voor mij. Een Canadese moslima, lesbisch en feministisch, met Pakistaanse roots. Tijdens het vrouwenfestival Women Inc. afgelopen weekend hield ze haar betoog. Zij bekritiseert de Islam van binnenuit. Ze verzet zich vooral tegen wat zij ‘de Arabische woestijnislam' noemt, die de Islam wereldwijd koloniseert. Ze roept westerse moslims op om van de vrijheid gebruik te maken. Ze roept op tot vrijheid van interpretatie, zoals eeuwen geleden in de Islam gepraktiseerd werd.

 

Zeggen waar het op staat, profeet zijn. Je moet er dapper voor zijn, maar ook helder en zonder wrok of rancune. Je moet onafhankelijk zijn en accepteren dat je voor nestbevuiler wordt uitgemaakt, voor godslasteraar, voor racist, voor alles wat slecht is. Jezus is ook zo'n profeet. Hij vertelt de Farizeeën, de religieuze autoriteiten van die tijd, dat ze geen vrucht dragen, dat hen hun macht en gezag wordt afgenomen.

 

Wij hebben zelf ook zo'n Farizeeër in ons. Een betweter die alles krijgt wat ze nodig heeft, maar die toch wrange druiven produceert, venijn, gelijkhebberigheid. Wij die liggen te dutten in onze rijkdom, onze vruchtbare grond niet benutten en er alleen maar aan zuigen. Wij die van een edel druivensoort zijn, maar onze capaciteiten niet inzetten om echt iets goeds voort te brengen.

 

De Farizeeën, net als de pachters van de wijngaard, hebben niet in de gaten hoe de verhoudingen liggen. Misschien denken ze dat zij de autoriteiten zijn, de harde werkers die alles keurig op orde houden, net als de arbeiders de wijngaard onderhouden. Misschien denken ze dat ze daarom eigenaren zijn van de godsvrucht van de mensen. Dankzij hun zijn de mensen tenminste nog deugdelijk – denken ze. Maar niemand is eigenaar van hetgeen uit zijn handen komt. Geen arbeider, geen priester.

 

De opdrachtgever zegt: zie je dat gebouw daar, dat heb ik gebouwd.

De architect zegt: dat gebouw, dat heb ik gebouwd.

De aannemer zegt: ik heb dat gebouw gebouwd.

En de metselaar zegt: dat gebouw heb ik gebouwd.

 

Alles wat we tot stand brengen, doen we in een breed verband van samenwerkende mensen. Zoals de eigenaar niet zonder de pachters kan, zijn de pachters niets zonder de eigenaar, de initiatiefnemer. Zelfs de meest briljante en eenzame schrijver kan schrijven omdat iemand hem ooit de letters heeft geleerd, en omdat een ander het papier maakte en de pen of de computer waarmee hij zijn tekst kan verenigen. Er is een taoïstisch gezegde: als de manager zijn werk goed heeft gedaan, zegt men: het ging vanzelf. Als de manager zijn werk goed heeft gedaan, als de opdrachtgever, de architect, de wijngaard­bouwer zijn werk goed heeft gedaan – zegt men: het ging vanzelf. En het lastige is dat wat vanzelf lijkt te gaan vaak niet wordt gezien. Dus als wij de pachters, de metselaars zijn –laat ons dan niet vergeten dat ook het werk van wie ons voorgingen nooit vanzelf ging. Laten we dat eren in de vruchten van onze daden.

 

Dit is wat ik zie in deze tekst. De pachters hebben niet in de gaten hoe de verhoudingen liggen. Zij denken dat zij de rechtmatige eigenaren van de oogst zijn. Zij denken dat zij mogen bepalen wat ermee gebeurt. Ieder zelfvoldaan ego, de Farizeeër van alle tijden, denkt dat hij onontbeerlijk is om het Koninkrijk Gods op aarde te stichten. Zo zelfvoldaan zijn ze dat ze de instrumenten die hun gegeven zijn inzetten om hun macht te botvieren. De pachters gebruiken de wachttorens om de knechten te zien komen, de stenen die uit het land waren verwijderd om hen te stenigen. De Farizeeën gebruiken hun kennis en macht om Jezus niet te hoeven horen, ze gaan hem ombrengen. De machtigen zetten hun macht niet in om het goede voort te brengen. Altijd gaat het hier om, iedere profeet roept dit: schudt je zelfvol­daan­heid van je af, bekeer je, besef dat je niet hier God op aarde bent die zich alle vruchten kan toe-eigenen. Jouw vruchten zijn jouw vruchten niet. Jouw vruchten zijn van en voor allen.

 

Het enige dat wij hebben te doen is vrucht dragen en die vruchten gul delen met elkaar.

Altijd zijn er tegenstrijdige krachten in ons werkzaam, krachten van hebzucht en krachten van gulheid, boosheid en liefde, jaloezie en ruimhartigheid, haat en mededogen. We kennen ze allemaal, alle kanten kennen we. Wat zal het winnen – de liefde of de haat, de boosheid of het mededogen, de ruimhartigheid of de jaloezie, de hebzucht of het vrucht dragen? Wat zal het winnen bij jou?

 

De kracht die het zal winnen is de kracht die je voedt. Amen.

 

 
       
 

Nodiging

 

Wij hebben voedsel nodig voor onderweg. Voedsel om iets moois te laten groeien en vrucht te dragen in ons leven.

Laat ons beseffen dat er vele handen hebben meegewerkt om dit brood en deze wijn hier op tafel te krijgen. Niet alleen de handen van wie deze tafel dekten en het klaarzetten, ook al die handen van wie zaaiden, oogsten, bewerkten, bakten of bottelden, verpakten en uiteindelijk hier brachten.

Het is voedsel voor iedereen die zich onderdeel weet van een samenwerkend volk, en de rijkdom van het leven gul wil doorgeven aan elkaar. Weet je daarom genodigd, wat je ook doet, wie je ook bent – en maak er iets moois van.

 

Voedsel voor jou

 


Voorbede

 

Krachtige en tedere,

Geef ons van je kracht opdat wij onze roeping herkennen en volbrengen,

leer ons kijken en zien in ons dagelijkse leven,

en het lef hebben de mensen om ons heen de hand te reiken.

 

Bidden wij voor alle mensen die ons gebed nodig hebben:

mensen die ziek zijn, wanhopig,

die angst hebben of in tergende onzekerheid leven,

alle mensen die lijden aan het leven.

 

Voor iedereen die vrijheid zoekt,

dat zij vervuld zullen worden van een vrijmoedigheid

die alle voorstellingsvermogen te boven gaat.

 

Laat ons hart zijn bij de mensen die ons na staan,

en laat ons net zo veel liefde voelen voor wie we niet kennen.

Moge ons hart overlopen van mededogen en warmte.

 

Laat ons bidden voor onszelf,

en iedereen die zoekt naar vervulling in het bestaan,

dat wij vrucht mogen dragen in ons leven,

dat wij brood mogen zijn voor anderen en levend water.

Voor onszelf en alle mensen bidden wij tot jou, God van het leven:

 

Onze Vader die in de hemel zijt,

Uw naam worde geheiligd;

Uw Koninkrijk kome;

Uw wil geschiede op aarde, zoals in de hemel.

Geef ons heden ons dagelijks brood,

en vergeef ons onze schulden,

zoals ook wij onze schuldenaars vergeven;

en leid ons niet in verzoeking,

maar verlos ons van de boze.

Want van U is het koninkrijk

en de kracht en de heerlijkheid

in eeuwigheid. Amen.

 

Zegenbede

 

De Krachtige en Tedere zegent ons en behoedt ons,

Zij wendt haar gelaat naar ons toe en zet ons in haar genadevolle Licht,

De Eeuwige omvat ons allen in onmetelijke liefde en geeft ons vrede.

Amen.

       
 

       
 

Kijk voor Diana ook op:  www.dianavernooij.nl

       
       
 

Diana's "Hoofdpagina"Gastvoorgangers |

 
 

RG 2005-10-02 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl