Bijdrage Rob Gijbels, viering 19 februari 2006.
 
 

Voorgangers: Rob Gijbels en Willemijn Kanters

 
 

 

 
         
 

Lezingen:

Jes. 43; 18-25

Marcus 2; 1-12

 
         
 

Openingstekst.

Wij komen samen in de Naam van Jou,

God die ons gegeven is.

Jij die ons geschapen hebt en leidt.

Wij komen samen,

verlangend om aangeraakt te worden door Jou,

God van licht en liefde.

In eerbied dragen wij dit samenzijn aan U op

en delen brood en wijn, in uw Naam.

Laten we samen stil worden om ons hart te openen - 

 

Welkom en inleiding.

Goedemorgen en heel hartelijk welkom in De Duif. Ik zeg dat mede namens Willemijn Kanters, die vandaag mee voorgaat.

 

Welkom aan de bekende Duiven en extra welkom als je misschien vandaag voor het eerst of sinds lange tijd hier aan bent geschoven. In onze Duif – het open huis van God en mensen - is iedereen welkom; ieder die zoekt naar bezieling en bemoediging, naar rust en kracht.

Ter opening van deze viering vond ik enkele toepasselijke regels in Psalm 66:

Kom en zie de werken van God,

Bezing de eer van zijn naam.

Want: hij heeft ons het léven gegeven

En onze voeten voor struikelen behoed.

 

Herinner je je nog de overweging van Frits van der Ven een paar weken geleden? Hij had het over vriendschap, over vrienden. Wat zijn vrienden? Vrienden zijn de mensen die het lied van jouw hart verder zingen, waar jij dat niet meer kunt. Anders gezegd: je voeten voor struikelen behoeden en je verder dragen. Dat laatste is waar we het vandaag over hebben in de lezingen. Jesaja die ons leert om je verleden niet te vergeten, maar daarbij uit te zien naar het nieuwe; een afweging te maken tussen wat bagage en wat ballast is. En Marcus over mensen die in vrijheid worden gesteld als zij vastgelopen zijn. Door de symboliek in de beide lezingen te herkennen krijgt het actuele betekenis en herkennen wij onszelf.

Ik nodig je uit om van harte ook door deze bril de gekozen liederen mee te zingen. Ze sluiten nauw op het thema aan, maar bovendien: onze dirigent is op voorjaarsvakantie en we doen het dus op eigen kracht. Maar uit ervaring weten we dat als we onze Irina in de gaten houden, dan komt dat allemaal best voor elkaar!

 

Bidden we samen het gebed:

Ene,

Breng ons in beweging.

Breng ons verder als wij het niet meer weten

Draag ons als op de vleugels van een lied.

 

Maak ons dit uur ontvankelijk voor je Geest

Van wijsheid en inzicht.

Geef ons de rust om het nieuwe

In ons te laten ontkiemen en

Vol vertrouwen uit te zien naar Jou en naar elkaar.

 

Amen.

Overweging.

Het viel mij de laatst tijd op, dat er op televisie zoveel programma's zijn over verhuizen. Je staat er versteld van hoe zo'n televisieploeg in korte tijd je hele huis leeg haalt, verbouwt en weer opnieuw inricht. De clou van het verhaal zit ‘m er deels in, dat de bewoners nog eens kritisch moeten kijken naar wat van hun spullen nog bewaard moet blijven. Kleding, souvenirs van leuke tripjes, oude boeken van je studietijd, brieven … Spullen die al jaren onder het stof lagen, worden tegen het licht gehouden: heb je dit echt nodig? Wat bindt je dit nog? Heb je dit echt nodig voor je komen en je gaan van vandaag en morgen?

 

Gaat het zo ook niet in ons eigen leven? Wat zijn de dingen waar je zuinig op wilt zijn en wat zijn de dingen die je in de weg staan, die je met je meezeult en maar beter overboord kunt proberen te zetten? Wat is waardevol uit het verleden en de moeite van het bewaren waard? Bij Jesaja lezen we: Blijf niet staan bij wat eertijds is gebeurd. Hoe moeten we dat nu rijmen met de bijbel, want de bijbel barst van de oude verhalen! Jesaja bedoelt zeker niet, dat we het verleden, je eigen verleden, moeten vergeten. Dingen van vroeger zijn een wezenlijk onderdeel van wat en wie je bent en –zeg maar- jouw geestelijke bagage. Waardevolle dingen die je hebt meegekregen van je ouders, van goede vrienden of leraren misschien, van collega's, van dingen die je ervaren hebt of waarover je gelezen hebt. Kortom: waar je met respect en dankbaarheid aan terugdenkt.

 

Maar zo kunnen er ook zaken zijn die je als een ballast met je meezeult. Dingen die je soms ver hebt weggeduwd en waar je bijna niet meer bij kon komen, maar die je vroeger of later toch gaan opspelen en je leven alsnog schaak-mat zetten; tot stilstand brengen. En dat is zonde. Daarmee moet je in het reine komen; niet je er blind op staren, maar proberen het richting te laten geven aan hetgeen voor je ligt.

Zoiets moet Jesaja ook voor ogen hebben gehad. Hij herinnert aan de bevrijdende kracht van God. Maar ik lees ook een waarschuwing in Jesaja; je kunt God daarmee niet claimen of contracteren; God zal altijd en als enige zelf oordelen en altijd op die manier handelen. Misschien zie je niet dat God allang weer op een andere manier bezig is. Ooit baande hij een weg door de Rode Zee om zijn mensen te bevrijden. Nu baant hij een weg door de woestijn, rivieren in de wildernis. Nu bloeit er iets nieuws op. Het is al begonnen – zie je het niet? zegt Jesaja tegen het volk in de ballingschap.

 

Je zou zeggen dat deze gedachten ogenschijnlijk toch niet zoveel te maken hebben met dat tot de verbeelding sprekende evangelieverhaal. Dat gaat eigenlijk over van alles; maar laten we er eens wat elementen uitpakken. Een man staat centraal, die niet meer bewegen kan. Hij is verlamd, verkrampt en komt niet meer zelf vooruit. Zijn voeten brengen hem niet verder op zijn levenspad en hij is speelbal op de golven van de bewegende krachten om hem heen.

En dan zijn er 4 mannen, die zich inspannen voor zijn kwaliteit van leven. Hun gelóóf uit zich in gemeenschappelijke zin, de samenwerking en de ultieme vindingrijkheid: die vier mannen vertrouwden zó stellig op de bevrijdende kracht, dat – waar niemand er een gat in zag – zij een nieuwe opening vonden. Ik vind dat een prachtig beeld: “bij het zien van hun geloof” - het gelóóf van de vrienden wordt erkend en gezegend met het opstaan van de lamme man. Op hun geloof, hun liefde voor elkaar rust zegen. En God zal mensen zegenen als zij hun leven baseren op respect, liefde en inzet voor elkaar.

 

Jezus is dan niet direct de simpele wonderdoener, die roept “tjakka .. je kúnt het”. Dan zou Hij hetzelfde hebben gedaan als anderen. Hier gebeurt iets heel bijzonders tussen Jezus en die verlamde man in die paar eenvoudige woorden: Vriend –vriend- je zonden zijn je vergeven. Bij “zonde” doelt hij niet op de kleine of grotere fouten, overtredinkjes van regels of wetjes. In de bijbel is zonde zoiets als niet aan je levensbestemming toekomen. Zeg maar: niet doen waartoe wij ten diepste gemaakt zijn. Ik zou het willen verwoorden als dat het gaat over jouw band met de Eeuwige, de Ene; over de richting van jouw bestaan, die soms geknakt is, verlamd of verkrampt kan zijn.

 

En dàn zegt Jezus zacht tegen je: Vriend. Vriend! Het is goed. Wie je ook bent, en waar je ook bent geweest, ik hou nog steeds van je. Ik blijf van je houden! Geen oordeel, geen veroordeling van mensen die even niet op eigen voeten verder kunnen, die vastgelopen zijn. Tot stilstand gekomen. Een zieke die niet meer mee kan doen. Een melaatse die uitgestoten is, onrein! Gemeden als de pest. Een fraaie verzameling; uitgestotenen. Verdoofd en schamper van gemis; herkomst en doel verloren. Het leven dat geen leven is, nog dood, nog ongeboren.

Het moment van ommekeer breekt aan bij Jezus' bevrijdende woorden en daden, die steeds iets nieuws verrichten. Het nieuwe is al begonnen, zie je het niet? Het nieuwe zal soms dus heel anders dan je hoopt of verwacht. Ook in de nieuwe richting kan je leven waardevol en zinrijk zijn. Blijf daarom niet staren op wat geweest is. Maar gebruik het om je nieuwe richting te vinden. Ik zeg je: sta op, pak je bed en loop. De mens op de matras verandert in de matras op de mens!

 

Ik denk dat beide rollen ons af en toe passen. Staan we soms zelf niet in de schoenen van die lamme? Misschien zit je al een tijd vast en ben je de richting gewoon kwijt geraakt. Je hebt geen kracht meer en het diepste in je, kun je met niemand delen. Ervaar je zelf soms een verlamming of een verkramping in je werk? In een familiesituatie? Zit je met een pakket ballast dat je even geen stap verder meer kunt

Is je keel kapot gezongen? of –zoals Oosterhuis zegt: is het een hel in je hoofd?

Als je het dieptepunt van verlamming van binnen hebt bereikt, dan sta je als het ware met je rug tegen de muur. Het enige dat je nog kunt erkennen is: God - ik weet het niet meer … Kijk niet naar wat je nièt kunt; laat dat verleden maar rusten. Leg die ballast, leg je verkramping maar af en stel je ontvankelijk op voor het goede: “Vriend! Het is goed. Ik blijf van je houden”. Weet je gedragen door geloof en vertrouwen; open je ogen voor innerlijke rust en kracht en: iets nieuws zal beginnen.

En staan we soms in de schoenen van die vrienden? Wat een mooie rol spelen deze jongens! Dat je sámen je geloof en vertrouwen uitspreekt en kunt delen, zodat je er de schouders onder kunt zetten om iemand die het echt nodig heeft, weer verder te brengen. Wat een gave, als je niet iemand be- of veroordeelt, maar als je elkaar een nieuwe kans geeft! Wat gaaf, als je anderen kunt helpen niet verlamd te raken of weer richting kunt geven aan hun levenspad. Het zou zonde zijn als je dat niet doet.

 

Dat wij zelf–en ook als gemeenschap-die schoenen van die vrienden aan mogen trekken. Dat we elkaar dragen als op de vleugels van muziek. Zo moge het zijn .

Gebeden uit de gemeenschap:

Wij kennen een gezegde, dat luidt: "Geloof kan bergen verzetten".  Dat geloof ook zonden kan vergeven is iets nieuws, dat kwam Jezus ons vertellen. Maar ook hier hebben wij weer geloof voor nodig, en zonder Uw hulp zullen wij dat geloof niet hebben.

Geef ons dat geloof, opdat niet alleen onze zonden worden vergeven, maar zodat wij gesterkt door Uw geloof uw Koninkrijk op aard emogen brengen.

In Zijn gesprek met de schriftgeleerden oordeelt Jezus niet; door het stellen van vragen laat Hij aan de ander het initiatief. (om zich een oordeel te vormen, of conclusie te trekken)

Geef elk van ons iets van die gave, het oordelen te laten, en in plats daarvan de ander op te wekken.

God,

Help ons Jouw hulp te vragen, daar waar wij zelf een verlamming ervaren, daar waar wij onvermogend zijn, en niet weten hoe liefdevol of correct te handelen. Bijvoorbeeld in ons eigen gezin, in onze familie of vriendenkring.

 

 

Zegenbede.

Naar Psalm 121:

Onze hulp komt van de Ene,

die hemel en aarde gemaakt heeft.

Hij zal je voet niet laten wankelen.

De Ene behoedt je voor alle kwaad,

Hij waakt over je leven.

De Ene houdt de wacht

over je gaan en je komen.

Van nu tot in eeuwigheid.

Amen.

 

 
     
     
     
     
     
     
     
     
     
       
 

Voorgangers |

 
 

RG 2006-02-19 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl