Bijdrage Diana, viering 17 juni 2007.
 
 

Voorganger: Diana Vernooij

Lector: Gerdie van Dijk.

Lezingen:

 
 

 

         
 

Inleiding

Goede morgen lieve mensen, welkom bij deze dienst van schrift en tafel in de Duif. Hartelijk welkom bekenden, u die hier vaak bent – en een hartelijk welkom aan mensen die hier af en toe eens komen of die hier voor het eerst zijn. Fijn dat u gekomen bent om met elkaar onze zoektocht naar zin in het leven te delen.

 

Vandaag zullen Gerdie en ik samen voorgaan en als thema hebben we op het boekje gezet: “Vertel me of je met mij midden in het vuur wilt staan, zonder terug te deinzen.” Het is een regel uit een gedicht dat we zullen lezen. Ik heb dit gedicht uitgekozen omdat het zo hartstochtelijk aanspoort om het leven te omarmen. Daarnaast lezen we over het geloof van een zondares, die even hartstochtelijk tranen plengt, en van wie Jezus zegt dat haar geloof haar heeft gered.

 

Ik ben deze week vrij lang bezig geweest met de dienst van vandaag. Het was lastig om de kern te pakken te krijgen. En ik wil hem meteen maar verklappen, zodat u me straks beter kan volgen: geloof is niet geloven in iets buiten ons, geloven dat Jezus de Messias is, of geloven in de dogma's die later aan het geloof zijn geplakt.

Geloof is met volle passie vanuit je ziel in het leven kunnen staan dat je leidt, bij alles zijn dat zich voordoet aan ervaringen en emoties, en je eigen weg gaan.

 

Ik wens ons allen een goede dienst toe,

met goede aandacht, lekker luidkeels zingen en gepassioneerd bidden,

Amen

 

Overweging.

 

Deze week had ik een gesprek met een mevrouw van 85. Ze had een actief leven achter de rug, met veel studie – bepaald geen leeg leven. Maar nu voelde ze zich zo leeg van binnen, vertelde ze. En toen ze bij een retraite was moest ze zichzelf steeds weer stoppen om te huilen. Ze ervoer een tekort aan binnenkant, een tekort aan religiositeit, zei ze. Onrustig en opgejaagd probeerde ze eraan te ontkomen, praatte heel veel en zocht boeken, gesprekken, een uitweg. Maar het bleef.

 

Het leven kan je tot op hoge leeftijd voor nieuwe raadsels zetten. Hoe moeilijk is het soms om onder ogen te zien wat het leven je nu geeft en wat je kwijt bent geraakt of niet krijgt. Hoe oud je ook bent, altijd kunnen er weer nieuwe gevechten in jezelf ontstaan tegen verlies en pijn, nieuwe zoektochten om zin.

 

Hoe ziet zo'n zoektocht naar zin in je leven er uit? Wat is belangrijk? Is het je baan, je status, je leeftijd, waar je woont. Zijn het je vrienden, je netwerk, of je al op tv bent geweest, wat je gestudeerd hebben. Als je iemand op een feestje leert kennen zijn het mooie onderwerpen – maar het gaat er natuurlijk niet om in het leven.

 

Echt belangrijk is het niet. In het gebed dat we lazen dat “De Uitnodiging” heet, gaat het wel om de belangrijke dingen. We worden gevraagd of we kunnen leven vanuit onze ziel, of we durven te dromen van de vervulling en het verlangen van ons hart. We worden gevraagd of we voor gek durven te staan uit liefde, voor het avontuur van in leven zijn.

Het gaat erom of je met vreugde kunt omgaan, of je met verdriet kunt leven. Of je opener bent geworden door het verraad van het leven of dat je je levenslust hebt verloren. Het gaat er niet om waar je woont, wie je kent en wat voor werk je doet. Dat zijn maar buitenkantoordelen.

 

Dat buitenkantoordelen mensen vast kunnen zetten in een zinloos leven laat het verhaal van Lucas ons zien. Als Jezus bij Simon te eten is, komt er een vrouw naar hem toe. En Simon heeft zijn oordeel al geveld: als Jezus echt een profeet was – dan had hij deze vrouw gekend en niet toegelaten. Ze is immers een zondares. Dan geeft Jezus Simon figuurlijk een draai om zijn oren. Jezus stelt de vrouw die Simon als sloerie heeft gekwalificeerd boven hem. Zij heeft eer betoont aan de gast, zoals de gastheer niet heeft gedaan. Simon leeft met zijn vooroordelen. Hij ziet de zondares, het etiket dat de vrouw heeft gekregen, de buitenkant, het oordeel van anderen. Jezus kijkt anders. Hij ziet een vrouw en hij ziet haar tranen, haar spijt. Hij ziet hoe ze verlangt naar redding, hoe ze huilt van verdriet en verlangen. Ze toont zich in al haar kwetsbaarheid aan Jezus en kust zijn voeten. Jezus ziet haar verlangen en haar geloof. Wat me intrigeert is dat Jezus tegen haar zegt: “Uw geloof heeft u gered”. Over welk geloof gaat het? Waar gelooft ze in, wat ziet ze in Jezus, wat vertegenwoordigt hij voor haar? Welk geloof heeft haar gered?

 

En dan staat daar nog zo'n eigenaardig zin. De eerste helft luidt: “Haar zonden zijn vergeven, al waren het er vele – want ze heeft veel liefde betoond…” Dit deel begrijp ik. Met liefde en tranen, met inzicht en lef kun je zelfs de diepste schuld erkennen en inlossen. Het besef, de aandacht voor wat je anderen hebt aangedaan is de basis voor iedere oplossing van zonden of schuld. Maar dan staat er ook nog in de tweede helft: “maar wie weinig wordt vergeven betoont ook weinig liefde”. Het klinkt bijna als een pleidooi voor het maken van fouten, het begaan van zonden. Dat is vreemd: “wie weinig wordt vergeven, betoont ook weinig liefde”. Dus weinig fouten, weinig vergeving, weinig liefde.

En dus ook veel schuld – veel vergeving – veel liefde. Vreemd, maar toch – daar zit veel waars in.

 

In het gedicht De Uitnodiging stond ook zo'n vreemde zin. “Vertel me of je ontrouw en daarom betrouwbaar kunt zijn”. Ook hier weer het idee dat fouten maken, schuld hebben ergens goed voor is. Hier staat: kun je ooit betrouwbaar zijn, als je nooit – al is het maar in gedachten – ontrouw bent geweest? Als je altijd keurig geleefd hebt, nooit je schaduwzijden hebt geleefd of onderzocht, of ten minste je neigingen hebt onderkend – kun je dan ooit echt betrouwbaar zijn? Pas door beproeving wordt je trouw waardevol.

 

“Kun je een ander teleurstellen om trouw te zijn aan jezelf? Nog zo'n vraag. Wat is belangrijker, door een ander aardig gevonden worden, geaccepteerd worden – of je eigen weg gaan. “Kun je de beschuldiging van verraad verdragen, zonder verraad te plegen aan jezelf”? Dan denk ik aan iemand die de keuze heeft gemaakt bij een partner weg te gaan aan wie zij trouw heeft beloofd – teleurstelling, verraad. Of minder dramatisch: als je een vriendschap opzegt, als je overstapt naar een andere kerk, ander vrijwilligerswerk, als je ‘nee' zegt tegen iemand die graag bevriend met je wil zijn. Hoe lastig is het om de vragen, de verlangens, de tekortkomingen, de eisen van de mensen om je heen te horen en toch je eigen weg te gaan. Uiteindelijk is de oprecht­heid tegenover je eigen ziel belangrijker dan de verwachtingen van een ander.

 

Terug naar de vraag welk geloof de naamloze vrouw, de zondares heeft gered.

De vrouw uit het Lucasverhaal gaat naar het huis van een man die haar minacht en werpt zich voor Jezus' voeten. Het maakt haar niet uit wat de heer des huizes van haar denkt. Ze durft voor gek te staan en kwetsbaar te zijn, precies zoals het in De Uitnodiging beschreven staat. Haar passie is groot, haar hoop op een bevrijd leven. Zij hoopt dat ze niet altijd wordt veroordeeld, ze hoopt dat er tenminste een is, die door haar buitenkant heen kijkt. En dat is zo, Jezus ziet haar en bevestigt haar. Hij bevestigt haar dat het toelaten van haar verdriet en wanhoop, haar passie, haar verlangen – dat dát haar geloof en haar redding is. Niets meer en niets minder, juist in het bij je verdriet en je verlangen zijn – dat is haar redding.

 

En dan stap ik weer terug naar mijn gesprek met de vrouw van 85. Ze kon zo goed het tekort aan binnenkant verwoorden, dat velen van ons vast allemaal wel kennen. Is dat de leegte in onszelf die we neigen vol te stoppen met werk, geld, kennissen en interessant gedoe en te weinig met passie? Hoe vaak neigen we niet om moeilijke kwesties, schuld, verdriet en pijn uit de weg te gaan. Het is een zo vanzelfsprekende menselijke neiging. We gaan iets doen dat ons afleidt. Maar emoties willen gevoeld worden. Verdrongen emoties leiden altijd tot onrust en leegte, ze bespringen je op onmogelijke momenten. Als je jong bent kun je makkelijker verdriet verdringen, je over pijn heen zetten, afleiding zoeken, hoop hebben op een betere toekomst en rondrennen. Ben je oud, dan is je horizon zoveel kleiner, er is minder afleiding en er is zo veel meer aan verlies dat zich opdringt.

 

Wat kun je doen bij een tekort aan religiositeit, een tekort aan binnenkant? Wat kun je anders doen dan naar je gevoelens toegaan, het verdriet te voelen dat gevoeld wil worden, je mislukkingen te omarmen en zolang te huilen totdat al je tranen zijn gehuild en het leeg en schoon is van binnen? Wat kun je anders doen dan de leegte aan de binnenkant te zien en te blijven dromen van het verlangen van je hart? Wat kun je anders doen dan schoonheid te zien in iets dat niet eens mooi is, warm te zijn voor jezelf en gesteld te zijn op je eigen gezelschap? Wat kun je anders doen je eigen keuzes te maken, je eigen ziel trouw te blijven en midden in het vuur van het leven staan en niet terug te deinzen? Amen.

Voorbeden

Lieve God,

Laten wij bidden voor alle mensen die zijn vastgelopen in hun leven,

die hunkeren maar niet durven dromen.

We bidden voor mensen die moeite hebben hun verdriet te aanvaarden, het te voelen en te verwerken.

Wij bidden voor mensen die de levenslust hebben verloren

door het verraad van het leven,

mensen wier hart is afgesloten uit angst voor nog meer pijn.

 

koor:

Als Gij bestaat bewerk ons dan,

herschep ons hart en ons verstand

dat wij ontvankelijk worden voor uw Naam

 

Laten we bidden voor mensen die zich niet meer staande kunnen houden omdat te veel houvast is weggevallen,

voor mensen die op eenzame momenten

hun eigen gezelschap niet meer kunnen verdragen.

We bidden voor hen die het niet lukt op te staan na een nacht van verdriet en wanhoop, voor hen die niet meer datgene kunnen doen dat voor hun kinderen nodig is.

 

koor:

Als Gij bestaat bewerk ons dan,

herschep ons hart en ons verstand

dat wij ontvankelijk worden voor uw Naam

 

Laten we bidden voor mensen die vergeten zijn wat trouw is,

die verraad plegen zichzelf en aan anderen.

We bidden voor iedereen die wanhopig is,

die geen uitweg meer ziet, geen hoop meer heeft.

We bidden voor hen die denken dat geweld een uitweg biedt,

voor mensen bij wie de stoppen doorslaan.

We bidden voor de daders die hun ogen hebben gesloten

voor het leed dat ze aanrichten.

 

koor:

Als Gij bestaat bewerk ons dan,

herschep ons hart en ons verstand

dat wij ontvankelijk worden voor uw Naam

 

Bidden we samen het over

Het Rijk der Hemelen  

Onze Vader die in de hemel zijt

geef mij een plek op aarde waarvan de naam mij heilig is

een koninkrijk dat mijn huis is

een plek die mijn spelend kind ruimte wil geven

waar dan ook.

Geef mij een plek waar het koren groeit voor mijn brood

waar de wind in de bomen en het vuur in huis

vergeving van alle schuld is

zoals ook ik vergiffenis ben voor dat stukje aarde

dat zonder mij braak zou liggen

een plek die mij niet in verzoeking leidt

die mij verlost van angst.

 

koor:

Keer u om naar ons toe

keer ons toe naar elkaar

 

Nodiging

Ik wil u graag allen uitnodigen om brood en wijn met elkaar te delen,

zoals Jezus dat deed met zijn vrienden en vriendinnen.

Hij oordeelde niemand,

hij nodigde iedereen uit en zag de mensen om wie ze écht waren.

We delen brood en wijn om te blijven hooghouden wat dat geloof is dat ons redt:

het licht in ons hart, het onstuimige leven in onze aderen.

Komt u?

 

Het licht in je hart

 

Zegenbede

 

Moge de Krachtige en Tedere dicht bij ons zijn

de komende dagen en alle dagen in ons verdere leven.

Moge Zij onze ogen en ons hart openen,

opdat we onverschrokken en vol mededogen

midden in het vuur van het leven durven staan.

Moge Hij ons kracht en tederheid schenken

en steeds weer een nieuw begin.

Amen.

 

 
       
 

 
 

RG 2007-11-13 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl