Bijdrage Diana, viering 5 augustus 2007.
 
 

Voorganger: Diana Vernooij

Lector: Hans Gildemacher

Lezingen:

Psalm 146

Lucas 1; 45-46

De Boddhisattva-gelofte

 
 

 

         
 

Inleiding

 

Welkom lieve mensen. Het prachtigste weer van de wereld, eindelijk zomer – en u bent tóch gekomen. Geweldig, weet u hartelijk welkom. Welkom aan mensen die hier voor het eerst zijn, en als u vaker komt: fijn om weer bijeen te zijn in de Duif.

 

John Lennon zong ooit in een lied voor zijn zoon:

Het leven voltrekt zich aan je, terwijl je druk bent met andere plannen. In het engels klinkt het mooier: Life is what happens to you while you're busy making other plans.

Ik zing het vaak – omdat het zo waar is en zo terloopsaan je gebeurt. Voortdurend zijn we druk met plannen en resultaten behalen. Op ons werk en ook privé plannen we voortdurend van alles. En ondertussen voltrekt zich het leven aan ons.

Hoe kunnen we in dat achteloos geleefde leven toch grootse dingen doen, niet bedenken en plannen maar doen?

 

We gaan het vandaag hebben over onmogelijke opdrachten, onrealistische voornemens, en over ons verlangen naar een rechtvaardige wreld, een rechtvaardige God.

 

De muziek die ik voor vandaag heb uitgezocht is was een mooie zoektocht naar wat bij het thema hoort en wat ik jullie graag wil laten horen. Aan begin en eind zingen we een lied mee met ons eigen ingeblikte Duifkoor, met de cd dus – omdat het koor met vakantie is.

Ik wens ons een goede viering.

 

Overweging.

Een groepje pelgrims loopt een berg op. Een van hen kijkt omhoog, de berg is hoog. Vol goede voornemens zet hij er flink de pas in en laat zijn medereizigers achter. Die lopen traag, realiseren zij zich de zware taak wel? Híj zet zich in, loopt en loopt en raakt buiten adem. De berg is zo hoog – hij wordt steeds vermoeider. Dan halen zijn mede­reizigers hem al keuvelend in. Hij begrijpt er niets van.

 

De logica van onze maatschappij is op resultaten gericht. In het dagelijkse leven heb ik als manager in de loop van de jaren het woord ‘resultaten' steeds belangrijker zien worden. Alles wat je belangrijk vindt, en wilt doen, benoem je in termen van resultaten die je wilt behalen. Ook in de maatschappelijke opvang – waar ik nu werk – zijn we resultaat­gericht. We stellen doelen en die moeten we halen. Je laat je niet afleiden, je probeert waar te maken wat je je hebt voor­genomen: dat is de logica van onze werk- en belevingswereld.

 

Met deze vanzelfsprekendheid, dat het om de resultaten gaat in het leven – komen de teksten die we vandaag lazen wel heel vreemd over. Psalm 146, het loflied van Maria en de boddhisattvagelofte, wat ze gemeen hebben zijn de massieve woorden en uitspraken.

De Psalm stelt dat de Eeuwige bevrijdt, opricht en redt en de Eeuwige richt te gronde wie kwaad doen – maar is dit niet absurd, zien we niet dagelijks het tegenover­gestelde? Wie gelooft hier nog in? Maria, die gelooft er in, zij heeft het ervaren: wie gering is geeft onze God aanzien en heersers en rijken stuurt hij weg – zij jubelt omdat ze het heeft meegemaakt. Zij is gezien, gekend, aan haar is de belofte voltrokken.

En dan die gelofte, die grote groepen boeddhisten dagelijks afleggen, dat is toch een schier onmogelijke opgave – hoe kun je beloven alle levende wezens te redden? Niet realistisch, dat resultaat kun je nooit behalen. Dus waarom beloven als het irreëel is?

 

Vrede is een vierkante cirkel, zingt Oosterhuis in zijn lied over psalm 146. Die God die voortdurend recht doet is een vierkante cirkel. We ervaren dat namelijk helemaal niet zo, dat God recht doen is. Onrecht dat onbestraft blijft, mensen komen op jammerlijke wijzen om, misdadigers gaan vrij uit en schamen zich niet. Dus laat ons zingen, van hoop en van verlangen als de ploert en de schender voorbij zijn. Zingen opent je hart. En in ons hart klinkt deze vraag, smeekbede – dat de basis van ons bestaan recht­vaardig­heid is. Het is onze twijfel maar vooral ook onze hoop en ons vertrouwen.

Ploert en Schender, de woorden die Oosterhuis in al zijn psalmen laat terugkomen, ploert en schender kunnen het einde niet zijn. Zolang als wij leven zullen we het tegen­deel tonen. Wij zullen laten zien dat wij zelf die hoop zijn, dat geloof dat wij levend houden. Want rechtvaardig is ons Hoogste Goed, onze God, en het recht zal zegevieren, ooit – het maakt eigenlijk niet uit wanneer. God is recht doen, God is een vierkante cirkel.

 

Waarom ik die vreemde eend in de bijt erbij genomen heb: die boddhisattvagelofte is omdat het het gebed is van generaties boeddhisten, van voor Christus tot nu toe – die in die vierkante cirkel geloven. De gelofte leert hoe om te gaan met die onmogelijke mogelijkheid, hoe te leven vanuit het geloof in die belofte dat het Hoogste Goed recht en zachtmoedig is. Je kunt leven in een wereld die niet recht is, die onrecht laat zien met een alles overschrijdende intentie om alleen maar goed te doen. Vrede bestaat, misschien niet altijd, voortdurend, maar het bestaat en wij kunnen vrede doen. Het staat niet ter discussie, jij richt je leven erop in om lijden weg te nemen, inzicht te verwerven en alert te blijven tot het einde toe. Het is een belofte zonder voorbehoud, gewoon: alles redden en overal van leren. Niet proberen, niet plannen hoe je dat resultaat kunt halen, maar gewoon doen – zonder meer en voortdurend.

 

Ik heb ooit eens een oefening gedaan die me inzicht gaf in ‘proberen', in wat ‘proberen' is. De opdracht was om te probéren een boek van de grond te tillen. Nou, denk je dan, dat is zo gepiept, dus ik pakte het boek van de grond. Maar dat was de opdracht niet, kreeg ik te horen. Ik moest het boek niet oppakken, maar ik moest ‘proberen' het op te pakken. Dát is andere koek. Je pakt niet op, maar probeert het wel. Zolang je het probeert, pak je niet. Dan ontdek je dat in proberen een hoop tegenwerking zit, weerstand, angst, voorzichtigheid, kortom, er sijpelt heel wat energie weg als je niet een boek oppakt maar een boek probéért op te pakken.

 

Dus als ik dat toepas op de boddhisattvagelofte: het gaat er niet om te probéren zo veel mogelijk levende wezens te redden. Je telt niet, je probeert niet, je doet, allemaal! Het gaat er niet om rekenschap af te leggen over wie er allemaal zijn gered en wie niet. Het gaat om je instelling. Ongeacht wie of wat er lijdt, je zet je volledig in om al het lijden weg te nemen, altijd, steeds weer opnieuw, zonder voorbehoud. Het gaat er tenslotte niet om hoe groot de resultaten zijn die jij bereikt, hoeveel zielen je hebt gered – God is geen boekhouder. Het gaat erom zo in het leven te staan dat je auto­ma­tisch en altijd bijstaat, helpt, redt en inzicht verwerft – dat je niet anders meer kunt.

 

Als je je voorneemt alle levende wezens te redden, probeer je het niet – nee, je doet zoveel als je in je leven op je pad vindt. En dat stelt in de ogen van anderen misschien maar weinig voor – dat maakt niet uit. Het is waarschijnlijk ook niet hetgeen je in je ambities hoopte te bereiken, maar je hebt een steen gelegd in de rivier – en daarom zal de stroom nooit meer dezelfde zijn.

 

Terug naar de pelgrims, de man die zo hard probeerde de top te halen, en werd ingehaald door zijn keuvelende reisgenoten. Als een van zijn medepelgrims zijn onbegrip ziet, vertelt zij hem het volgende. “Jij loopt op wilskracht, jij loopt met de top als doel en dat doen wij niet. Wij gaan die berg op – dat is zeker. Maar wij lopen niet harder dan we nu kunnen lopen, stap voor stap komen we die berg wel op.”

 

Wij westerlingen zijn als die ene pelgrim. We staren ons dood op de resultaten van wat we willen bereiken of willen voorkomen. En terwijl we dat doen voltrekt zich ondertussen het leven aan ons – de voetstappen die we zetten, de steen die wij in het water leggen, hier en nu. En we hebben er geen oog voor. Het leven voltrekt zich aan je, terwijl je druk bent met andere plannen.

Staar je niet dood op het resultaat. Waar het om gaat is hoe je de oneindige weg van het leven bewandelt – of je hem met zachtheid kunt gaan. Het gaat erom niet jezelf te overschreeuwen, niet te veel te eisen, maar ook niet te vluchten en geen drama te maken. Blijf bij alles wat je meemaakt in vriendelijke zachtmoedig­heid en bevrijdt wat je kunt bevrijden. De weg is belangrijker dan het doel. Wees waar je bent en doe wat je kunt – en dat is genoeg wat dat is álles.

 

Nodiging

Weet je genodigd aan deze tafel van breken en delen. We breken ons leven, met wat we kunnen en met ons onvermogen – het maakt niet uit. We delen het leven samen – alles hebben we te geven, hier en nu.

Weet je genodigd, wie je ook bent, wat je ook geloofd – zolang je beseft dat het onmogelijke mogelijk is ben je welkom om brood en wijn te delen met elkaar.

 

Groene Boek

 

Laten we bidden voor Dorien en Fjodor die hebben gehoord dat hun pasgeboren zoon Jacob een ernstige en ongeneeslijke ziekte heeft en waarvan het verloop is onzeker. Wij zijn met ons hart bij Fjodor en Dorien. Wees bij hen, geef hen kracht.

 

We bidden ook voor Jos, die deze week is geopereerd. De operatie is geslaagd, maar er is nog een lange weg te gaan.

Tenslotte ook ons gebed voor Gerard, die weer thuis is uit het ziekenhuis, maar onze steun en gebed hard nodig heeft.


Voorbeden

Laten we bidden voor al diegenen die ons gebed zo hard nodig hebben:

 

Laten we bidden voor onze naasten van wie hun kwetsbare lijf hen loslaat. Voor wie afscheid moeten nemen van gezondheid, van leven – wees bij hen.

 

Laten we bidden voor onze naasten die wanhoop in hun hart dragen. Voor hen die er geen gat meer inzien, voor wie het geloof ontbreekt in een nieuwe toekomst – wees bij hen.

 

Laten we bidden voor die mensen van wie hun meest dierbare gekwetst is en lijdt. Omdat het voor hen zo moeilijk is erbij te zijn zonder dat hun hart breekt. Geef hen liefde, geloof, hoop – wees bij hen.

 

Lieve God, wees bij hen, zoals wij bij hen zullen zijn.

 

Hoe talloos de levende wezens ook zijn
Ik beloof ze allen te redden.

Hoe peilloos de oorzaak van lijden ook is,
Ik beloof haar geheel weg te nemen.

Hoe talloos de poorten tot inzicht ook zijn,
Ik beloof ze alle in te gaan.

Hoe oneindig de weg van ontwaken ook is,
Ik beloof haar te gaan tot het einde.

 

 

Zegenbede 

Lieve mensen, we zijn aan het eind van deze dienst gekomen.

Laat ons deze week in herinnering houden:

 

Zolang de aarde nog rond is

en vrede een vierkante cirkel

laat ons toch zingen, het hart op de tong.

Laat ons zingen

van ongeschonden landschap

en geen kind meer kwijt –

Ploert en Schender zijn voorbij

- alle dingen nieuw

en de klokken slaan gerechtigheid.

 

Dat het zo moge zijn

vandaag en morgen en alle dagen in ons leven

amen.

 

 
       
 
 

RG 2007-11-13 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl