Bijdrage Rob Gijbels, viering 11 januari 2009.  
 

 

Voorganger: Rob Gijbels

Lector: Hans Ernens

Thema: 1 in Gods hand

Lezingen:

 
 

 
 

Welkom en inleiding.

Beste mensen, goedemorgen en hartelijk welkom in onze heerlijk warme Duif. Warm: tja – buiten heeft het al dagen lang hard gevroren en onze Prinsengracht is met een stevige ijslaag afgedekt.

 

Warm: ook onze vieringen geven we graag een warm karakter. Deze week kreeg ik een mail van een predikant uit Hoogeveen in Drente van een PKN-wijkgemeente; zij vragen ons hoe wij of we hen met tekstmateriaal op weg kunnen helpen. Samen op weg heet dat dus.

 

De Duif-gemeenschap is –deze week precies – al 35 jaar op weg en we gaan dat volgende week feestelijk vieren. Valt deze dienst dan een beetje tussen wal en schip; tussen 3 Koningen en dat feest? Natuurlijk niet, want nota bene komende week staat mondiaal heel de christelijke gemeenschap stil bij een thema, dat hen samenbindt; week van gebed voor de eenheid. Dit jaar is daarvoor als thema gekozen: 1 in Gods Hand.

Wij sluiten vandaag – één week eerder dan de meeste andere kerken en gemeenschappen – hierbij aan en dat is ook een mooie opstap naar het thema van vòlgende week, dat dan als thema zal dragen: Vrijheid en verbondenheid.

 

De lezingen vandaag zijn o.a. aangedragen door via de Raad van Kerken en een team van christenen in Korea. Ik heb ervoor gekozen om ze als leidraad te nemen voor het zoeken naar de context van deze verhalen en hoe ver of dichtbij zijn wij van dit thema “1 in Gods hand” ? We denken na over oude en nieuwe verdeeld en wat verstaan we onder eenheid?

Ben jij van Paulus? Apollos?

Ben jij van Ebion? Van de Hebreeën?

Ben jij voor Jacobus, Thomas, Philippus?

 

De lezingen wijzen een duidelijke richting;

“wij zullen jood en griek zijn lichaam worden,

zijn uitstralende kracht in deze wereld ! “

Wij hebben daar nog veel werk aan!

Ik wens ons allen een geïnspireerd en “warm” uur toe!


Overweging.

Beste mensen,

Die priesterprofeet Ezechiël maakt gebruik van een mooie symboliek. Door een zinnebeeldige handeling – het verenigen van twee stukken hout tot één geheel – moet hij aanschouwelijk stellen dat de stammen Juda (staat voor Juda en Benjamin) en anderzijds Jozef (voor de 10 andere stammen) weer tot één volk zullen worden herenigd. Een einde maken aan afscheiding en ballingschap en sámen op weg zijn onder David; David, hier als krachtig symbool van Gods helende liefde en de weg van vrede, toekomst en eeuwigheid. Het is een nieuwe schepping, de geboorte van een nieuw volk. Het is een teken van hoop voor andere volken en in feite voor heel de mensheid. Het symbool van twee hout tot één maken betekent zoveel als: ver schillen erkennen, maar ge schillen doen verdwijnen en over conflicten heenstappen.

 

Verdeeldheid staat haaks op de boodschap van acceptatie, verdraagzaamheid en liefde.

Ook in Korea werd het christendom gebracht door mensen die het oneens met elkaar waren. Het is verleidelijk om conflicten dan te zien als een onvermijdelijk deel van onze geschiedenis, en niet als iets dat fundamenteel in tegenspraak is met verzoening en je één weten in Gods hand.

 

Ezechiëls visioen van twee stukken hout, die één worden in Gods hand, is een uitdagende metafoor voor verdeelde mensen, christenen, tradities en religies. Een metafoor om niet te zwichten voor een oude, dode wereld van geld = god of van welk bewind dan ook.

 

De profeet Ezechiël leefde zo'n 600 jaar voor Christus. Hoe is men in de joods (oudtestamentische) en de vroegchristelijke tijd met die boodschap omgegaan?

De laatste jaren wordt er steeds meer studie gedaan naar de allervroegste christelijke literatuur. Steeds vaker worden oude geschriften ontdekt en ontrafeld, die ons in aanvulling op bijbelse verhalen een completer beeld geven van oudtestamentische en vroeg-nieuwtestamentische tijd. Weest gerust: het zet de boel niet op de kop, maar verrijkt veeleer de context.

 

In de vroege joods-christelijke evangeliën lezen we dat Jezus op volwassen leeftijd wordt overstraald met een bijzondere kracht en energie. Wij kennen dat moment eigenlijk in de evangelielezing van Jezus doop in de Jordaan; inderdaad: de start van zijn openbare leven omdat daar op dat moment de “verlichting” ontving ; dwz. wolken scheurden uiteen en de geest van de Eeuwige – in de gedaante van een duif daalde in hem neer (Mc. 1;11, Lc 3;22). In het joods-christelijke evangelie van de Ebionieten staat geschreven: En een stem uit de hemel zei: Jij bent mijn geliefde Zoon. Ik heb in jou een welgevallen. En verder: Ik heb je vandaag verwekt. En op hetzelfde ogenblik werd die plaats omgeven door een groot licht . “ (Epiphanius. Panarion.30.13.7-8 en Codex Brezea) Hier wordt Jezus –na een lange periode van voorbereiding - een verlichte, een Christus. Deze verlichtende kracht zal niet doven, niet sterven, ook niet als hij zijn aardse leven prijsgeeft. Ik geloof, dat Zijn verlichtende kracht dóórleeft door in allen die oprecht op zoek zijn naar de Eeuwige, de onnoembare, Jahweh - Adonaï . Daar lag de kiem van verbondenheid met alles wat is: de mens, de kosmos en met God.

 

Het christendom was de eerste eeuwen een vergaarbak van stromingen, waarin Jacobus – de veronderstelde broer van Jezus – een sturende rol had. Er is absoluut geen sprake van een homogeen geheel; een kerk. Eerder: cellen, kernen, gemeenschappen, in het Grieks ekklesia geheten, vrije gemeenten die zich oprecht verbonden wisten en weten met de oneindige, onnoembare God. Geen straffende, naijverende of wrekende God, maar de bron van alles – van liefde, licht en leven.

 

Ik herken me graag in deze prachtige kernboodschap, maar deze wordt in de eeuwen daarna overvleugeld door een strijd om macht en gezag. Het Concilie in Nicea in 325 stelde een selectie geschriften als kernleer vast en vulde dat aan met teksten die passen in het geloofsbeeld van die tijd. Het legde zo met krachtige hand een eenheidsleer op: de canon van de kerk en daarmee de basis voor de stelling: De (centraal gestuurde) kerk bepaalt wat heilig is (Tertullianus 3 e eeuw). Zo ontstond een verarmde en geamputeerde geschiedenis, die bijna vergeten werd.

De staat en de kerk –het instituut- kregen zo dezelfde belangen: rust en eenheid, met wetten en dogma's als fundament. Ten koste van de vrijheid, ten koste van de levende Geestkracht, ten koste van de verbondenheid aan de oeroude-bron.

Het is historisch onmogelijk om met 100% zekerheid terug te gaan naar de oo(e)rspronkelijke oerteksten, maar feit is wel dat veel daarvan verkleurd, verloren en verborgen is geraakt. In de daarop volgende 20 eeuwen hebben mensen voor mijn gevoel meer dualisme in zich ontwikkeld dan eenheid in de zin van: “zich richten op het oerverhaal, de basisekklesia die zich primair verbonden wist met verlichte boodschappers als Jezus.

 

Ik hoef vandaag de kerk- en wereldgeschiedenis niet op tafel te leggen om te zien hoe de mens zich in geestelijk, sociaal en politiek opzicht liever op verschillen richt, als gezamenlijk zoekt naar de bron van wat we gemeen hebben.

Te vuur en te zwaard worden stellingen verdedigen en bombarderen we liever, als dat er elkaar de hand reiken. Ondanks Jezus' leringen over liefde voor de medemens werden en worden keer op keer wapens gezegend. “God bless you … “

Een Koreaanse dichter verwoordde het alsvolgt:

Aan de weg staan twee stenen boeddha's
Naakt en hongerig tegenover elkaar.
Voortdurend worden zij geteisterd
Door wind, regen, sneeuw en vorst.
Toch ben ik vol afgunst op hen:
Zij weten nièt van de pijn van een scheiding.

Het valt niet mee om twee delen hout één te laten zijn.

 

De Schepper boetseerde de mens naar zijn beeld en ze waren één in Zijn hand. Maar één-zijn en -blijven vraagt veel van ons; continue je eigen beelden loslaten en op pad durven gaan met je eigen rugzakje met talenten. Jezelf loslaten ten einde de kramp uit je handen kwijt te raken.

Deze weg van de oerboodschap, vraagt durf en lef om over je grenzen heen gaan. Tsjonge - het daagt je uit tot vertrouwen in jezelf en een universeel geloof in elkaar; tot een overtuiging dat een handshake van lotgenoten Godgenoten maakt.

Het vraagt een onbevangen levenshouding die zich niet voorstaat op eigen resultaten, kennis en kunde; niet op eigenwaan, maar om primair om respect en waardering. Vrede en eenheid in de wereld, in jouw omgeving, maar ook de grote wereld van kerken en godsdiensten begin onderling met een levenshouding die verschillen erkent maar er overheen stapt. Die nieuwsgierigheid opent en je oriënteert juist op hetgeen we gemeen hebben: de universele wetenschap dat de Godskracht ons doet groeien.

Dat is een lange groeiweg die ook Ezechiël al lang geleden voor ons zag. Ook wij als Duif-ekklesia zitten op zo'n groeipad van beginnen en herbeginnen en ook wij kunnen in onze omgeving hier nog veel mee doèn.

 

Deze vernieuwende, scheppende kracht kan zich in ieder mens van goede wil ontplooien. Zo zijn allen mensen bouwvakkers van de Eeuwige, die eeuwig willen en kunnen herbeginnen tot zij voorgoed geborgen zijn. Zo moge het zijn.

 

   

 

         
     
       
   
       
 

Gastvoorgangers |

 
 

RG 2009-01-12 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl