Marina's bijdrage, viering 17 juni 2001
 
  Voorganger: Marina Slot en Thea van Deijl  
         
         
 

Lezingen

  • Luc. 7; 38-50
  • Uit het boek "De Geschonden ziel" van Simone Weil
         
         
 

Welkom en inleiding

Welkom in de Duif op deze zondag in juni, welkom in het Huis van God waar ieder welkom is en waar licht en vrede heersen.
Namens de Gemeenschap van Jezus Christus mag ik een ieder welkom heten in dit uur aan God en Gods mensen gewijd. Wij zingen, wij bidden, wij staan stil bij de dingen van Mijn Vader zoals Jezus wel eens zegt.
Hij, Jezus van Nazareth staat er zijn hele leven bij stil wat de bedoeling is van God met de mens op aarde.
Hij vertelt mensen aan de hand van verhalen hoe te leven met God, hij leeft het ze voor in allerlei situaties..
Hij bakt geen zoete broodjes, hij sjoemelt niet, hij is heel direct en daarmee ook heel liefdevol naar de mensen om hem heen. Want alleen als mensen eerlijk en oprecht kunnen zijn over hun gedachten, hun gevoelens, hun kwetsuren en hun vreugde , is het leven met elkaar goed te doen.

Vandaag gaan wij praten over kwaad en vergeving, over de tegenstrijdigheid van liefde en doen zoals het hoort, over geschonden zijn en toch je bloot durven geven. Vincent Kemper leest ons de tekst uit Lucas voor en Thea gaat mee voor in de dienst, het koor zingt, Irina speelt en met elkaar zijn wij bezig om in een direct en werkelijk contact met God te staan, even apart, even een andere verbinding leggen dan alleen de zintuiglijk waarneembare. Even in zielscontact komen met de Eeuwige en de broer en zuster die naast je is. Dat vergt openheid, kwetsbaarheid die wij alleen durven laten zien als wij weten dat wij niet beoordeeld worden, als wij niet besproken worden bij de koffie, als wij erop kunnen vertrouwen dat wij veilig zijn bij God en Gods mensen. Daarom bidden wij om vertrouwen in een wereld van haat en achterdocht, wij bidden om de Aanwezigheid van de Eeuwige en Barmhartige in ons midden.

 
       
 

Overweging

Het komt op mensen aan om ervoor te waken dat er geen kwaad aan mensen wordt gedaan…
Het komt op ons mensen aan dat wij wachters zijn voor het kwaad wat ons en onze medemens wordt aangedaan…
Dat is een beste binnenkomer zul je zeggen, krijgen wij vandaag een zware pijp te roken? Hebben wij een grote klus voor de boeg? Neen, dat valt wel mee. Want kwaad maken wij allemaal wel mee, elke dag weer en het kan lichter maken, als je het in Gods huis er eens over kan hebben. Het gevaar van heiligheid, van gelovig leven is dat het kwaad van deze wereld en van onszelf als mensen onbesproken blijft in de kerk. Alleen in de moralistische sfeer van : dat mag je niet meer doen. En toch is er zoveel kwaad aanwezig in het menselijk bestaan dat je er vaak in verzuipt, dat je ook wel eens verdrinkt in je eigen woede en jaloezie, in je hardheid en wrok naar de ander.
Vroeger zei men : dat is van de duivel, die moet je met de Bijbel om de oren slaan. Een manier om jezelf behoorlijk klem te zetten, want er is iets in je wat er eigenlijk niet mag zijn. Alleen dat is al een reden om het kwaad te gaan ontkennen, om een deel van jezelf te ontkennen en een beetje verknipt ermee om te gaan. En dan zijn er ook nog mensen die in rechtstreekse verbinding met God staan, aan wie je het mag opbiechten wat je fout gedaan hebt.

In mijn werk heb ik veel te maken met geweld, met strafrecht, met bekennen en ontkennen… Dat geldt niet voor ieder van ons, maar in ons dagelijks bestaan moeten wij wel erkennen dat er kwaad is en dat dat ook in onszelf zit en dan komen wij in Gods Huis en dan mag het opeens bijna niet meer bestaan. Als je het kwaad recht in de ogen kijkt, als je zonder maskers naar jezelf durft te kijken, dan weet je dat het er is. Dan pas kan je ook stilstaan bij wat schuld en vergeving is, dan pas wordt de bede uit het Onze Vader : verlos ons van het kwaad, een hartenkreet die bij ieder van ons klinkt. Want niemand wil kwetsen, of gekwetst worden en ieder wil in het diepst van zijn ziel vrede, vergeving, rust en licht in plaats van oorlog, schuld, wanorde en duisternis. In de ontmoeting met de mens die echt worstelt met het kwaad in zich, kan je zien hoe het verder gaat, hoe kwaad zichzelf vermeerderd of hoe het gestopt wordt.
Deze week kwam ik iemand tegen wiens kind mishandeld was. Hijzelf was als kind vreselijk misbruikt en mishandeld en het enige wat hij wist, was: 'dit moet mijn kind niet overkomen!' Maar omdat er kwaad aan hemzelf berokkend was, omdat zijn eigen lichaam en ziel geschonden waren, kon hij bijna niet anders dan weer in het patroon vervallen van terugslaan en terugschoppen. Het was letterlijk alsof het kwaad, de duisternis bezit van hem nam.
Hij worstelde met de vraag: 'hoe kan ik dit stoppen op een andere manier dan wat ik thuis heb geleerd, wat mij is doorgegeven'. Hij wilde niet slaan, maar wist niks anders…

Het kwaad wordt doorgegeven, het wordt overgedragen van vader op zoon, van moeder op dochter, van mens tot mens en het kent allerlei verschillende verschijningsvormen : uiterlijk geweld, verbaal geweld, negeren, de grenzen van anderen overschrijden, de ander niet serieus nemen, respectloos omgaan met een mens en wat haar lief is, bewust of onbewust de persoon schenden en kleiner maken dan ie is.
Het kan ook anders zegt Simone Weil: de mens vleien, hem welzijn verschaffen en andere genoegens. Ik noem dat verwennen op niks af, mensen niet aan het leven laten wennen, dat niet altijd rozengeur en maneschijn is. Maar meestal dragen mensen kwaad over aan mensen door hen gewoon kwaad te doen. Wat dan ?
Wat dan te doen als je bent overgeleverd aan de wil van mensen en aan toevallige omstandigheden ?

Datgene doen wat de ander niet verwacht. Als iemand je uitscheldt omdat je niet uitkijkt, niet terugschelden maar sorry zeggen, omdat je niet uitkeek of omdat je die ander niet zag. De omstandigheden die kwaad doen opbloeien in het leven van mensen doorbreken, veranderen als dat in je vermogen ligt. Zonder aarzeling en niet te lang nadenken ingrijpen als dat het licht in je eigen leven en in dat van een ander kan laten doorbreken. Gaan leven met verhalen die licht brengen zoals het verhaal van Lucas:
Jezus is op bezoek bij een Farizeeër Simon, een man die weet hoe het hoort en op dat moment komt er een vrouw naar binnen die van zichzelf weet dat haar leven niet in dienst staat van de Eeuwige, zij herkent het Licht en de Liefde van de Man van God en zij bekent schuld met balsem en tranen, zij herkent degene die haar schuld kan vergeven, haar zonde (wat die ook is) kan doorbreken, de cirkelgang van het kwaad kan stopzetten en zij kust en huilt in al haar kwetsbaarheid. Zij is op het Licht afgekomen, Zij heeft gevoeld dat haar ziel rust zou vinden bij deze afgezant van de Eeuwige en zij vertrouwt erop dat het goed komt.
Of het verhaal van het kind dat helemaal in de war thuis de boel kort en klein slaat, dat niemand echt vertrouwt en niet eerlijk durft te zijn over zijn verwarde zelf. Dat kind wat even een tijdje kan uitrusten op een vertrouwd adres waar er niet gesproken wordt over straf en vergelding, maar waar liefde woont en respect zegeviert.

Waar kwaad en duisternis heerst, zal je het onder ogen moeten zien en er bewust licht en vrede tegenover moeten zetten. Anders gaat het door, anders wordt het doorgegeven van geslacht op geslacht. Doen wat de ander niet verwacht, doen wat jezelf niet had gehoopt. Liefde tonen naar jezelf en naar de ander die het niet kwaad meent, maar in de knel komt, die geschonden uit het leven komt en niet weet wat heling is. Simon, de Farizeeër was zuinig met zijn liefde en genegenheid, dan ben je meestal ook niet scheutig met vergeving. Als je je vergezeld weet door een Vriend, van wie je weet dat Hij ruimte geeft en vrijheid, scheppende vrijheid hoef je niet meer zuinig te zijn met Liefde.
Als je weet dat er voetstappen naast je gaan die je vergezellen, hoef je je stand niet meer op te houden, hoef je niet meer net te doen alsof jij nooit iets verkeerds doet. Dan kunnen er tranen van verlossing en vergeving vloeien als de Ander herkent dat er achter de maskers een lief en soms boos mensje schuilt die in de verwarring van het leven lang niet altijd alleen maar mooie dingen doet. Het is eng om je maskers af te leggen, het is eng om te erkennen en herkennen dat woede en haat je af en toe overvallen en dat je dan soms dingen zegt en doet die het Licht bijna niet verdraagt. En toch is het ook heerlijk om roekeloos ergens naar binnen te gaan waar je weet dat het goed is, waar je ziel even rust vindt en waar je weet dat het kwaad wordt herkend en niet veroordeeld. Waar het Licht is en waar de ondoordringbare nacht ver achter je ligt.

Het is aan ons om ervoor te waken dat er geen kwaad aan mensen wordt gedaan. Het is aan ons om het kwaad niet door te geven, maar aan het Licht van de Eeuwig lichtende toe te vertrouwen. En dat is mooi werk om te doen.

Amen

       
 

Nodiging

Als mensen die niet vergeefs geboren zijn, als mensen die bij machte zijn om Gods Licht verder te dragen, zijn wij hier voor Gods Aangezicht en in Gemeenschap met elkaar.
Als herinnering aan de kracht van een profeet, van een mens van God die eens ging eten met zijn vrienden, delen wij vandaag brood en wijn om te delen in de Gods Liefde en Licht.
Als leeftocht voor onze levensreis hebben wij de rust en de vrede van de Eeuwige hard nodig.
Als zusters en broers van de Man van God willen wij van harte kracht uitstralen, liefde geven en recht doen.
Daarom delen wij in gemeenschap met elkaar en met alle gelovigen op deze wereld.
Komt want alles is gereed.

       
 

Zegenbede

Eeuwige verlos ons van het kwaad,
zegen ons en onze kinderen en kleinkinderen met Uw Licht.
Doorbreek de duisternis van onrecht en verachting en
Vervul ons met uw liefde.

Amen

       
       
 

| Archief/Bijdragen | Marina's "Hoofdpagina" | Gastvoorgangers |
 
 

FV 2001-06-19 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl