Mimi's bijdragen, dienst 8-2-1998

Lezingen:

1e Gebed

God, Bron van Leven, voor u zijn we hier samengekomen om u te eren en te danken. Wij bidden u: keer u tot ons en wil ons bidden en zingen aanhoren.
Dat vragen wij in alle ootmoed op voorspraak van uw veelgeliefd kind Jezus en vanuit de Geest die u ons hebt geschonken. Amen.

Inleiding

De lezingen van vandaag zijn niet volgens het gewoonlijk gevolgde leesrooster. We zouden ons dan namelijk twee zondagen achter elkaar in hetzelfde onderwerp hebben moeten verdiepen namelijk 'Roeping'. En daarover heeft Ernst Stern vorige week een duidelijke en veelomvattende overweging gehouden.

Vandaar dat ik het dit keer wat anders moest aanpakken in de vergadering van de liturgische werkgroep. Ik had mij voorgenomen aandacht te besteden aan het thema 'Verzoening'. Verzoening is een woord dat de laatste tijd veelvuldig gebruikt wordt binnen de kerken. Je zou het een vervolg op het Conciliair Proces kunnen noemen. Vorig jaar heeft De Tweede Europese Oecu-menische Assemblee in Graz zich ermee bezig gehouden en dit jaar zal op de 3e Nederlandse Kerkendag in Kampen het hele pro-gramma gewijd zijn aan het thema 'Uit op verzoening'. Die kerkendag zal plaats vinden op zaterdag 25 april en ik zou er graag met een groep uit De Duif naartoe gaan. We zullen ons dan echter wel eerst in het onderwerp moeten verdiepen.

Afgelopen maandag zijn we maar eens uitvoerig met elkaar aan het praten gegaan over wat dat ene woord Verzoening bij ons opriep. Dat gesprek, die uitwisseling van gedachten en gevoelens, riep als vanzelf bijbelteksten op voor verdere inspiratie.

Ik hoop uw gedachten en gevoelens over dit onderwerp straks, met Gods hulp, op het goede spoor te zetten.

Laten we de stilte zoeken en bidden:

Overweging.

Verzoening! Kennen jullie 't woord? Weten jullie wat 't betekent? Gebruiken jullie het ooit in de gewone spreektaal?

Ik in ieder geval niet. Ik ken het woord uit vroegere preken; als het erover ging dat Jezus door zijn dood en opstanding aan God verzoening had geboden voor de schuld van alle mensen. Paulus' tekst ligt aan die interpretatie ten grondslag. Maar die verwoording past helemaal niet bij mijn Godsbeeld. Want heeft God zich al niet verzoend met de mensheid na de zondvloed, in het teken van de regenboog? En God die Liefde is, kan toch onmogelijk zijn meest geliefd Kind naar de wereld zenden om hem te laten vermoorden. Dat is toch Godsonmogelijk?

Dan zijn er ook nog theologen die melden dat Jezus al onze schuld op zich heeft genomen. Door die benadering blijf je als gelovige opgezadeld met besef van grote schuld aan Jezus's marteldood. Dat kan toch ook niet Gods bedoeling zijn? Onze God is een bevrijdende God, die ons niet gevangen zet en machteloos maakt om in vrijheid te leven en uit fouten te leren.

Er blijft mij maar één mogelijkheid als kerngedachte over. Namelijk Jezus heeft door zijn leven en dood ons voorgedaan hoe de relatie tussen mensen hoort te verlopen teneinde God welgevallig te zijn. Dat horen wij na te volgen. En gelukkig staat die oproep ook in de Paulustekst: 'De dienst der verzoening is ons toevertrouwd'. Steeds weer moeten we de ander in liefde tegemoettreden, opdat we beiden bevrijd en bevrijdend verder kunnen. Samen onderweg.

Ja, maar ... wat is verzoening nou? Doen wat Jezus deed, stappen zetten op een heelmakende weg, je leven lang. Het is een proces, soms een lang en moeilijk proces.

Het lijkt op vergeving, toch is het iets anders. Bij vergeving is er altijd een partij die op de kniën moet om te vragen, waarna de ander grootmoedig vergeving uitspreekt. Alsof hij/-zij een beter mens is dan de verzoeker. Er een eindje boven staat. Misschien schuilt precies daarin wel het verschil.

Laten we het nader bekijken: wat doe je voor verzoening tot stand kan komen? Welke houding hoort bij verzoening?

Een relatie tussen mensen is verstoord. De één is terecht óf onterecht kwaad op de ander. De ander weet van niets óf trekt er zich niets van aan. Hij heeft in het laatste geval zijn medemens al doodverklaard tijdens diens leven: en 'Gij zult niet doden' staat er geschreven. Vroeg of laat, na korte of lange tijd zal hij zich tóch bewust worden van het feit dat er iets is dat niet zo hoort te zijn.

Dat is het moment waarop onze God, zelf altijd tot verzoening bereid, een duwtje geeft in de goede richting. De nu volgende stap moet de mens zelf zetten en die is: in zijn diepste innerlijk zich herinneren wat er ooit gebeurd is. En zich daarbij realiseren dat hijzelf ook geen lieverdje is. Misschien is er een taal gesproken die de ander diep gekwetst heeft, al was het lichaamstaal zonder woorden. Of was het angst toen een bepaald onderwerp ter sprake kwam en is het onbespreekbaar gemaakt door een felle reaktie. Of nog veel ergere dingen die tussen mensen gebeuren.

Pas als je van jezelf accep-teert dat je, net als ieder ander mens, fouten maakt, niet onfeilbaar bent en zeker niet meer waard bent, dán is het mogelijk op verzoening uit te gaan. Want er dient wat rechtgezet te worden: jijzelf en die ander.

Zie naar de Genesis-lezing: Jacob had Ezau de vaderlijke zegen ontstolen. Hij was God dankbaar voor alle bezit en de toezegging van een talrijk nageslacht, maar hij leefde in angst voor de boosheid van Ezau. Toen hij dat tot zich door liet dringen ging hij uit op verzoening. Op talloze manieren probeerde hij Ezau gunstig te stemmen. Het lukte niet en de angst bleef. Tot het moment dat hij zichzelf neerboog, klein maakte, zich kwetsbaar opstelde. Na de verzoening trekt hij niet met Ezau mee; hij kiest een nieuwe weg en start een nieuw bestaan in Takkenhutten. Dat is waar verzoening toe leidt een nieuwe wereld waar zonder angst en in vrede geleefd kan worden zoals God het van 't begin gewild heeft.

Die buigingen van Jacob en zijn familie waren tekenen van besef dat hij niet méér was dan de wederpartij, van besef ook dat de ander eveneens een geschiedenis meedraagt van goede en slechte levenservaringen. Maak je klein en richt je daarna weer op om als bevrijd mens verder te kunnen leven.

Allereerst bevrijd je jezelf door je handelen en tegelijkertijd herstel je de ander in zijn volledig mens-zijn.

Verzoening kan pas werkelijk een aanvang nemen als je de relatie met God en de relatie met je innerlijke-Zelf helder ziet, daarna komen de relaties aan de orde waarin de Schepper je heeft geplaatst.

Het is dus geen eenvoudig proces waar we het over hebben: jezelf naar waarheid onderzoeken, accepteren dat je onvolmaakt bent al straal je naar buiten perfectie uit, respect tonen voor iemand die je uit je leven hebt gebannen. Ga er maar aanstaan! Kunnen we de moed daartoe wel opbrengen?

Er is trouwens nog iets wat niet aantrekkelijk klinkt: wat aan slechts gebeurd is blijft wel overeind. Kan dikwijls ook niet ongedaan gemaakt worden. Beide partijen zullen het hun leven lang met zich meedragen, samen met alle andere geslaagde of mislukte levensmomenten.

Wat ik allemaal naar voren heb gebracht ging alleen nog maar over relatie tussen mensen. Behalve op het intermenselijk vlak zijn er in de wereld ook verstoorde relaties tussen natie's of groepen mensen. Ik noem er een paar opdat u begint te zien hoe veelomvattend verzoening is: de relatie vrouwen/mannen, gekleurde rassen/blanke ras, Islam/Christendom, rijke wereld/arme wereld.

Gelukkig zijn er al mensen aan de slag en een goed voorbeeld daarvan vind ik in de Commissie voor Waarheid en Verzoening onder leiding van Ds Tutu in Zuid Afrika. Aks u even doordenkt over de problematiek die daar verzoend moet worden, hoef ik niets meer te zeggen.

Laten we elkaar op weg helpen eerstens bij verzoening in kleine kring. Aanstaande Vrijdagavond kunnen we in 't Hemeltje verder praten over dit onderwerp. En ook andere voorgangers zullen in de komende tijd er aandacht aan besteden. De boodschap van verzoening is ons toevertrouwd, laten we die boodschap proberen te vervullen. Graag samen, anders zal ons de moed nog in de schoenen zakken.
Amen.

Nodiging.

We gaan doen wat Jezus ons gevraagd heeft: brood en wijn delen met elkaar als teken van onze bereidheid Hem na te volgen. Ook verzoe-ning hoort bij die opdracht. Niemand, maar dan ook niemand wordt in De Duifgemeenschap uitgesloten van de Tafel des Heren waar we de kracht krijgen om onze opdracht te ver-vullen.

Komt, alles is gereed.

Zegenbede.

Lieve Onnoembare.
Verzoening - gave van u - bron van nieuw leven, daarover hebben we gesproken, hopelijk in Uw geest. We willen meewerken om het onmogelijke mogelijk te maken, maar onthoud ons uw zegen daarbij niet.
Moge de Enige ons zegenen en behoeden,
Moge de Onnoembare de glans van haar gelaat over ons doen lichten en ons genadig zijn,
Moge die Ene haar aangezicht tot ons keren en ons vrede schen-ken. Amen.

| Archief/Bijdragen | Mimi's "Hoofdpagina" |


AM 19-2-1998 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl