Lezingen:
Ex.3:1-15
1Kor.10:1-12
Luc.13:1-9
Welkom en inleiding.
Goedemorgen en welkom allemaal. Of u nu nieuw bent in de Duif of hier al
sinds mensenheugenis komt, u bent allen even welkom. Wij vieren vandaag de
3e zondag in de 40-dagentijd, op weg naar Pasen.
Cees Blaauw en ik zullen samen voorgaan in deze viering. U ziet Yvonne van
der Velden aangekondigd staan op uw boekje maar ze is geveld door griep en
gelukkig was Cees bereid haar te vervangen.
Verhalen hebben meerdere lagen en meerdere betekenissen. Dat is maar goed
ook want vandaag hebben we twee bijbellezingen waar zonde, schuld en straf
naar voren knallen. Gelukkig hebben ook deze verhalen meerdere lagen, en
daar gaan we op in. Schuld en straf - om zo te benoemen wat mensen overkomt
is achterhaald, dus die laag laten we liggen.
Ik las pas dat een gehandicapte vrouw in een interview zei dat het niet haar
schuld was dat ze gehandicapt was, maar wel haar verantwoordelijkheid. Dat
vind ik een helder onderscheid. Laten we nu eens verantwoordelijkheid van
schuld losmaken en dan opnieuw kijken naar de verhalen van vandaag.
We gaan het dan hebben over de waarschuwing dat wie meent te staan moet oppassen
dat hij niet valt. En we gaan het hebben over de bemoediging dat God je in
je beproevingen kracht en nieuwe kansen geeft.
Ik wens ons allen een goede en inspirerende viering.
Overweging
Mensen gaan onverantwoord met het leven om. Zo zitten we in elkaar: we grijpen
te hoog, we zijn koppig, doen de verkeerde dingen of tonen ons kleinzielig,
leunen achterover op de bank en grijpen onze kansen niet. Ieder heeft zo
zijn eigen scala aan menselijke tekortkomingen.
Ook hebben we allemaal dingen meegekregen, in meer of mindere mate: opvoeding,
scholing, ervaringen, geluk, geliefden - voor iedereen is er een overvloed
aan kansen telkens weer.
Maar er zijn ook beproevingen, zoals dat zo mooi heet in de bijbelse termen.
En je beproevingen zijn niet altijd naar de mate van je tekortkomingen.
Sommigen van ons worden onevenredig hard getroffen, anderen die
onverantwoordelijk leven overkomt niets.
In de beide bijbelverhalen komt het voor: het goede dat we krijgen, de vele tekortkomingen en de vele kansen, meer dan je zou verwachten. Maar je moet er wel wat voor doen, je moet je kansen grijpen, je verantwoordelijkheid nemen. Als je achterover gaat leunen en denkt: er komt nóg wel eens een kans dan tart je je God. Zo zullen je beproevingen je zeker overmannen en je zult alleen nog maar 'ach en wee' kunnen roepen.
Beproeven is een mooi woord, het zegt dat je op de proef wordt gesteld om
te zien of je voldoet aan de eisen. Een soort test dus van je menselijkheid.
Maar volgens Van Dale betekent je geluk beproeven ook een kans wagen. Je
kunt door iets te beproeven iets proberen te bereiken. Beproevingen zijn
dus nooit alleen maar aanslagen die je moet afweren. Beproevingen zijn ook
kansen om sterker te worden.
In feite kun je niet groeien zonder beproeving. Een boom heeft storm nodig
om sterk te worden, zonder storm is het voor hem niet nodig een stevig
wortelstelsel te ontwikkelen. Een mens heeft crisissen, beproevingen nodig
om karakter te krijgen.
Maar toch word je niet automatisch sterker van beproevingen. Je moet er ook
zelf iets voor doen, je moet kiezen om te groeien. Wie niet kiest om sterker
te worden die zal krijgen wat hij wil horen: dat het toch allemaal niks is.
Die zal met zijn wortels niet in de aarde wroeten en die zal losgerukt worden
door een zuchtje wind.
Dit is wat je nodig hebt om er wel sterker uit te komen: vertrouwen dat God
bij je zal zijn en ook ervoor verantwoording nemen voor wat je overkomt.
Vertrouwen voorkomt de paniek in je, de angst voor wat je overkomt, de ontkenning
in je, het er onder uit willen komen. Verantwoording nemen maakt dat je onder
ogen durft te zien dat jij het bent die dit overkomt, en dat je zo sterk
zult zijn als je kunt.
Dood en ellende bestaat, daar kunnen we niet onderuit, maar het voortijdig
duizend doden sterven uit kleinzieligheid, verraad plegen aan wie je kunt
zijn, verraad plegen aan je geliefden, aan alles wat goed was, dat is jezelf
-en anderen- in de hel plaatsen.
Wie meent te staan moet oppassen dat hij niet valt waarschuwt Paulus ons:
wees voorbereid. Maar hoe kun je nu voorbereid zijn op beproevingen, die
onverwachte ellende? Je kunt toch niet alles tevoren allemaal overzien en
je indekken?
Veel van je eigen tekortkomingen kun je gedurende je leven afleren, maar
sommige niet, gewoonweg omdat je ze niet doorziet of omdat je je vertrouwde
onhebbelijkheden niet los kunt laten. En de dingen die van buitenaf op je
afkomen kun je al helemaal niet voorzien. Je kunt het niet allemaal wegregelen:
als dit gebeurt doe ik zus en als dat gebeurt heb ik zo. Het derde zal namelijk
gebeuren, dat wat je niet hebt bedacht. Wat dat betreft heb ik het vertrouwen
in ons denkvermogen verloren en een hoop humor gewonnen. Als iets je overkomt
ziet het er altijd weer anders uit dan je verwacht.
Maar hoe kun je dan voorbereid zijn op de ergste beproevingen? Ik denk dat
de enige manier om voorbereid te zijn is om vrij voluit te leven en om in
het reine zijn met je wereld, te zorgen dat er geen scheve verhoudingen in
je bestaan zijn. Leef, stel het leven niet uit tot later, wees helder en
open, alleen dát maakt je gereed op wat komen gaat.
Het geeft je het soort onverstoorbaarheid dat Annemarie Grewel toonde. Zij
is vorige week overleden aan kanker en ze zei: "Iedereen vraagt zich wanhopig
af: 'waarom ik?' maar ik zeg bij mezelf: 'waarom ik niet?'".
Naast deze ijzersterke onverstoorbaarheid kun je dat wat je overkomt ook
nog eens zien als een kans om te groeien. Je wordt dan niet alleen sterker
maar ook nog wijzer. Je kunt zin géven aan je ellende.
Want je komt toch vooral jezélf tegen in je ellende. In tijden van
beproeving kun je scherper zien wat je reacties zijn en waar je invloed op
kunt uitoefenen.
Als je naar de logica gaat kijken van wat je aan beproevingen ondervindt
zul je zien dat situaties zich herhalen, net even anders maar toch. Je ziet
hoe je door je manier van doen steeds dezelfde soort reacties van anderen
uitlokt. Je ziet dat je dezelfde soort situaties opzoekt, soms zonder dat
je het in de gaten hebt. Alsof je er alsnog iets van moet maken. Je kunt
slachtoffer worden van het noodlot: "zie je wel, ik krijg toch nooit wat
ik nodig heb" - maar je kunt ook besluiten je noodlot tot je sterke kant
te ontwikkelen.
Zo ziet de een dat hij altijd migraine krijgt op de momenten dat hij overvraagd
wordt. Hij ontdekt dat hij minder ziek is als hij op tijd 'nee' zegt. Zijn
noodlot: dat hij niet kán wat gevraagd wordt maakt hij tot zijn keuze.
Een ander kreeg in de gaten dat ze steeds weer het werk dat ze had opgebouwd
tot haar verdriet moest afbouwen. Toen besloot ze daar dan maar haar specialisme
van te maken. Nu werkt ze aan korte projecten.
Het is het verschil tussen vechten tegen je noodlot, of er in meegaan, ermee
dansen. Als je je tekortkomingen niet kunt overwinnen dan kun je er maar
beter vrienden mee worden.
Grijp je kansen, juist als je beproefd wordt.
Amen.
Nodiging
Brood en wijn, voedsel en vreugde voor ons, wij willen het samen delen. Het brood is het voedsel dat ons de kracht zal geven voluit mens te zijn. En de wijn schenkt ons de vreugde om dwars door alle beproevingen heen te zeggen:
God, het leven is goed, ik dank je.
Komt dan want wij staan gereed, en u allemaal bent tot deze maaltijd van kracht en vreugde genodigd.
Vrede en alle goeds
Zegenbede
Krachtige en Tedere, jij die van jezelf zegt: 'Ik zal er zijn', wees er voor ons. Wees er met de volheid van je troost en je overvloed aan levenskracht. Opdat wij kunnen leven met open ogen en open armen. Amen.
| Archief/Bijdragen
| Diana's "Hoofdpagina" |