Welkom allemaal. Ik wens u allen de vrede van onze Heer: Shaloom.
Wij, gelovige christenen, hebben maar één Heer: onze God. De wetten van onze Koning kennen wij uit de bijbelboeken. Daar kunnen we de Tien Woorden vinden en de Bergrede, waaruit we kunnen leren hoe we met elkaar, met de schepping en met de machten in de wereld dienen om te gaan.
Waarom dan aandacht besteden
aan de Grondwetswijziging van 1848 onder ene Koning Willem
II? En dat nog wel in een kerkelijke zondagsviering.
Ik was helemaal van mijn apropos toen iemand dat laatste tegen
me zei.
Oké, waarom dan toch? Natuurlijk staan Gods wetten boven alles, maar aan ieder van ons is ook de opdracht gegeven gerechtigheid en vrede in de wereld te brengen. Te beginnen op de plek waar je leeft. En wij leven in Nederland. Als je Amerikaan wilt worden dien je de Amerikaanse Grondwet uit het hoofd te reciteren. Wel, dat hoef je hier geen nederlander te vragen, niemand kent die tekst; hooguit enige begrippen.
Ondanks dat is de instelling van de grondwet van 1848 heel
belangrijk. In dat jaar werd hier de mogelijkheid gecreerd voor
de groei naar een staatsvorm die we inmiddels kennen als een parlementaire
democratie. Vóór 1848 was er ook een grond-wet en
een soort praatvergadering, maar de koning bepaalde wie er zitting
had in het parlement. Over het algemeen waren dat mensen van landadel
en rijke kooplui en soms een knappe kop uit de Universitaire wereld,
iemand zoals Thorbecke b.v. Al werd hij door de andere parlementariers
met de nek aangekeken omdat zijn vader een tabakshandelaar was
die om de haverklap bijna failliet was.
Thorbecke bracht echter veel van de bijbelse richtlijnen in onze
Grondwet. Dat is een groot goed, maar kunnen we nu, 150 jaar later
dan rustig achterover-leunen en alles aan onze gekozen vertegenwoordigers
en de regering overlaten?
Daarover wilde ik in de overweging wat gedachten aan u voorleggen.
Vaste Grond? staat er op ons boekje vandaag. Een Grondwet behelst
de basis van een staat en is eigenlijk de vaste grond waarop de
staat is gebouwd.
Vóór 1848 was er natuurlijk ook een grondwet maar
de algehele macht berustte bij de koning. Wel een parlement, maar
de leden, gekozen door de koning, uitsluitend uit adellijke kringen
en rijke kooplui, die bovendien nimmer kritiek zouden uiten op
welk voorstel van de koning dan ook.
Gewone burgers hadden op geen enkele manier invloed op de regering
of de door de koning uitgevaardigde wetten.
Burgers hadden ook totaal geen interesse voor politiek, waren
uitsluitend bezig met overleven.
De grondwetswijziging van 1848 kwam er op wens van koning Willem
II. Uit angst voor onrust in zijn land zoals die al uitgebroken
was in Frankrijk en Duitsland. In één nacht werd
hij van conservatief liberaal, placht Willem II zelf te zeggen.
Zonder het parlement te raadplegen, benoemde hij een commissie
die een grondwetswijziging moest ontwerpen. Voorzitter van die
commissie was Johan Rudolf Thorbecke, Nederland's grootste staatsman
kun je wel zeggen. Binnen een maand was de tekst van de nieuwe
grondwet klaar. In kort en bondige taal, waar Thorbecke bekent
om was en zoals een tekst die elke inwoner van de natie behoort
te kennen, ook hoort te zijn.
De huidige tekst van de grondwet is zo veranderd dat zelfs de
ministers de artikelen niet kunnen opnoemen.
De nieuwe grondwet van 1848 veranderde weinig voor het volk van
nederland, dat bleeknog steeds niet geïnteresseerd in politiek.
Ik vraag me zelfs af of Koning Willem II en de parlementariers
destijds een heldere visie hadden op de gevol-gen van de grond-wetswijziging.
Willem II schijnt gezegd te hebben na de ondertekening 'Het is
goed zo voor zolang het nodig is, als de omstandigheden veranderen
zullen we deze wet aanpassen.' Hij vergat daarbij dat hij zelf
door het ondertekenen van de wet geen macht meer had, wel onschendbaar
was geworden, maar wetten zouden van toen af niet meer door de
koning worden voorgesteld en opgelegd.
Trouwens de landadel en de rijke kooplui dachten bij de term 'vrijheid
voor de mens' uitsluitend aan hun eigen kring en absoluut niet
aan 'het volk' dat een stem zou krijgen en wiens vrijheid op veel
gebied werd vastgelegd.
Maar alles gaat heel traag in dit soort processen: Thorbecke wist
in 20 jaar tijd de structuur van landsbestuur vast te leggen in
de Rijkswet, de Provinciale Wet en de Gemeentewet. Wat een wonder
van snelheid was. Maar het duurde nog 60 jaar voor mannen passief
en actief stemrecht hadden en voor vrouwen nog drie jaar langer.
Vóór dat moment was er wel al stemrecht ingevoerd,
maar was det gekoppeld aan een bepaald bedrag aan inkomen per
jaar.
Zoals we uit de tekst van Plato hebben gehoord (een tekst uit
400 jaar voor Christus, heeft u zich dat gerealiseerd?) is in
een democratie vrijheid het hoogste goed. In onze grondwet wordt
die vrijheid van de burger gewaarborgd in de eerste artikelen.
Toch geven we als burgers ook enige vrijheid prijs. De rege-ring
ontvangt van de inwoners van de natie macht om zaken van landelijk
belang te regelen: onderwijs, gezondheidszorg en de verdediging
van de natie. Je zou kunnen zeggen dat wij met z'n allen tien
procent van onze vrijheid afstaan aan het parlement dat we kiezen.
Dan blijft er nog altijd 90 procent persoonlijke vrijheid over.
Gebruiken we die ook? Ieder voor zich privé? of gezamenlijk
voor het recht van anderen, die in 1848 helemaal niet in de gedachtengang
voorkwamen? De rechten van het Kind, de rechten van de Schepping:
Flora, Fauna, water, lucht, aarde?
Ik denk dat we heel alert moeten worden, ook al besteden we nu
aandacht aan een goede Grondwet van 1848; want er zijn inmid-dels
zoveel nieuwe ontwikkelingen. En dat zijn negatieve ontwikkelingen
die onze Grondwet onderuit halen. We hebben tijd, de processen
gaan langzaan, weet u wel? Denken we om te beginnen maar aan alle
wetten die op Europees nivo worden opgelegd aan alle lidstaten.
De eigen wetten van elke staat moeten worden aangepast aan dat
wat op Europëes nivo wordt voorgeschreven. Daar komt nog
bij dat er geen nationaal-parlementaire inspraak op de inhoud
is. Er wordt door het Europees parlement nimmer iets gewijzigd,
het enige wat men kan doen is een hele Wet terugnemen.
Zo hebben internationale afspraken op wereldnivo ook invloed op
onze wetten. En wat denkt u over de invloed van Internet, dat
de sluipende macht heeft om de visie over een onderwerp over de
hele wereld te veranderen? En tenslotte bestaan er inmiddels naast
de .. staten in de wereld ook machten zonder land; ik bedoel de
.. internationale bedrijven. Het bestuur van die internationals
kan vrijelijk handelen over de hele wereld en die landen omzeilen
waar de Grondwet vrijheid en bescherming geeft aan burgers, een
goede gezondheidsregeling waarborgt en een eerlijke Justitie.
Hooguit is dat een aangenaam land om de top van het bedrijf onder
te brengen, maar voor de produktie en de winstcijfers kan er beter
geprofiteerd worden van staten waar tirannie heerst, waar kinderarbeid
heel gewoon gevonden wordt en waar helemaal geen rekening hoeft
te worden gehouden met sociale voorzieningen of milieuregels.
Ja lieve mensen, bij het nadenken over het goede van onze Grondwet
uit 1848, die inmiddels vele malen wijziging heeft ondergaan,
komen ook minder goede ontwikkelingen naar voren. Om die in goede
banen te leiden hebben we onze 90 procent persoonlijke vrijheid
absoluut nodig.
Want we hebben nog altijd die opdracht om de wereld recht-vaardiger
en in vrede te maken allereerst in Nederland maar niet alleen
in Nederland.
Ooit zal De nieuwe Stad op Aarde verwezenlijkt moeten zijn door
ons mensen en door generaties na ons. Een stad waar geen achterstandswijken
zijn, waar poorten altijd open staan. Waar niet alles gelijkgevormd
is, maar wel alles schit-tert. Waar misdaad niet aanwezig is,
omdat er Waarheid heerst en ieder mens gerechtigheid gedaan wordt.