Mimi's bijdragen, dienst 4-10-1998

Mimi Christiaans en Gerard van Deijl

Lezingen:

Inleiding:

Welkom allemaal. Ik wens u allen de vrede van onze Heer: Shaloom.

Wij, gelovige christenen, hebben maar één Heer: onze God. De wetten van onze Koning kennen wij uit de bijbelboeken. Daar kunnen we de Tien Woorden vinden en de Bergrede, waaruit we kunnen leren hoe we met elkaar, met de schepping en met de machten in de wereld dienen om te gaan.

Waarom dan aandacht besteden aan de Grondwetswijziging van 1848 onder ene Koning Willem II? En dat nog wel in een kerkelijke zondagsviering.
Ik was helemaal van mijn apropos toen iemand dat laatste tegen me zei.

Oké, waarom dan toch? Natuurlijk staan Gods wetten boven alles, maar aan ieder van ons is ook de opdracht gegeven gerechtigheid en vrede in de wereld te brengen. Te beginnen op de plek waar je leeft. En wij leven in Nederland. Als je Amerikaan wilt worden dien je de Amerikaanse Grondwet uit het hoofd te reciteren. Wel, dat hoef je hier geen nederlander te vragen, niemand kent die tekst; hooguit enige begrippen.

Ondanks dat is de instelling van de grondwet van 1848 heel belangrijk. In dat jaar werd hier de mogelijkheid gecreerd voor de groei naar een staatsvorm die we inmiddels kennen als een parlementaire democratie. Vóór 1848 was er ook een grond-wet en een soort praatvergadering, maar de koning bepaalde wie er zitting had in het parlement. Over het algemeen waren dat mensen van landadel en rijke kooplui en soms een knappe kop uit de Universitaire wereld, iemand zoals Thorbecke b.v. Al werd hij door de andere parlementariers met de nek aangekeken omdat zijn vader een tabakshandelaar was die om de haverklap bijna failliet was.
Thorbecke bracht echter veel van de bijbelse richtlijnen in onze Grondwet. Dat is een groot goed, maar kunnen we nu, 150 jaar later dan rustig achterover-leunen en alles aan onze gekozen vertegenwoordigers en de regering overlaten?
Daarover wilde ik in de overweging wat gedachten aan u voorleggen.

Overweging.

Vaste Grond? staat er op ons boekje vandaag. Een Grondwet behelst de basis van een staat en is eigenlijk de vaste grond waarop de staat is gebouwd.
Vóór 1848 was er natuurlijk ook een grondwet maar de algehele macht berustte bij de koning. Wel een parlement, maar de leden, gekozen door de koning, uitsluitend uit adellijke kringen en rijke kooplui, die bovendien nimmer kritiek zouden uiten op welk voorstel van de koning dan ook.
Gewone burgers hadden op geen enkele manier invloed op de regering of de door de koning uitgevaardigde wetten.
Burgers hadden ook totaal geen interesse voor politiek, waren uitsluitend bezig met overleven.
De grondwetswijziging van 1848 kwam er op wens van koning Willem II. Uit angst voor onrust in zijn land zoals die al uitgebroken was in Frankrijk en Duitsland. In één nacht werd hij van conservatief liberaal, placht Willem II zelf te zeggen. Zonder het parlement te raadplegen, benoemde hij een commissie die een grondwetswijziging moest ontwerpen. Voorzitter van die commissie was Johan Rudolf Thorbecke, Nederland's grootste staatsman kun je wel zeggen. Binnen een maand was de tekst van de nieuwe grondwet klaar. In kort en bondige taal, waar Thorbecke bekent om was en zoals een tekst die elke inwoner van de natie behoort te kennen, ook hoort te zijn.
De huidige tekst van de grondwet is zo veranderd dat zelfs de ministers de artikelen niet kunnen opnoemen.
De nieuwe grondwet van 1848 veranderde weinig voor het volk van nederland, dat bleeknog steeds niet geïnteresseerd in politiek. Ik vraag me zelfs af of Koning Willem II en de parlementariers destijds een heldere visie hadden op de gevol-gen van de grond-wetswijziging.
Willem II schijnt gezegd te hebben na de ondertekening 'Het is goed zo voor zolang het nodig is, als de omstandigheden veranderen zullen we deze wet aanpassen.' Hij vergat daarbij dat hij zelf door het ondertekenen van de wet geen macht meer had, wel onschendbaar was geworden, maar wetten zouden van toen af niet meer door de koning worden voorgesteld en opgelegd.
Trouwens de landadel en de rijke kooplui dachten bij de term 'vrijheid voor de mens' uitsluitend aan hun eigen kring en absoluut niet aan 'het volk' dat een stem zou krijgen en wiens vrijheid op veel gebied werd vastgelegd.
Maar alles gaat heel traag in dit soort processen: Thorbecke wist in 20 jaar tijd de structuur van landsbestuur vast te leggen in de Rijkswet, de Provinciale Wet en de Gemeentewet. Wat een wonder van snelheid was. Maar het duurde nog 60 jaar voor mannen passief en actief stemrecht hadden en voor vrouwen nog drie jaar langer.
Vóór dat moment was er wel al stemrecht ingevoerd, maar was det gekoppeld aan een bepaald bedrag aan inkomen per jaar.

Zoals we uit de tekst van Plato hebben gehoord (een tekst uit 400 jaar voor Christus, heeft u zich dat gerealiseerd?) is in een democratie vrijheid het hoogste goed. In onze grondwet wordt die vrijheid van de burger gewaarborgd in de eerste artikelen. Toch geven we als burgers ook enige vrijheid prijs. De rege-ring ontvangt van de inwoners van de natie macht om zaken van landelijk belang te regelen: onderwijs, gezondheidszorg en de verdediging van de natie. Je zou kunnen zeggen dat wij met z'n allen tien procent van onze vrijheid afstaan aan het parlement dat we kiezen. Dan blijft er nog altijd 90 procent persoonlijke vrijheid over. Gebruiken we die ook? Ieder voor zich privé? of gezamenlijk voor het recht van anderen, die in 1848 helemaal niet in de gedachtengang voorkwamen? De rechten van het Kind, de rechten van de Schepping: Flora, Fauna, water, lucht, aarde?
Ik denk dat we heel alert moeten worden, ook al besteden we nu aandacht aan een goede Grondwet van 1848; want er zijn inmid-dels zoveel nieuwe ontwikkelingen. En dat zijn negatieve ontwikkelingen die onze Grondwet onderuit halen. We hebben tijd, de processen gaan langzaan, weet u wel? Denken we om te beginnen maar aan alle wetten die op Europees nivo worden opgelegd aan alle lidstaten. De eigen wetten van elke staat moeten worden aangepast aan dat wat op Europëes nivo wordt voorgeschreven. Daar komt nog bij dat er geen nationaal-parlementaire inspraak op de inhoud is. Er wordt door het Europees parlement nimmer iets gewijzigd, het enige wat men kan doen is een hele Wet terugnemen.
Zo hebben internationale afspraken op wereldnivo ook invloed op onze wetten. En wat denkt u over de invloed van Internet, dat de sluipende macht heeft om de visie over een onderwerp over de hele wereld te veranderen? En tenslotte bestaan er inmiddels naast de .. staten in de wereld ook machten zonder land; ik bedoel de .. internationale bedrijven. Het bestuur van die internationals kan vrijelijk handelen over de hele wereld en die landen omzeilen waar de Grondwet vrijheid en bescherming geeft aan burgers, een goede gezondheidsregeling waarborgt en een eerlijke Justitie. Hooguit is dat een aangenaam land om de top van het bedrijf onder te brengen, maar voor de produktie en de winstcijfers kan er beter geprofiteerd worden van staten waar tirannie heerst, waar kinderarbeid heel gewoon gevonden wordt en waar helemaal geen rekening hoeft te worden gehouden met sociale voorzieningen of milieuregels.

Ja lieve mensen, bij het nadenken over het goede van onze Grondwet uit 1848, die inmiddels vele malen wijziging heeft ondergaan, komen ook minder goede ontwikkelingen naar voren. Om die in goede banen te leiden hebben we onze 90 procent persoonlijke vrijheid absoluut nodig.
Want we hebben nog altijd die opdracht om de wereld recht-vaardiger en in vrede te maken allereerst in Nederland maar niet alleen in Nederland.
Ooit zal De nieuwe Stad op Aarde verwezenlijkt moeten zijn door ons mensen en door generaties na ons. Een stad waar geen achterstandswijken zijn, waar poorten altijd open staan. Waar niet alles gelijkgevormd is, maar wel alles schit-tert. Waar misdaad niet aanwezig is, omdat er Waarheid heerst en ieder mens gerechtigheid gedaan wordt.

| Archief/Bijdragen | Mimi's "Hoofdpagina" |

AM 7-12-1998 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl