Diana's bijdragen, dienst 25-10-1998

Diakonale zondag


"Wat kan ik doen?" "Niets, er gewoon zijn."

Lezingen:

Welkom en inleiding.

Goedemorgen beste mensen, hartelijk welkom in de beschutting van onze kerk. We trekken ons terug uit het leven dat maar doorgaat om even niets te doen, er even alleen maar te zijn met alles wat we zijn en met ons meenemen.
"Niets doen, gewoon er zijn." Dat is het thema dat we voor vandaag, diakonale zondag, gekozen hebben.
Diakonie is een van de belangrijke taken van de kerk. We hebben liturgie: de vieringen, katechese: het leren, pastoraat: de geestelijke zorg voor elkaar en diaconie: het zorgen voor, een beetje ouderwets uitgedrukt, de noden van de wereld. Het gaat om rechtvaardigheid, om het oplossen van maatschappelijke problemen, zowel bij mensen individueel als in de maatschappij.

We hebben vandaag een speciale, tweede collecte. Hij is bestemd voor Exodus, een woon- en werkproject voor ex-gevangenen in Amsterdam. U heeft wellicht het affiche al zien hangen en gelezen wat erover in het Groene Licht stond. Straks zal ik u meer vertellen over het project.

We hebben lezingen gekozen bij ons onderwerp. De eerste kort-maar-krachtige lezing over mededogen is van Chögyam Trungpa, een boeddhistische leraar, de tweede komt uit een boek waarin Ken Wilber en zijn vrouw Treya Wilber (Overgave en Strijd) vertellen over het ziekte- en ster-vensproces van Treya. In deze tekst verwoordt Wilber wat je belangrijkste taak is als helper. De derde lezing komt uit Mattheus, en Jezus zegt hierin dat uiteindelijk je zorg voor de hongerigen, de vreemdelingen en de gevan-gen uitmaakt of je tot het Rijk Gods toetreedt of niet. Want wat je voor de gering-sten hebt gedaan heb je voor Jezus gedaan.

...

Om voor degenen die lijden een steun te zijn hebben we een ruim hart nodig, open ogen en open armen. Zullen we daar samen om bidden?

Overweging

Wie wil er een druppel op een gloeiende plaat zijn? Wie wil er water naar de zee dragen, dweilen met de kraan open? Wie kan het verdragen bij mensen te zijn die lijden en niets te kunnen doen?
Niemand is geïnteresseerd in het chronische, schrijft Wilber. Ik herinner me de tijd dat het met mijn vriend Carl slecht ging, alsmaar slecht. Soms belde hij mij op om te zeggen dat hij wanhopig was van de pijn of van het gepieker. En dan ging ik er heen, niet wetend wat te moeten. En ik zat maar gewoon een beetje bij hem, niks te doen, te luis-teren, te beamen hoe rot het was. Als ik weer naar huis ging was hij altijd een beetje opgeknapt. Soms had ik het gevoel dat ik hem eigenlijk moest opbeuren, wijze woor-den zeggen, hem ergens uittrekken. En ik voelde me een kneus dat ik dat niet kon. Van Ken Wilber heb ik inmiddels begrepen dat het niet míjn tekortkoming is, maar een onmogelijkheid. Je kunt niemand opbeuren, je kunt alleen maar meegaan met de ander en die ander laten praten. En dan doe je al heel veel.

Het liefst willen we iets bereiken met onze hulp, we willen dat de dingen zich ontwikkelen, dat het beter gaat, niet dat het steeds maar slechter gaat. Leed moest eigenlijk tijdelijk zijn, het moet daarna beter worden. We kunnen het zo moeilijk verdragen als leed maar voortduurt. We kunnen het zo moeilijk in onze directe omgeving velen. Stel je voor zo'n asielzoekerscentrum bij je om de hoek, zoveel menselijk leed ineens in je wijk, dat tast je veilige wereld aan. Het treft mensen pijnlijk, het leed van anderen, en ze houden liever afstand.

De problemen zijn zo groots en het lijkt allemaal zo hopeloos. De stroom vluchtelingen neemt toe in de wereld, misdadigers keren vaak terug op het slechte pad, hongerigen zijn er wereldwijd meer dan we kunnen bevatten, onvoorstelbare getallen dansen voor je ogen. En direct in je kennissenkring: eenzamen, oud of ziek of beide, mensen met pijn, mensen die ruzie maken, elkaar pijn doen, jou pijn doen, mensen die leven met leugens, die je bedriegen of onderuit halen, als je ze wilt helpen.

Wat valt er te doen? Zijn de pro-blemen op te lossen? Kun je iets doen? De publieke opinie verhardt: gevangenen moeten steviger gestrafd worden. Nederlanders vinden (schrijft het dagblad Trouw) dat de sociale aanpak en het begrip niet helpen. Sluit de mensen maar langer op, dan hadden ze maar niet zo stom moeten zijn en zijn wij van ze af. Vluchtelingen krijgen niet meer het voordeel van de twijfel. Hebben ze hun verhaal aangedikt uit angst om terug te worden gestuurd, dan hebben ze gelogen en moeten het land maar uit, of ze nu gevaar lopen of niet, dan hadden ze maar niet moeten liegen.
Ik merk die verharding bij mezelf ook, mijn vader ligt nu 9 maanden in het ziekenhuis en schiet van de ene complicatie in de andere. Het drama dat zich ontrolt is moeilijk aan te zien. Had mijn vader gezonder geleefd, was hij tijdig gestopt met roken, had hij elke dag gewandeld, dan was het niet zover gekomen. 't Is je eigen stomme schuld, denk ik soms boosaardig.

Het leed dat mensen ervaren is altijd gemengd leed. Deels hen overkomen of aangedaan, deels door henzelf veroorzaakt of bevorderd. Hoe moeilijk is het mededogen te voelen voor wat mensen zichzelf of anderen aandoen. Hoe moeilijk is het geen schuldi-gen aan te wijzen en mensen af te schrijven. Hoe fan-tastisch is het als het je lukt om puur en zachtmoedig bij iemands pijn en onmacht te zijn.

De directeur van het verwijdercentrum van vluchtelingen in Ter Apel zei in een interview in Trouw dat hij principieel geen vluchtelingen wil ontmoeten. Dat maakt je maar subjectief en je kunt toch niets doen. Die mensen staan op het punt te worden uitgezet, ze hebben geen behoefte aan conact met Nederlanders beweert hij vervolgens. Dat er mensen uit de omgeving zijn die deze mensen komen bezoeken, dat vindt hij allemaal maar onzin. Deze directeur houdt zich vooral bezig met het verweren van aantallen, productie van uitzettingen zogezegd, hij zou er graag nog een gebouw bijkrijgen.

Ik heb dit interview met afgrijzen gelezen. Zijn probleem is een productieprobleem van uitzettingen en gemiddelde verblijfsduur. Menselijke betrokkenheid is voor hem een druppel op de gloeiende plaat.
Mensen als hij willen buiten het leed blijven. Mensen die zo problemen denken op te kunnen lossen vergroten het leed van de betrokkenen. De abstractie van hun probleem drijft mensen tot wanhoop. Je kunt alleen goed doen als je bereid bent mensen aan te kijken en in hun unieke ellende te delen.
Laten we toch in Godsnaam voorkomen dat die wanhoop geboren wordt. Zo'n directeur zou toch die mensen die op bezoek komen op handen moeten dragen.

Als we abstraheren moeten we in contact blijven met de concrete problemen, hier en nu. Het illegalen-probleem is er tenslotte anders uit gaan zien nu heel Nederland het verhaal van de familie Gümüs heeft gehoord.
Misschien dringt het dan tot ons door dat er ook een andere kant zit aan bijv. het probleem van economische vluchtelingen. Bezitters verspreiden hun goederen en kapitaal vrij over de wereld om er winst mee te maken. Maar ze kunnen er alleen winst mee behalen als de mensen zich niet vrij kunnen bewegen naar de plek waar beter werk is. En wij betalen een oneerlijke prijs voor ons eten en onze kleren. Wij kunnen onze rijkdom tenslotte alleen behouden en vergroten als mensen in de lage lonen landen lage lonen blijven houden en niet hierheen komen.

Eigenlijk valt deze laatste opmerking buiten het thema van vandaag, maar het moest me even van het hart. Terug naar de diaconie:
Het is waar dat gedeelde smart halve smart is. Als je iemands smart ziet en beaamt, verlicht dat zijn wanhoop en eenzaamheid. Het klinkt niet bepaald heldhaftig om een spons te zijn, om te zien en te beamen hoe iemand lijdt, het leed meebelevend en opnemend, om niets te doen, er alleen maar te zijn. Maar het is wél heldhaftig.
Gelukkig zijn we met vele helden. Wij zijn helden als we om ons heen kijken, zien wat op ons pad komt en onze handen uitsteken. Als ons mededogen zo groot is dat we niet bang zijn voor de pijn die ons raakt. Voor die zieke kennis in dat troostelo-ze ziekenhuis, voor die gevangene, voor die vluchteling die je bijstaat ben je geen druppel op de gloeiende plaat. Je deelt hun donkere nachten van wanhoop en verdriet. Je geeft hen met je aandacht weer even een glimp van leven, liefde en vrijheid. Hoe waardevol is dat niet.

Amen.

 

| Archief/Bijdragen | Diana's "Hoofdpagina" |

AM 18-11-1998 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl