Welkom in De Duif bij de wekelijkse viering van onze Basisge-meente.
Van U is de toekomst, kome wat komt. Die woorden ervaar ik dikwijls
als troost voor de situatie waarin we leven. God zal ons helpen
uit alle narigheid te komen als we van harte met Hem meewerken.
Vandaag, gezongen aan het begin van onze vie-ring en tevens bij
het begin van de Advent, beleef ik diezelf-de woorden als een
blij-makende belofte. We mogen ons voorbe-reiden op een feest
dat komen gaat: de geboorte van nieuw leven, nieuwe hoop in ieder
van ons, de geboorte van Jezus Christus. Advent is dus een periode
van blijde verwachting, van bezinning natuurlijk ook, maar beslist
niet somber. Net als aanstaande ouders zich in de laatste maand
voor de geboor-te van hun kind voorbereiden: hun leven zal ingrijpend
veran-deren door de komst van het nieuwe mensenkind.
Op zo'n zelfde manier zouden wij ons moeten voorbereiden gedurende
de Advent. De geboorte van Jezus dient ieder jaar weer ons leven
ingrijpend te veranderen. Hoe dan wel? Daarover lezen we vandaag
in de Romeinenbrief van Paulus en in het Evangelie van Mattheüs.
Vooral die laatste tekst klinkt bij vluchtige lezing misschien
wel somber in uw oren, maar ik hoop uw gevoelens daarover iets
anders te richten. Met u allen hoop ik op een inspirerende viering.
Zien is voelen was een tekst in een van de Sterreclames de
afgelopen tijd. Ik vond het maar een rare tekst. Toch past hij
wonderwel bij de laatste gezongen regel. 'dat slag dat Hem wil
zien met eigen ogen" ofwel 'dat slag dat wil voelen dat God
aanwezig is'.
Laten we ons toerusten met de wapens van het Licht, zegt Paulus
ons vandaag. Wat bedoelt hij daar nu precies mee? Het feit dat
hij over wapens spreekt stuit me eigenlijk al tegen de borst.
Ik probeer altijd een mens van vrede te zijn, ik haat wapens.
Wat zijn dan wel wapens van het licht? Wat de werken der duisternis
zijn staat duidelijk vermeld: alles wat het daglicht niet kan
verdragen, alles waar 'te' voor staat, alles waar het eigenbelang
op de eerste plaats komt. Want laten we eerlijk zijn, als we zeggen
Jezus na te willen volgen dan vinden we de zin van ons bestaan
in het anderen van dienst zijn met alles wat wij hebben. Dat is
geen kleinigheid, dat gaat verder dan een deel weggeven van ons
bezit. Dat gaat ook over onze talenten, ons immaterieel bezit.
Daar kunnen we de wapens van het licht vinden, denk ik. Ik noem
maar even: geduld, eerlijkheid, matigheid, compassie, zachtmoedigheid.
Paulus adviseert ons ons innerlijk toe te rusten naar Jezus voorbeeld.
Anders gezegd: dat wat wij ten diepste wensen moet gelijk worden
aan wat Jezus ten diepste wenste. Vrede en heelheid brengen in
Gods schepping.
Als wij daar echt van doordrongen zijn, zal het invloed hebben
op ons doen en laten in het dagelijks leven en de omgang met medemensen.
Niet alleen in familie- en kennissenkring, maar ook in de werkkring.
In een vredig klimaat komt elk mens beter tot zijn recht en wordt
een grotere ontplooiing van ieders kwali-teiten mogelijk.
Is het geen goed idee daaraan te werken in deze Advent? Ik ben
ervan overtuigd en weet het uit eigen ervaring, dat de voorbe-reiding
voor een festiviteit meestal grote spanning met zich brengt. En
door die spanning, die we zelf veroorzaken door de hoge eisen
die we stellen, communiceren we dan nog alleen op een oorlogswijze.
Met harde woorden, met verwijten naar ande-ren, met ruzie over
niet-wezenlijk-belangrijke zaken. En dat alles draagt niet bij
aan een vredig, blij uitzien naar het komend feest. Bekleed u
met de heer Jezus Christus, niet zoals kinderen hun idool nadoen
in kleding, maar als een andere inrichting van uw binnenkamer
die doorwerkt en zichtbaar wordt in uw doen en laten alledag.
In de lezing volgens Mattheus wordt gesproken over voorbereid
zijn op de komst van de Mensenzoon. In de tijd van de eerste Christelijke
basisgemeenten leefde de overtuiging dat Jezus daadwerkelijk binnen
afzienbare tijd zou terugkeren op aarde. Nu een kleine 2000 jaar
later, weten we dat die overtuiging -niet juist was. De aarde
bestaat al miljoenen jaren en zal waarschijnlijk nog wel miljoenen
jaren voortbestaan als wij, mensen, de aarde niet eerder door
ons eigen handelen vernieti-gen. Hoe lezen we dan de term 'het
einde der tijden'? En de uit-spraak dat de een zal worden meegenomen
en de ander achter-ge-laten? Het klinkt zo somber. Ik heb voor
mijzelf een andere uitleg waar ik u deel-genoot van wil maken,
zonder daarmee te zeggen dat het de absolute waarheid is.
Tijd is een door mensen ontwikkeld en gehanteerd begrip. Bij God
is geen sprake van tijd. Het einde der tijden is voor mij het
moment van mijn dood. Dan zal ik in Waarheid weten hoe mijn levenswandel
beoordeeld zal zijn. U zult achterblijven, misschien nog vele
jaren. Het is een simpele constatering dat U dus meer tijd gegeven
wordt om u met Christus te bekleden, opdat u goed voorbereid zal
zijn op de onmoeting met de Eeuwi-ge, die ooit ook uw levenswandel
zal beoordelen. Iedere keer dat ik afscheid moet nemen van een
onzer, realiseer ik me dat mij nog even tijd wordt gegund om te
werken aan mijn eigen heelheid en de heelheid van Gods schepping.
Die visie geeft mij rust en houdt me waakzaam.
Straks, aan het slot van onze viering lezen we nog een visioen
van Jesaja. Ook daar wordt gesproken over het einde der dagen.
In dat einde der dagen leven wij christenen nu: God wijst ons
zijn wegen en wij zullen zijn paden bewandelen. En als het u moeilijk
valt, lees dan nog even die kleine tekst op de voor-zijde van
ons boekje; put er moed uit om door te zetten
Eerst zijn er geen wegen maar ze ontstaan
als vele mensen in dezelfde richting gaan.
Amen.