Mimi's bijdragen, dienst 29-11-1998

Mimi Christiaans en Arjan Vader

Eerste Zondag van de Advent

Lezingen:

Inleiding:

Welkom in De Duif bij de wekelijkse viering van onze Basisge-meente.
Van U is de toekomst, kome wat komt. Die woorden ervaar ik dikwijls als troost voor de situatie waarin we leven. God zal ons helpen uit alle narigheid te komen als we van harte met Hem meewerken. Vandaag, gezongen aan het begin van onze vie-ring en tevens bij het begin van de Advent, beleef ik diezelf-de woorden als een blij-makende belofte. We mogen ons voorbe-reiden op een feest dat komen gaat: de geboorte van nieuw leven, nieuwe hoop in ieder van ons, de geboorte van Jezus Christus. Advent is dus een periode van blijde verwachting, van bezinning natuurlijk ook, maar beslist niet somber. Net als aanstaande ouders zich in de laatste maand voor de geboor-te van hun kind voorbereiden: hun leven zal ingrijpend veran-deren door de komst van het nieuwe mensenkind.
Op zo'n zelfde manier zouden wij ons moeten voorbereiden gedurende de Advent. De geboorte van Jezus dient ieder jaar weer ons leven ingrijpend te veranderen. Hoe dan wel? Daarover lezen we vandaag in de Romeinenbrief van Paulus en in het Evangelie van Mattheüs. Vooral die laatste tekst klinkt bij vluchtige lezing misschien wel somber in uw oren, maar ik hoop uw gevoelens daarover iets anders te richten. Met u allen hoop ik op een inspirerende viering.

Overweging.

Zien is voelen was een tekst in een van de Sterreclames de afgelopen tijd. Ik vond het maar een rare tekst. Toch past hij wonderwel bij de laatste gezongen regel. 'dat slag dat Hem wil zien met eigen ogen" ofwel 'dat slag dat wil voelen dat God aanwezig is'.
Laten we ons toerusten met de wapens van het Licht, zegt Paulus ons vandaag. Wat bedoelt hij daar nu precies mee? Het feit dat hij over wapens spreekt stuit me eigenlijk al tegen de borst. Ik probeer altijd een mens van vrede te zijn, ik haat wapens. Wat zijn dan wel wapens van het licht? Wat de werken der duisternis zijn staat duidelijk vermeld: alles wat het daglicht niet kan verdragen, alles waar 'te' voor staat, alles waar het eigenbelang op de eerste plaats komt. Want laten we eerlijk zijn, als we zeggen Jezus na te willen volgen dan vinden we de zin van ons bestaan in het anderen van dienst zijn met alles wat wij hebben. Dat is geen kleinigheid, dat gaat verder dan een deel weggeven van ons bezit. Dat gaat ook over onze talenten, ons immaterieel bezit. Daar kunnen we de wapens van het licht vinden, denk ik. Ik noem maar even: geduld, eerlijkheid, matigheid, compassie, zachtmoedigheid.
Paulus adviseert ons ons innerlijk toe te rusten naar Jezus voorbeeld. Anders gezegd: dat wat wij ten diepste wensen moet gelijk worden aan wat Jezus ten diepste wenste. Vrede en heelheid brengen in Gods schepping.
Als wij daar echt van doordrongen zijn, zal het invloed hebben op ons doen en laten in het dagelijks leven en de omgang met medemensen. Niet alleen in familie- en kennissenkring, maar ook in de werkkring. In een vredig klimaat komt elk mens beter tot zijn recht en wordt een grotere ontplooiing van ieders kwali-teiten mogelijk.
Is het geen goed idee daaraan te werken in deze Advent? Ik ben ervan overtuigd en weet het uit eigen ervaring, dat de voorbe-reiding voor een festiviteit meestal grote spanning met zich brengt. En door die spanning, die we zelf veroorzaken door de hoge eisen die we stellen, communiceren we dan nog alleen op een oorlogswijze. Met harde woorden, met verwijten naar ande-ren, met ruzie over niet-wezenlijk-belangrijke zaken. En dat alles draagt niet bij aan een vredig, blij uitzien naar het komend feest. Bekleed u met de heer Jezus Christus, niet zoals kinderen hun idool nadoen in kleding, maar als een andere inrichting van uw binnenkamer die doorwerkt en zichtbaar wordt in uw doen en laten alledag.
In de lezing volgens Mattheus wordt gesproken over voorbereid zijn op de komst van de Mensenzoon. In de tijd van de eerste Christelijke basisgemeenten leefde de overtuiging dat Jezus daadwerkelijk binnen afzienbare tijd zou terugkeren op aarde. Nu een kleine 2000 jaar later, weten we dat die overtuiging -niet juist was. De aarde bestaat al miljoenen jaren en zal waarschijnlijk nog wel miljoenen jaren voortbestaan als wij, mensen, de aarde niet eerder door ons eigen handelen vernieti-gen. Hoe lezen we dan de term 'het einde der tijden'? En de uit-spraak dat de een zal worden meegenomen en de ander achter-ge-laten? Het klinkt zo somber. Ik heb voor mijzelf een andere uitleg waar ik u deel-genoot van wil maken, zonder daarmee te zeggen dat het de absolute waarheid is.
Tijd is een door mensen ontwikkeld en gehanteerd begrip. Bij God is geen sprake van tijd. Het einde der tijden is voor mij het moment van mijn dood. Dan zal ik in Waarheid weten hoe mijn levenswandel beoordeeld zal zijn. U zult achterblijven, misschien nog vele jaren. Het is een simpele constatering dat U dus meer tijd gegeven wordt om u met Christus te bekleden, opdat u goed voorbereid zal zijn op de onmoeting met de Eeuwi-ge, die ooit ook uw levenswandel zal beoordelen. Iedere keer dat ik afscheid moet nemen van een onzer, realiseer ik me dat mij nog even tijd wordt gegund om te werken aan mijn eigen heelheid en de heelheid van Gods schepping. Die visie geeft mij rust en houdt me waakzaam.
Straks, aan het slot van onze viering lezen we nog een visioen van Jesaja. Ook daar wordt gesproken over het einde der dagen. In dat einde der dagen leven wij christenen nu: God wijst ons zijn wegen en wij zullen zijn paden bewandelen. En als het u moeilijk valt, lees dan nog even die kleine tekst op de voor-zijde van ons boekje; put er moed uit om door te zetten
Eerst zijn er geen wegen maar ze ontstaan
als vele mensen in dezelfde richting gaan.
Amen.

| Archief/Bijdragen | Mimi's "Hoofdpagina" |

AM 2-1-1999 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl