Lezingen:
Fijn dat u er allemaal bent: welkom voor iedereen.
In Zuid-Nederland en in grote delen van de rest van de wereld
hebben mensen zich dit weekend in het carnavalsfeest gestort.
Zij hebben kennelijk goed begrepen wat in Wijsheid van Jezus Sirach
geschreven staat: 'voor de mens liggen leven en dood, en dat waar
een mens genoegen in schept'.
Ik schep er genoegen in hier te zijn met u allen. En ik hoop van
harte dat u onze viering ter ere van God als een genoegen zult
beleven.
Naast verzen uit het boek Jezus Sirach lezen we vandaag het vervolg
van Jezus' Bergrede. Het zijn door Matteus bij elkaar gevoegde
uitspraken van Jezus, die terug-grijpen op de Wet ofwel de Tien
Geboden die Mozes ooit aan het joodse volk heeft voorgelezen.
De inhoud is van groot belang voor ons, al dienen we bij het lezen
niet te vergeten dat er in het taalgebruik sprake is van beeldspraak
of joodse overdrijving om de belangrijkheid van het gebod extra
te benadrukken.
Het Woord ons gegeven, is hier aanwezig, laten wij het horen met
hart en ziel, opdat wij gaan handelen naar wat de Geest ons ingeeft.
Om met het laatste te beginnen: er staat nogal wat. "Uw
ja zij ja, uw nee zij nee. Wat daar nog bij komt, is uit den boze."
Dus, wat zo in onze mond bestorven ligt 'ja, maar ...' zullen
we uit onze conversatie moeten schrappen. Het gaat daarbij natuurlijk
in eerste instantie over handelingen waarvoor elk persoon zelf
verantwoordelijk is. Bij voorbeeld als excuus naar voren brengen:
'ja, maar dat doen mijn vrienden ook', is niet acceptabel. Vanaf
het moment dat we tot de jaren van verstand gekomen zijn (en dat
is tegenwoordig op steeds jongere leeftijd) zijn we persoonlijk
verantwoordelijk voor de daden en keuzes die we doen. Zo heeft
God het gewild, vanaf het begin. Dat is ook precies wat Jezus
Sirach ons in herinnering roept.
Vuur en water is er neergezet, je kunt je hand uitstrekken naar
wat je verkiest, houdt hij ons voor. Als je een brand wilt blussen,
kies je het water; als je een maaltijd wilt bereiden kies je vuur.
Dat is toch vanzelfsprekend. Maar als je in een ruzie verzeild
raakt, kies dan voor een houding die de verhitte gemoederen afkoelt,
waardoor er weer kans is op vrede. En als anderen onverschillig
worden voor ellende en onrecht, wek ze dan op met het vuur van
je betoog, opdat ook zij zich gaan inzetten voor een rechtvaardige
wereld. Dat klinkt vanzelfsprekend, is het echter niet. In de
meeste gevallen mengen we ons heftig in de ruzie en wat de onverschilligen
betreft denken we al snel: laat maar, daar ga ik geen woorden
aan vuil maken.' Misschien zijn dit geen prima voorbeelden, maar
het gaat er om dat u zelf nadenkt over alle mogelijkheden die
er verscholen liggen achter die twee simpele woorden 'vuur' en
'water'.
In de Bergrede herneemt Jezus de tekst van de Tien Geboden. Van
te voren geeft hij al aan dat hij aan die tekst niet wij-zigen
zal. Ze is de grondslag, de basis, waarop Gods Koninkrijk zal
zijn gebouwd.
Ik ga er vanuit dat we allemaal bekend zijn met de Tien Geboden,
de richtingwijzers van God. Het gevaar bestaat daardoor dat we
er gedachtenloos overheem lezen, want: ij willen niet doden, wij
willen geen echtbreuk plegen, wij willen niet stelen, wij willen
eerlijk en betrouwbaar zijn. Daaraan moeten mensen van Gods Volk
toch herkenbaar zijn.
Al met al is dat een kortzichtige houding, want wat vandaag niet
is, kan in de rest van ons leven wel eens anders zijn. Laten we
dus langer stilstaan bij b.v. Gij zult niet doden.Eerder in deze
viering zongen we 'Hij wil dat wij elkaar tot leven zijn".
Zie aan, die woorden brengen helderheid. Doden is de allerlaatste
grens van het kwaad. Al wat ervoor ligt is ook uit den boze. Een
beetje doodmaken, lichamelijk of geestelijk, is net zo erg. Ook
niet ingrijpen, handelingen nalaten die de ander tot leven strekken
is overtreding van dit gebod. Iemand zijn medicijnen onthouden
b.v. of niets doen als iemand gevaarlijk gewond is. Voorbeelden
genoeg! Wat dacht u van iemand met woorden zo kleineren dat er
belangrijke levens-mogelijkheden voor hem of haar worden afgesloten?
Dan is er heus een stukje dood bij die ander. Een scherpe tong
kan een dodelijk wapen zijn. Ik denk bij dit gebod ook aan de
allochtone vrouwen die in hongerstaking zijn om aandacht te vragen
voor hun positie. Ze zijn al meerdere jaren medenederlander en
vallen onder de nederlandse wet. Die wet geeft hun het kans te
scheiden van hun echtgenoot bij mishandeling of anderszins. De
verblijfsvergunning is echter aan de man toegekend en bij scheiding
mag hij in Nederland blijven, maar de vrouw moet terug naar haar
geboorteland met of zonder achterlating van haar kinderen. Is
dat wel in overeenstemming met 'gij zult niet doden? Bij terugkomst
in het geboorteland zullen zij immers noch door de eigen familie,
noch door de schoonfamilie met open armen ontvangen worden. Wat
blijft er dan voor leven over?
Dan is er nog iets wat me bedrukt. Ik blijf zitten met een onaangenaam
gevoel van schuld aan de dood van velen in de arme landen. Wij,
levend in een van de rijke economieen van de wereld, onthouden
door onze manier van leven miljoenen mensen het meest elementaire
wat ze nodig hebben: voedsel. Natuurlijk, we schenken zoveel we
kunnen missen van ons inkomen om de hoogste nood te lenigen, maar
toch ... de bestaande geld-structuren laten we in tact. We kunnen
er zelfs van profiteren via aandelenbezit en vette winsten. Ik
kan van deze plek niet hard genoeg oproepen uw handtekening te
zetten voor de aktie Jubilee 2000. Op die manier steunen we de
aktie die internationaal gevoerd wordt om aan arme landen hun
schuld kwijt te schelden. Zoals de situatie nu is, kunnen die
landen niet eens hun jaarlijkse renteschuld voldoen. Een uitzichtloze
situatie dus. Achterin de kerk kunt u verdere informatie daarover
vinden.
Terug naar de tekst en het gebod 'Gij zult geen echtbreuk plegen'.Onze
maatschappij is een heel andere dan die van Jezus. Nu zou dit
gebod voor ons worden verwoord als: Gij zult nimmer een Verbond
tussen mensen kapotmaken. De gedachte eraan mag zelfs niet bij
u opkomen! Zo immens belangrijk is dit gebod dat er bij Matteus
regels volgen over het afhakken van ledematen. Niet letterlijk
na te volgen natuurlijk, want je lijf beschadigen is in wezen
een geschenk van God kapotmaken, dus dat kan niet de bedoeling
zijn. Nee, het gaat erom dat je je begeerte onder controle moet
hebben om aan Gods wet te voldoen.
In het rijtje geboden hoort ook nog thuis Gij zult niet stelen.
Stelen? Ik? Wij? Zoals die vrouw bij Albert Heyn die een extra
appel toevoegt nadat ze het prijsetiket al op het zakje heeft
geplakt? Of zoals die werknemer die in de baas z'n tijd een spelletje
op de computer speelt of op Internet surft? En die keer dat iemand
van zijn goede naam berooft werd door onware gemene verhalen die
rondgestrooid werden?
Echt, lieve mensen, ik denk dat we allemaal bij tijd en wijle
Gods wet overtreden, al zijn we nog zo van goede wil. Laten we
daarom niet vergeten af en toe, al is het in stilte, vergeving
te vragen aan de Allerhoogste. En ondanks dat al hoopt God toch
dat wij zijn vreug-de om de mens niet vergallen. Bewuster leven
dus, met hart en ziel zijn Woord horen. Dan, langzaam-aan, zullen
wij idealer mensen worden en zal op aarde Gods Koninkrijk zichtbaar
zijn. Amen.