Mimi's bijdragen, dienst 14-2-1999

Lezingen:

Inleiding:

Fijn dat u er allemaal bent: welkom voor iedereen.
In Zuid-Nederland en in grote delen van de rest van de wereld hebben mensen zich dit weekend in het carnavalsfeest gestort.
Zij hebben kennelijk goed begrepen wat in Wijsheid van Jezus Sirach geschreven staat: 'voor de mens liggen leven en dood, en dat waar een mens genoegen in schept'.
Ik schep er genoegen in hier te zijn met u allen. En ik hoop van harte dat u onze viering ter ere van God als een genoegen zult beleven.
Naast verzen uit het boek Jezus Sirach lezen we vandaag het vervolg van Jezus' Bergrede. Het zijn door Matteus bij elkaar gevoegde uitspraken van Jezus, die terug-grijpen op de Wet ofwel de Tien Geboden die Mozes ooit aan het joodse volk heeft voorgelezen. De inhoud is van groot belang voor ons, al dienen we bij het lezen niet te vergeten dat er in het taalgebruik sprake is van beeldspraak of joodse overdrijving om de belangrijkheid van het gebod extra te benadrukken.
Het Woord ons gegeven, is hier aanwezig, laten wij het horen met hart en ziel, opdat wij gaan handelen naar wat de Geest ons ingeeft.

Overweging:

Om met het laatste te beginnen: er staat nogal wat. "Uw ja zij ja, uw nee zij nee. Wat daar nog bij komt, is uit den boze." Dus, wat zo in onze mond bestorven ligt 'ja, maar ...' zullen we uit onze conversatie moeten schrappen. Het gaat daarbij natuurlijk in eerste instantie over handelingen waarvoor elk persoon zelf verantwoordelijk is. Bij voorbeeld als excuus naar voren brengen: 'ja, maar dat doen mijn vrienden ook', is niet acceptabel. Vanaf het moment dat we tot de jaren van verstand gekomen zijn (en dat is tegenwoordig op steeds jongere leeftijd) zijn we persoonlijk verantwoordelijk voor de daden en keuzes die we doen. Zo heeft God het gewild, vanaf het begin. Dat is ook precies wat Jezus Sirach ons in herinnering roept.
Vuur en water is er neergezet, je kunt je hand uitstrekken naar wat je verkiest, houdt hij ons voor. Als je een brand wilt blussen, kies je het water; als je een maaltijd wilt bereiden kies je vuur. Dat is toch vanzelfsprekend. Maar als je in een ruzie verzeild raakt, kies dan voor een houding die de verhitte gemoederen afkoelt, waardoor er weer kans is op vrede. En als anderen onverschillig worden voor ellende en onrecht, wek ze dan op met het vuur van je betoog, opdat ook zij zich gaan inzetten voor een rechtvaardige wereld. Dat klinkt vanzelfsprekend, is het echter niet. In de meeste gevallen mengen we ons heftig in de ruzie en wat de onverschilligen betreft denken we al snel: laat maar, daar ga ik geen woorden aan vuil maken.' Misschien zijn dit geen prima voorbeelden, maar het gaat er om dat u zelf nadenkt over alle mogelijkheden die er verscholen liggen achter die twee simpele woorden 'vuur' en 'water'.
In de Bergrede herneemt Jezus de tekst van de Tien Geboden. Van te voren geeft hij al aan dat hij aan die tekst niet wij-zigen zal. Ze is de grondslag, de basis, waarop Gods Koninkrijk zal zijn gebouwd.
Ik ga er vanuit dat we allemaal bekend zijn met de Tien Geboden, de richtingwijzers van God. Het gevaar bestaat daardoor dat we er gedachtenloos overheem lezen, want: ij willen niet doden, wij willen geen echtbreuk plegen, wij willen niet stelen, wij willen eerlijk en betrouwbaar zijn. Daaraan moeten mensen van Gods Volk toch herkenbaar zijn.
Al met al is dat een kortzichtige houding, want wat vandaag niet is, kan in de rest van ons leven wel eens anders zijn. Laten we dus langer stilstaan bij b.v. Gij zult niet doden.Eerder in deze viering zongen we 'Hij wil dat wij elkaar tot leven zijn". Zie aan, die woorden brengen helderheid. Doden is de allerlaatste grens van het kwaad. Al wat ervoor ligt is ook uit den boze. Een beetje doodmaken, lichamelijk of geestelijk, is net zo erg. Ook niet ingrijpen, handelingen nalaten die de ander tot leven strekken is overtreding van dit gebod. Iemand zijn medicijnen onthouden b.v. of niets doen als iemand gevaarlijk gewond is. Voorbeelden genoeg! Wat dacht u van iemand met woorden zo kleineren dat er belangrijke levens-mogelijkheden voor hem of haar worden afgesloten? Dan is er heus een stukje dood bij die ander. Een scherpe tong kan een dodelijk wapen zijn. Ik denk bij dit gebod ook aan de allochtone vrouwen die in hongerstaking zijn om aandacht te vragen voor hun positie. Ze zijn al meerdere jaren medenederlander en vallen onder de nederlandse wet. Die wet geeft hun het kans te scheiden van hun echtgenoot bij mishandeling of anderszins. De verblijfsvergunning is echter aan de man toegekend en bij scheiding mag hij in Nederland blijven, maar de vrouw moet terug naar haar geboorteland met of zonder achterlating van haar kinderen. Is dat wel in overeenstemming met 'gij zult niet doden? Bij terugkomst in het geboorteland zullen zij immers noch door de eigen familie, noch door de schoonfamilie met open armen ontvangen worden. Wat blijft er dan voor leven over?
Dan is er nog iets wat me bedrukt. Ik blijf zitten met een onaangenaam gevoel van schuld aan de dood van velen in de arme landen. Wij, levend in een van de rijke economieen van de wereld, onthouden door onze manier van leven miljoenen mensen het meest elementaire wat ze nodig hebben: voedsel. Natuurlijk, we schenken zoveel we kunnen missen van ons inkomen om de hoogste nood te lenigen, maar toch ... de bestaande geld-structuren laten we in tact. We kunnen er zelfs van profiteren via aandelenbezit en vette winsten. Ik kan van deze plek niet hard genoeg oproepen uw handtekening te zetten voor de aktie Jubilee 2000. Op die manier steunen we de aktie die internationaal gevoerd wordt om aan arme landen hun schuld kwijt te schelden. Zoals de situatie nu is, kunnen die landen niet eens hun jaarlijkse renteschuld voldoen. Een uitzichtloze situatie dus. Achterin de kerk kunt u verdere informatie daarover vinden.
Terug naar de tekst en het gebod 'Gij zult geen echtbreuk plegen'.Onze maatschappij is een heel andere dan die van Jezus. Nu zou dit gebod voor ons worden verwoord als: Gij zult nimmer een Verbond tussen mensen kapotmaken. De gedachte eraan mag zelfs niet bij u opkomen! Zo immens belangrijk is dit gebod dat er bij Matteus regels volgen over het afhakken van ledematen. Niet letterlijk na te volgen natuurlijk, want je lijf beschadigen is in wezen een geschenk van God kapotmaken, dus dat kan niet de bedoeling zijn. Nee, het gaat erom dat je je begeerte onder controle moet hebben om aan Gods wet te voldoen.
In het rijtje geboden hoort ook nog thuis Gij zult niet stelen. Stelen? Ik? Wij? Zoals die vrouw bij Albert Heyn die een extra appel toevoegt nadat ze het prijsetiket al op het zakje heeft geplakt? Of zoals die werknemer die in de baas z'n tijd een spelletje op de computer speelt of op Internet surft? En die keer dat iemand van zijn goede naam berooft werd door onware gemene verhalen die rondgestrooid werden?
Echt, lieve mensen, ik denk dat we allemaal bij tijd en wijle Gods wet overtreden, al zijn we nog zo van goede wil. Laten we daarom niet vergeten af en toe, al is het in stilte, vergeving te vragen aan de Allerhoogste. En ondanks dat al hoopt God toch dat wij zijn vreug-de om de mens niet vergallen. Bewuster leven dus, met hart en ziel zijn Woord horen. Dan, langzaam-aan, zullen wij idealer mensen worden en zal op aarde Gods Koninkrijk zichtbaar zijn. Amen.

| Archief/Bijdragen | Mimi's "Hoofdpagina" |

AM 20-2-1998 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl