Lezingen:
Goedemorgen lieve mensen. Het is fijn om met elkaar in dit
huis stilte en ruimte te vinden voor dat wat van het grootste
belang is in ons leven en waar we dikwijls doordeweeks geen tijd
aan kunnen besteden.
Het is Palmzondag; de takjes die ons daar een jaar lang aan zullen
herinneren liggen klaar. We zullen er een plaatsje in ons huis
voor zoeken. Een onopvallende plek misschien in de hoop dat Gods
zegen op ons zal rusten, of prominent in de zitkamer om te weten
dat we ervoor hebben gekozen Christus te volgen door dik en dun.
Enkele jaren geleden al heb ik een andere reden gekozen voor het
ophangen van een Palmpasentak-je. Het hangt in de hal waar iedereen
die binnenkomt het kan zien. Ik probeer er mee uit te dragen dat
mijn woning een plek van sjaloom zal zijn, een veilige plek waar
het welzijn van mensen op de eerste plaats komt. Het is namelijk
mijn over-tuiging dat ik allereerst zelf sjaloom moet bewerkstelligen,
dan pas zal God die in overvloed aan mij schenken. Net zoals dat
gaat met schuld: eerst zal ik zelf schulden moeten vergeven, eer
ik van God vergeving kan vragen voor mijn schulden.
Laten we luisteren naar de boodschap uit het Eerste en Tweede
Testament die ons vandaag wordt aangereikt.
Jezus wordt bejubeld door een massa mensen, volwassenen die
voor hem uit gaan of hem volgen, Jeruzalem in. De zetel van religieuze
en wereldlijke macht in Israel. Ook kinderen juichen en zingen
hem toe, zelfs in de synagoge waar Hij rechtstreeks heengaat.
Dat zegt nogal wat, want kinderen juichen alleen uit zichzelf
als ze zich veilig voelen. Vanuit hun puurheid kunnen ze nog blijheid
uiten zonder angst afgesnauwd of tot stilte gedwongen te worden.
En dat gevoel hebben ze in de nabijheid van Jezus kennelijk. Op
die manier is hun gejuich dus pure lofzang.
Maar die volwassenen? Uit welk motief begeleiden ze Jezus op zijn
intocht? Niet om het motief waarvoor Jezus lof moet worden toegezongen,
denk ik. Hem komt eer toe omdat hij ons de weg ten leven wijst
en ons verlost van angst en schuld. Maar ze halen hem feestelijk
binnen omdat ze hebben gehoord van de wonderen die hij verricht,
in stilte hopend door hem verlost te worden van gebreken en ziekten.
Anderen zien in hem hun bevrijder: hij moet de Romeinse bezetter
verjagen en koning van Israel worden. Terwijl Jezus meerdere malen
gezegd heeft dat zijn Rijk van een andere orde is, een andere
wereldorde! Misschien is hij daarom wel op een ezelsveulen gaan
zitten met zijn voeten slepend door het stof, om te tonen dat
hij dienstbaar wil zijn en absoluut geen machtig heerser. Heersers
zitten immers op kostbare paarden met mooie dekkleden en zadels
(in dure auto's met alles erop en eraan zouden we vandaag de dag
zeggen) en er zal geen smetje op hun kleding komen. Op Jezus voeten
mag ook geen stof komen, vinden de omstanders, en uit eer leggen
mensen mantels of takken voor hem op de grond. Het zullen trouwens
niet de welgestelden zijn geweest, de ijdelheden en de sterken,
die hem zingend binnenhaalden. Het zullen de dorpelingen, de boeren
en de verschoppelingen zijn geweest: de minsten van de samenleving.
De mensen tot wie Jezus zich richtte in de taal die zij verstonden.
Over vissen, graan en water sprak hij; over recht/onrecht, mensenrecht
tegenover onderdrukking.
En wij? Juichen en jubelen wij nog wel eens voor iemand? Ja, maar
voornamelijk voor diegenen die iets bijzonders gepresteerd hebben.
Een topsporter in het Thialfstadion of een popster in de Arena,
een operaster in het Concertgebouw of steracteurs in het theater.
Zelfs Nelson Mandela past in deze rij: uit respect werd er gejuichd
in Nederland! Een groot man is hij, die zoveel ellende heeft verdragen
en later toch hoogstaand gehandeld heeft, iets waarvan wij beseffen
dat we het zelf niet hadden kunnen opbrengen.
Maar een redder of verlosser hebben we niet nodig, we bezitten
van alles en wat we niet hebben maar wel wensen, dat dwingen we
af via staking, aktie of geweld. We zijn in menig opzicht rijk
en wie rijk is zorgt voor zichzelf en heeft niemand nodig. Zullen
we dan Palmpasen maar overslaan? Want wij zijn eigenlijk net zoals
de mensen die ontbreken in het evangelie verhaal: zij blijven
thuis, zij hebben geen bevrijder of verlosser nodig. Maar de boodschap
van Jezus was ook voor hen bedoeld, dus ook voor ons. Hij nodigt
ons uit om aan zijn kant te komen staan, om samen met hem het
doel te kunnen bereiken dat hem voor ogen staat. Hij kan veel
hulp gebruiken, juist van de welgestelden in de wereld. In Zuid
Amerika, Afrika en Zuid-Azie zijn miljoenen arme mensen die een
redder en verlosser willen toejuichen, maar waar is hij?
Jezus leeft, dat zullen we op Paasmorgen horen en feestelijk vieren.
En als wij met hem door de lijdensweek gaan zullen ook wij leven,
Hem achterna. Wij samen met alle volgelingen van Jezus en met
mensen van goede wil vormen de ware kerk van Christus en zullen
hem levend moeten houden voor de armen van de wereld. Wij zullen
op ezelsveulens plaats moeten nemen in plaats van hoog te paard
te gaan zoals we nu doen. Wij zullen bevrijder van armoe en verlosser
van onrecht moeten worden. En daaraan kan gelukkig elk mens van
goede wil zijn steentje bijdragen heden ten dage, bijna 2000 jaar
na Jezus dood.
De armen in de wereld blijven tot op heden in armoe en ellende
omdat hun regeringen gebukt gaan onder grote schulden, gewoon
financiële schulden. In de zeventiger jaren hadden de banken
in de westerse wereld veel geld tot hun beschikking. Ze wilden
graag leningen verstrekken aan arme landen en deden dat tegen
een heel lage rente. Niemand controleerde waar het geld voor gebruikt
werd. En dat veel landen zich bewapenden en het geld niet voor
onderwijs en gezondheidszorg uitgaven, kwam de wapenindustrie
heel goed uit. Zo vloeide hetzelfde geld weer terug in de pot
van de rijke landen. Toen enkele jaren later het rentepercentage
omhoog schoot, moesten de arme landen diezelfde hoge rente gaan
voldoen, wat ze niet konden. Het logische gevolg was dat er opnieuw
leningen werden gesloten om de jaarlijkse rente te kunnen voldoen.
De gewone mensen waren arm en bleven arm. En wij weten dat blijvende
armoede niet mag van onze Heer. Niet voor niets is in de Bijbel
sprake van een regelmatige terugkeer van een Jubeljaar. Dat is
juist om krankzinnig grote verschillen tussen mensen en volken
ongedaan te maken. In 1975 hadden alle arme landen in de wereld
gezamenlijk een schuld van 45 miljard dollar en vorig jaar was
dat bedrag opgelopen tot 2200 miljard dollar! Zo kan het toch
niet verder. Wij maken onze handen vuil als we tegen dit wereldwijde
onrecht niet te hoop lopen. Zelf hebben we alles en anderen, precies
als wij geschapen naar Gods evenbeeld verpauperen en verhongeren
generaties lang, zonder enig uitzicht op verbetering.
De Paus, de Wereldraad van Kerken, alle Bisschoppensynodes hebben
opgeroepen tot het verlichten van de schuldenlast van de Derde
wereldlanden. In 45 landen zijn er nu comitees bezig om handtekeningen
van medestanders bijeen te krijgen. Die zullen aan regeringen
en financiële instanties worden aangeboden om druk op ze
uit te oefenen hun koude harde standpunt te verlaten en een aanzet
tot schuldvermindering te doen. In eerste instantie gaat het nog
maar om een kwijtschelding van 165 miljard dollar. In Nederland
hebben zich al 78 organisaties achter dit initiatief gesteld:
artsen en apothekersverenigingen, stichting oecumenische hulp,
mensenrechtenorganisaties, het Rode Kruis, ASN Bank , Abvakabo,
FNV en zo nog velen. Zouden wij als kleine Duifgemeenschap ons
bij dit initiatief kunnen aansluiten? Aktief meewerken aan de
verbreiding van het idee en handtekeningen vergaren op allerlei
plekken? Misschien wel een stand bemensen en reclame maken?
Onbevangen als kleine kinderen die geloven dat alles mogelijk
is. Wanneer de armen in onze wereld kunnen gaan juichen door het
slagen van de aktie Jubilee 2000, dan zal dat ook een beetje ons
loflied zijn voor God die ons zo rijkelijk heeft voorzien van
al het goede. Amen