Lezingen:
Goedemorgen, beste mensen, een heel hartelijk welkom vanmorgen,
op deze eerste Pinksterdag, het feest van vele verschijningsvormen
van de Verrezene.
Van oudsher was Pinksteren een Joods feest. De viering van Pesach,
van het verbond dat God sloot met zijn volk in de Sinaïwoestijn,
werd na 7 weken op Pinksteren afgesloten.
7 keer 7 dagen, de symboliek van de volheid is overgenomen door de jonge christelijke kerk. Wij herdenken in ons kerkelijk jaar Jezus geboorte, zijn optreden, zijn dood, verrijzenis en de gave van zijn Geest. En daarom kreeg in onze traditie Pinksteren een nieuwe betekenis: het neerdalen van de Geest van Christus op ons allen. In een kerk als de onze, waar wij zo nadrukkelijk het ambt van priester, herder en profeet met elkaar delen, kunnen we Pinksteren zien als het feest van de gemeenschap. Jezus' geest is in ons gevaren, onze vele gaven mogen tot bloei komen en het zal de gemeenschap verrijken.
Met elkaar gaan we er een goede viering van maken, Henk en het koor, Ton Visser achter de piano, u in de kerk en wij als voorgangers. Corrie en ik wensen u toe dat de Geest u zal verlichten vandaag.
Pinksteren, een groep leerlingen zonder meester zit bij elkaar.
Ze weten niet wat te doen nu hun leraar is gedood.
Zeven keer zeven dagen waren voorbijgegaan en de tijd was rijp.
Misschien was de angst uitgeleefd, misschien was de verwarring
langzaam uitgewoed, misschien viel er de stilte waarin God aan
het woord kan komen, de stilte en de openheid die God als het
ware naar de aanwezigen toe trekt.
Én zij waren er ontvankelijk voor. Als een storm, zoveel
kracht verzamelde zich in het huis. En het stroomde naar buiten.
En ze spraken, met een uitstraling die de mensen waar ze ook vandaan
kwamen raakte, van hart tot hart.
Pinksteren is het feest van de gemeenschap in Christus. Jezus had de gave om mensen aan te spreken op hun eigen terrein. Ze wisten zich gekend en gezien. Vissers, tollenaars, zieken, hoeren, de vrouw bij de bron, hij raakte hen dwars door hun afweergeschut heen in hun hart. Hun schild, hun harde buitenkant, hun ego smolt weg door zijn aanraking, zijn blik, zijn aandacht. En die aandacht had meer zeggingskracht dan gesproken taal kan hebben, zo puur en sterk.
Ze hebben het vaak aanschouwd, de leerlingen, deze kracht van
Jezus. En wij, zijn leerlingen, hebben er vaak over gelezen, we
hebben het ons vaak voorgesteld, en gedacht het te zien in de
mensen om ons heen. We hebben het nageleefd, herkend, die kracht
van wijsheid en mededogen. Je zou kunnen zeggen: voortdurend speuren
we ernaar en oefenen we ons er in. Zij is niet nieuw, die Geest
van Jezus, ze is ons bekend. Maar zij was versluierd, gevangen
in de sluiers van ons kleine ik.
Wij kunnen tot dat punt komen wij leerlingen in de ochtend van
Pinksteren zíjn tot dat punt gekomen, afgedaald door alle
twijfel en angst heen, bij de pure kracht van geloof en vertrouwen.
Dat is hard werken, dat is doorléven, dat is vol overgave
je houvasten loslaten, het beeld dat je van jezelf hebt, de hokjes
waarmee je anderen indeelt, je oordelen en je snelle meningen,
alles dat je achter de hand houdt, alles waarmee je jezelf een
masker verschaft, waarin je jezelf wil onderscheiden van de massa.
Er zijn altijd mensen die zien en niet geloven, die smalend zeggen:
kijk, ze zijn dronken. Iets van die mensen zit in ieder van ons.
En dat iets in ons houdt dat lang vol. We houden ons hart gesloten.
We verwachten van ons ego, ons masker, onze macht en vermogens
nog zoveel materieel succes. Tegen beter weten in verwachten we
de dood, ziekte en verlies buiten de deur te kunnen houden. We
hopen op succes.
Daar zitten we dan, gebroken omdat onze geliefde meester is
vermoord, zijn roemrijk koninkrijk op aarde is mislukt. In de
kiem gesmoord, te vroeg wij zijn er nog niet aan toe alleen verder
te gaan. Het lijkt alsof alles verloren is.
Maar Pinksteren is het feest van de verlichting. Met Pinksteren
breekt het vertrouwen door. Met Pinksteren beseffen we dat er
zich een nieuwe wereld opent, een die niet op roem en macht en
succes is gebaseerd. We zien dat er te midden van de gebrokenheid
van het bestaan goedheid en liefde is te vinden.
Met Pinksteren beseffen we dat het zien van de waarheid, hoe verdrietig
en pijnlijk ook, altijd onverschrokkenheid en mededogen meebrengt
en daarmee een zachtmoedig soort geluk. Dat geluk is niet het
geluk van succes, het geluk van bezit en gelijk krijgen. Het is
het geluk van de zachte aanwezigheid van de Geest in ons.
Ze is de warme kracht van wijsheid en mededogen. Deze kracht is
altijd in ons, en wij kunnen haar ieder moment geboren laten worden
op onze unieke wijze. Een juist woord, een warme blik, aandacht
op het goede moment, genezende handen, we kunnen elkaar in ons
hart raken, elkaar tot leven roepen, tot bloei.
Die geest in ons wordt versluierd door kortzichtigheid, overschaduwd
door angst om zelfbehoud en zucht naar zekerheid. Als je je talenten
probeert te beschermen of voor jezelf probeert te houden dan worden
ze vals. Een musicus die puur voor het geld speelt verliest de
ziel van zijn muziek. Een voorganger die vooral haar ego wil oppoetsen
zal een holle preek preken.
Zonder contact met je hart leef je je zwakheden uit. Te mooi willen
maken wordt kitsch, te gevoelig wordt sentimenteel, te profetisch
wordt prekerig.
Pas als je in verzoening bent met je zwakke plekken kun je instrument
van de Geest zijn, ten dienste van anderen. Dan gaat het automatisch,
net zoals de zon voor iedereen gelijkelijk schijnt. Doe je het
goede dan ben je werktuig en dat voelt als ruimer dan jezelf,
ruimer dan je ikje, je ego. Dan geef je de Geest door die je in
jezelf ervaart.
Kijk maar eens goed naar iemand die zijn gaven heeft ontwikkeld. Door de puurheid van zijn kwaliteiten kom je in contact met de Geest die door hem heen stroomt. Dat is een fantastische ervaring. En als je in contact bent met die Geest voel je je geroepen je echte eigen kracht en je echte gaven te leren kennen en te ontwikkelen.
Met Pinksteren kunnen we opnieuw beseffen dat wij het zijn, de leerlingen, die geroepen zijn de Geest gestalte te geven en uit te dragen in de wereld. Wij zijn geroepen om het lef te hebben voorbij te gaan aan terughoudendheid, zelfbehoud en zekerheid. Wij zijn geroepen om zachtmoedig en mededogend het beste dat in ons huist tevoorschijn te roepen en te geven aan anderen. Van hart tot hart.
Amen.
Hier aan het begin van de dienst van de tafel leggen wij aan God de intenties voor die zijn opgeschreven, vanmorgen. Moge de Geest van God zich ontfermen over ons.
Deze dag, de dag na Aids Memorial Day, gedenken we de mensen die zijn overleden aan Aids, met name Chris Morley en Carl van der Kroon. Geest van God, ontferm je over de zieken over de hele wereld, maar ook hier onder ons in de Duif. Dat zij, dwars door de pijn heen, de zachtmoedigheid van de Geest zullen ervaren.
De gaven van Gods Geest staan hier voor ons, uitgedrukt in brood en wijn, om samen te delen en te doen wat Jezus ons gevraagd heeft: er te zijn voor elkaar met het beste dat we te geven hebben. Komen jullie, dan delen we brood en wijn, er is een overvloed voor iedereen. Geestkracht voor jou
Moge de stilte van ons gebed de Geest van God op ons af roepen.
Moge de Geest van God ons als een bloemknop doen openbarsten om
tot volle bloei te komen.
Moge onze bloei tot heil van de gemeenschap zijn.
Amen.