Mimi's bijdragen, dienst 8-8-1999

Lezingen:

Welkom en inleiding:

Welkom jij, ook jij en jij
komend om licht, een vergezicht,
wat warmte, brood en wijn,
om vrede in dit samenzijn.

Wij zijn hier, hoewel het eigenlijk bij uitstek een zomerse dag is om van Gods schepping te genieten. Om je bewust te zijn van alle schoonheid die de Eeuwige ons geeft, zoals in de openingspsalm tot uitdrukking komt. Ook Amsterdam heeft schoonheid. Ik ben niet hier geboren, maar woon er al lang en houd van deze stad, ben er ook trots op. Al eeuwen lang heeft Amsterdam de grootsheid onderdrukten van overal ruimte te geven om tot rust te komen en een plek te bieden om eindelijk zichzelf te kunnen zijn. Zo ook gedurende dit weekend van Gay Pride. Het siert de Amsterdammers dat zij met duizenden homosexueel geaarde medemensen feestvieren en genieten van het leven. Zelfs het feit dat sommige extreme feestuitingen ergernis bij anderen oproepen, mag ons niet doen vergeten dat alle mensen kinderen van God zijn en recht hebben op onze aandacht. Hebt u er wel eens bij stil gestaan dat Amsterdam, gisteren en vandaag, veel mensen een stukje koninkrijk Gods doet ervaren? Zo zou het overal en altijd moeten zijn. Nog op teveel plaatsen in de wereld worden mensen veroordeeld en uitgestoten.
Onze viering zal er een zijn zoals alle zondagen met aandacht voor Gods woord, zang, gebed en stilte. Ik hoop dat we daardoor gesterkt en met vertrouwen de toekomst tegemoet gaan.

Overweging:

Twaalf mensen in de kracht van hun leven raken in paniek omdat ze een spook menen te zien. Ze laten zich overweldigen door angst voor iets wat geen macht heeft en tegelijkertijd zijn ze hun vertrouwen in Jezus vergeten. Petrus is de enige, die zijn vertrouwen (geloof kan je ook zeggen) hervindt en zijn redding bij Jezus zoekt. Maar nog geen paar seconden later laat hij zich weer in verwarring brengen, ditmaal door het natuurgeweld. En weer zakt hij in een bodemloze put van angst. De uitgestoken hand van Jezus is zijn enige redding.
Wat putten we uit zo'n verhaal? Ik werd er door in verwarring gebracht en heb me daarom eerst geconcentreerd op Elia's ervaring en de woorden van Paulus aan de gemeente in Kolosse. Elia vlucht weg voor mensen en hun geweld; zijn van God ontvangen opdracht wil hij niet meer vervullen. Waar vlucht hij heen? Juist naar de berg waar God ooit tegen Mozes heeft gesproken, de Horeb. Zijn vertrouwen op God is kennelijk niet verdwenen. Daar, op die berg, verstopt hij zich en laat ook het natuurgeweld en de stormen van onrust in zichzelf voorbijgaan. Zijn God zal zich daarin niet openbaren. Pas als het stil wordt in en buiten hem waagt hij het zich kwetsbaar op te stellen voor de grot, de ogen bedekkend want die zijn van geen nut als je de Enige wilt toelaten in je diepste zelf.
Dan Paulus; hij is nimmer in Kolosse geweest maar heeft vernomen dat er een groep jonge Christenen teruggevallen is in een soort meergodendom. Volgens hen kan het niet waar zijn dat Jezus je dichter bij God kan brengen. Hij was gewoon een mens en is bovendien nog als misdadiger de kruisdood gestorven. Nee, beweren zij, je moet eer bengen aan natuurgeesten, de machten van de kosmos. Dat zijn geen mensen en die kunnen toegang geven tot de ene ware God.
Daar gaat Paulus tegenin. Even verderop in zijn brief schrijft hij: 'Trek u niets aan van een veroordeling door iemand die voldoening vindt in zelfkastijding, in engelenverering en het doorvorsen van visioenen, en zonder reden prat gaat op zijn aardse manier van denken. Ofschoon zo'n zelfgemaakte religie, met minachting voor het lichaam, voor wijsheid moet doorgaan, is zij van geen waarde.'
Nu we Koningen en Kolossenzen nader hebben bekeken,hoop ik dat u (met mij) met andere oren kunt luisteren naar wat Matteus ons wil doorgeven. De apostelen waren niet bang voor de storm en de hoge golven, die hen het uitzicht ontnamen. De meesten waren vissers geweest en kenden de grillen van de natuur op het meer van Tiberias. Ze waren alert, wisten wat te doen en vertrouwden op hun schip en hun gezamelijke lichaamskracht. Pas als ze een geestverschijning, een spook geloven te zien verliezen ze hun Godsvertrouwen en laten doodsangst toe. Zelfs Jezus' stem kan Petrus niet kalmeren, hij vraagt om een wonder. Hij toont precies hetzelfde gedrag als de kleingelovigen die Jezus achternalopen: geef genezing Heer; geef brood Heer! Het is eigenlijk niet verwonderlijk dat Jezus' zich zo af en toe terugtrekt om te bidden, met de Eeuwige te praten. Daarvoor is Hij toch niet aan het rondtrekken? Dat is toch niet de vervulling van Gods opdracht, dat hij als een soort magier de wensen van de mensen vervult? Door Gods zegen die op hem rust kan hij het wel; maar belangrijker is wat hij in woord en daad uitdraagt: leef zoals ik, betrokken bij mensen, juist bij de minsten, vreugde en ellende delend en samen sterkstaand tegen onrecht en geweld. Niets mag macht over u hebben, dan God alleen. Houdt daar ieder uur van uw leven aan vast. Heb vertrouwen in wat ik u zeg. Laat spookbeelden geen macht over u krijgen; niet die uit de natuur en evenmin die mensen u aanpraten met gezag dat ze niet bezitten.
Met andere woorden: baanloze mensen die menen geen toekomst te hebben, laat u niet kleineren, heb vertrouwen. Allen die niet geaccepteerd worden in hun omgeving, om welke reden dan ook, laat u niet innerlijk kapotmaken, zoek beschutting en houdt u vast aan het Verbond dat God gesloten heeft met ieder mensenkind. Wie ernstig ziek is: laat het leven niet varen, geniet van wat u nog gegeven wordt voordat God u werkelijk bij zich roept. Wie duizend angsten kent: laat u geen spookbeelden aanpraten, vertrouw op Gods eindeloze mensenliefde die wonderen verricht.
Onze God kiest altijd partij tegen de arrogantie van de wereldse machten. Houdt dat in elke afschuwelijke situatie in gedachten. Wie waarlijk christen wil zijn, kan dat alleen maar zijn met hoofd en lijf en leden. Mogen wij dat met Gods genade ooit bereiken. Amen.

Nodiging:

Brood en wijn delen we, als teken dat wij God en elkaar niet in de steek zullen laten, dat we licht en troost willen zijn in de wereld om ons heen.
Komt allen, u bent zonder uitzondering genodigd. Voor God en in onze gemeenschap heeft ieder mens evenveel waarde en is er geen sprake van uitverkorenen en verworpenen.

Zegenbede:

God van Liefde, wij keren zo dadelijk terug naar het ge-wone leven, ieder op zijn eigen plek, met eigen zorgen en angsten;
zegen ons en leidt ons naar de veilige haven die wij begeren.
Moge de Machtige ons zegenen en behoeden,
moge de Enige de glans van haar gelaat over ons doen lichten en ons genadig zijn;
moge de Eeuwige haar aangezicht tot ons keren en vrede schen-ken. Amen. Ga met God.

| Archief/Bijdragen | Mimi's "Hoofdpagina" |

AM 16-8-1999 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl