Diana's bijdragen, dienst 29-8-1999

"Geen stap verzetten, zelfs niet naar het goede,
over de grens heen, waartoe men onweerstaanbaar
gedreven wordt door God" (Simone Weil)

Lezingen:

Welkom

Beste mensen,
Hartelijk welkom allemaal, de oude getrouwen, bekenden in de Duif en de mensen die af en toe een kijkje komen nemen of er voor het eerst zijn. Hoe heerlijk is het een kerk te zijn waar ieder er met zijn eigen intenties kan hebben. Welkom dus!
Het is een laatzomerse zondagmorgen in de Duif, nog net in de zomervakantie, dat wil zeggen zonder koor. Gelukkig is Fons er met zijn prachtige pianospel en als de voorste rijen inzetten bij de liederen op het moment dat Fons krachtig knikt dan verwacht ik dat we er toch nog een hele muzikale viering van kunnen maken.

Het motto van vandaag staat op uw boekje: 'Geen stap verzet-ten, zelfs niet naar het goede, over de grens heen, waartoe men onweerstaanbaar gedreven wordt door God'. Het is van Simone Weil uit 1940. Deze mystica schrijft niet eenvoudig en ook deze zin zul je een paar keer moeten lezen voor je hem snapt. 'Geen stap verzet-ten, zelfs niet naar het goede, over de grens heen, waartoe men onweerstaanbaar gedreven wordt door God'. Meestal neigen we tot het tegenovergestel-de, meestal vinden we dat we niet genoeg doen voor een ander en sporen we onszelf aan om meer te doen. Er sluimert bij velen van ons een licht schuldgevoel als we denken aan onze welvaart die in geen verhouding staat tot de ellende van anderen.
Simone Weil zegt het heel bot: als je het laten kunt, doe dan maar niks. Dat lijkt een makkelijke oplossing, een vrijbrief voor egoïsme. Maar ze zegt ook dat je tegelijkertijd voort-durend goed gerichte aandacht moet hebben voor de ellende in de wereld en de zorgen van de mensen. Door die aandacht ont-staat er verbinding en betrokkenheid. Daardoor zullen er steeds minder dingen zijn die je niet kunt laten.
Het is een wat lange inleiding, die nog niet eens over de lezingen van vandaag lijkt te gaan. Maar ik verzeker u, ze hebben er alles mee te maken.

Overweging

Zo, dat zijn geen misse lezingen, daar kunnen we even op kluiven. Jezus ziet aankomen dat hij gepakt en veroordeeld zal worden en hij vertelt het zijn leerlingen. Petrus schrikt en zegt: 'dat moeten we zien te voorkomen'. Dat is een heel logische reactie, niet waar. Hij wil dat Jezus' missie succes-vol is, dat hij slaagt. Hij wil dat hem geen leed overkomt. Be-zorgd-heid en liefde, zou je denken.
Maar nee, Jezus is uitermate sterk in zijn afwijzing. "Weg jij Satan". Pe-trus werd even eerder in dit verhaal (we lazen het vorige week) nog door Jezus de steen-rots genoemd waarop hij zijn kerk bouwt. De rots is plots een struikel-blok gewor-den. "Jouw gedachten zijn niet Gods gedachten maar die van mensen." zegt Jezus.

Bereidt Jezus zich voor op een heldhaftige dood, op een marte-laarschap en mogen menselijke gevoelens niet meespelen? Ik denk niet dat het zo zit. De sleutel zit in de laatste zinnen: "Wat kan een mens geven in ruil voor zichzelf?".

Je kunt jezelf niet geven en redden tegelijk. Als je er in eerste instan-tie op uit bent jezelf te redden, je eigen hachie dan leef je vanuit angst en behoud-zucht en valt er niets te geven.

Vanuit je angst probeer je jezelf te redden door ergens onder-uit te willen komen: hier wil ik niets mee te maken hebben. En daar kunnen talloze acties uit voort komen die de weg die je gaat vertroebelen. Neem nu Jezus, hij wil een weg van vrede en heelheid overdragen. Stel dat hij zijn leven zou proberen te redden. Hij zou zich moeten gaan verbergen of verdedigen of zijn leerlingen tot lijfwacht omscholen of de bevolking oproe-pen tot een tempelbestorming. En wég is hij van zijn pad van vrede.

Wij gaan Jezus' weg. We volgen hem na, daarom zitten we hier, om dat weer te beseffen. We werken aan vrede en heelheid, proberen de wereld te bevrij-den van ver-kramping, geweld en angst. We proberen moed en zachtheid en vertrouwen uit te dragen. Je moet je weg door blijven gaan, niet afgeleid door vijandi-ge krachten. Je mag je leven niet door angst laten regeren. Je mag je niet laten tegen-houden door overwegingen van zelfbe-houd.

Dan kan het dus voorkomen dat je in de val zit. Werkeloosheid, verlies, ziekte, dood, een partner of een kind dat ernstige proble-men heeft. Je hebt gekozen voor een weg maar de conse-quenties wil je niet accepteren.
Natuurlijk wil je erbij zijn maar er is ook iets in je dat bang is en er vandoor wil gaan. Zie maar eens hoe slim je dan kunt zijn in zelfbedrog: je krijgt migrai-ne, je wordt zielig, je kunt het niet aan, je moet nu wel voor jezelf kiezen - zeg je jezelf. Of je je schept een drama, je beschuldigt een ander, wordt boos en ver-breekt het contact. Je vlucht.

"Maar dan laait er een vuur op in mijn hart, het brandt in mijn gebeente. Ik doe alle moeite om het in bedwang te hou-den, maar het lukt me niet." Je bent weer terug. Het contact met je hart, je liefde heeft je terug gebracht. Van binnen uit heb je contact met een ander stuk in jezelf dan je verstandelijke en behoudzuch-tige redenerin-gen. Er is niks mis aan verstand, maar in de zaken van het hart werkt het tegen je. Dan moet je op een andere koers varen, een koers die zich schijn-baar tegen je eigenbelang richt. Je dénkt dat het ten koste gaat van jezelf. Want je moet breken met iets in je dat je tegenhoudt om groter te zijn. Het beeld dat je van jezelf hebt moet je los laten. Vreemd genoeg voelt dat als doodgaan, als jezelf verliezen.

God roept je, in grote en kleine dingen. Bij elke stap die je doet kun je in je hart voelen wat God wil dat je doet. Bij moeilijke dingen zegt je menselijke gevoel: dit kan ik niet, dit wil ik niet. Je wilt je comfortabe-le plekje niet kwijt. Als God je ergens voor roept dan lijkt het voor jezelf niet zo interes-sant. Het lijkt alsof je niet goed bij je hoofd bent. Maar uiteinde-lijk kun je het niet laten. Hoe harder je je verzet, des te meer gedreven-heid er in je ziel komt om het wel te doen.

Je kunt het gevoel herkennen: als je doet wat echt van binnen uit goed voelt, dan is het een daad zonder gewichtigheid. Zelfs als je een heel gevecht hebt geleverd om zover te komen dan is het moment dat je dat doet wat je moet doen een simpele daad. Valse profeten en martelaren hebben drama, wierook en bewonde-raars nodig. Wij ook, zodra we over de grenzen gaan van waar God ons drijft. Als je goed doet omdat dat hoort, omdat je vindt dat je iets goeds moet doen, dan schep je een scheve balans en wil je er uiteindelijk iets voor terugkrijgen. Minstens de erken-ning dat je toch zoveel goed doet. Een klein stralenkransje boven je hoofd vind je dan wel gerechtvaardigd. Als je goed doet omdat je het niet laten kunt, dan hoef je er niets voor terug te krijgen, je bent al blij als een ander accepteert wat je doet.

Het gaat er dus niet om goede voorbeelden te geven, goede daden te stellen. Het gaat er niet om je best te doen. Wees maar echt. Kijk maar om je heen, kijk echt, vergeet je grieven en je zelfbehoud, je zult wel gelijk hebben dat de ander fout zit, maar het is niet van belang. Wil je gelijk hebben of wil je gelukkig zijn?

Kijk en zie de pijn van een ander. Er is lijden, er is stommigheid en mislukking, je bent er deel van. Misschien is er geen oplos-sing, maar de liefde bloeit.
Nodiging:

Als u zegt: ja, ik wil die weg van vrede gaan, wat het ook brengen zal, ik wil erbij blijven en God moge mij ster-ken,
kom dan naar voren voor brood en wijn.
Het is er, voor ons allen,
het is er in overvloed.
Vrede en alle goeds

Zegenbede:

Krachtige en Tedere, jij die van jezelf zegt: 'Ik zal er zijn', wees er voor ons. Wees er met de volheid van je troost en je overvloed aan levenskracht. Opdat wij kunnen leven met open ogen en open armen. Amen.

| Archief/Bijdragen | Diana's "Hoofdpagina" |

AM 14-9-1999 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl