Diana's bijdragen, dienst 21-11-1999

-

Lezingen:

Welkom

Goedemorgen beste mensen, welkom in de Buikduif. Het is bijzonder om jullie hier welkom te heten omdat het voor het eerst is dat ik in deze kerk voorga. Hier zijn we met minder, er zijn mensen die ik mis, maar er zijn ook hier weer nieuwe gezichten, welkom allemaal. We zijn hier wat dichter bij elkaar, dat voelt goed.

We lezen vandaag twee teksten uit Matteus. In het leesrooster stond het verhaal over het laatste oordeel, en ik heb de andere tekst erbij gezocht om de contekst te schetsen.
Jezus heeft de schriftgeleerden de mantel uitgeveegd over hun onoprechtheid, muggezifterij en uiterlijk vertoon.
Hij verlaat de tempel en gaat naar de Olijfberg. Daar vertelt hij zijn leerlingen een aantal vergelijkingen over het naderen van de dag van het oordeel, en over het Koninkrijk Gods. En hij eindigt met de tekst over het laatste oordeel, waar de bokken van de schapen worden gescheiden.
Jezus wéét welke dreiging hem wacht, twee dagen later zal hij worden overgeleverd. Het gaat dus om het meest essentiële dat hij te vertellen heeft. Het gaat over schijnheiligheid, over oordelen en over het onderscheid tussen rechtvaardigen en vervloekten. En hij weet het met verve neer te zetten.

Ik wens ons een goede viering.

Overweging

Drie thema's buitelen over elkaar:
- de onoprechtheid van schijnheiligheid
- het oordelen
- en het onderscheid tussen de rechtvaardigen en de vervloekten: "wat gij de minsten der mijnen hebt gedaan hebt gij voor mij gedaan".

Oordelen is moeilijk te onderscheiden van veroordelen. Voortdurend oordelen we, over anderen, over onszelf. Een oordeel kan constaterend en accepterend zijn, maar een veroordeling is dat niet. In ons is een stem die ons de wet voorschrijft, ons genadeloos wijst op wat zou moeten, ons de pan inhakt als we niet voldoen aan de eisen en ons vastnagelt aan onze successen als we wel voldoen.
Ik daag je uit eens een dag goed te letten op die veroordelende stem in je. Ik verzeker je, als je er al geen besef van hebt schrik je je rot van de scherpte ervan. Hoe vaak sla je jezelf niet om de oren als je niet voldoet aan je eigen eisen. Zulke veroordelingen over jezelf zou je nooit van een ander pikken. Maar van onszelf pikken we ze wel en erger nog, ze slaan ons dood, omdat we er nog in geloven ook.

Wat is die veroordelende stem in ons, is dat ons geweten die ons op het rechte pad houdt? Of is het niet meer dan een angstige stem die zeker wil zijn, houvast zoekt, die ons verbiedt om fouten te maken.
Het heeft iets schijnheiligs om je zwakheden en fouten te onderdrukken. Als je die veroordelingen serieus neemt, ze gelooft, ze voedsel geeft en ernaar gaat leven dan kom je in een onecht leven terecht. Je doet angstig je uiterste best om zo min mogelijk van jezelf te laten zien. Tegelijkertijd oordeel je scherp over jezelf en anderen.
Het is een cirkel die alleen maar erger wordt. Want je kunt nooit voldoen aan de scherpte van veroordelingen. Altijd is er een hogere eis en hogere norm. Leven volgens het oordeel van een norm verdoemt je tot huichelarij.
Jezelf forceren om te voldoen aan normen en eisen is geen leven. Wat is huichelarij anders dan leven naar de letter van de wet, leven volgens de normen, net doen alsof het uit je hart komt, terwijl je ondertussen heel goed weet dat dat niet klopt.

Ik denk dat de huichelachtigheid van de Farizeen gebaseerd is op dit soort veroordelingen, het krampachtig proberen te voldoen aan de normen en iedereen en alles daar op afmeten. Als je leeft volgens die veroordelende stem in je, zoek je niet het leven zelf, maar zekerheid. Alsof je wel een reisverzekering wil afsluiten maar niet op reis durft te gaan.

Leven vanuit de warmte van je hart is mogelijk, vanuit een vertrouwen zonder verzekering. Als je de warmte van je hart volgt zul je andere keuzen maken dan als je naar de veroordelende stem in je luistert. Vanuit de warmte van je hart zul vrij zijn en jezelf en anderen -mét hun fouten- liefhebben. Je zult jezelf en anderen ontmoeten, het leven zal verrassingen bieden. Je zult risico's aangaan in het bestaan, een reis durven maken zonder reisverzekering. Je zult pijn kennen en gelukkig zijn. En bovenal zul je vreugde in je hart dragen, wat je ook meemaken zal.

Wij zijn mensen die hun leven leven, die goede dingen doen en falen en het vaak gewoon niet weten. We zijn niet zo heel bijzonder en op een dag gaan we gewoon dood - net als al die miljarden andere mensen.
Veroordelen is een poging om boven dat simpele gegeven uit te stijgen, om naar de absoluutheid van God te reiken. Maar het is een angstige poging, een poging zonder liefde en mededogen voor menselijke zwakheid, een poging die wel móet eindigen in agressie.

Is God ook zo genadeloos in haar oordeel? Gods oordeel is scherp, houdt alles tegen het licht. In die zin windt het oordeel van God er geen doekjes om, God vergoeilijkt niet. Mensen doen zichzelf en elkaar verschrikkelijke dingen aan, er is pijn, er is geweld: dat wordt niet weggepoetst. Gods rechtvaardigheid zorgt dat alles wordt gezien en benoemd.

Maar Gods oordeel is eerder neutraal dan veroordelend. Een rechtvaardig oordeel is een mild oordeel. Hoe kan er bij God plaats zijn voor eeuwige verdoemenis? Onze God is een God van inzicht, van helderheid en lichtheid. In God komt alles tot een oplossing.
Heengaan naar de eeuwige straf is vergelijkbaar met je hele leven schijnheilig en huichelachtig rondlopen, met een bitter hart en een boze geest, onaangedaan door inzicht en begrip. Dat is een leven zonder leven, verspild leven, eeuwig zonde.

Het echte laatste oordeel is het verdwijnen van iedere veroordeling voor het perspectief van de liefde.
God zij dank is het veel mensen gegeven om de veroordelingen die zij over zichzelf of anderen hebben uitgesproken te herroepen, soms aan het eind van hun bestaan. Dan ontstaat er inzicht in menselijk falen en menselijke pijn. Dan ontstaat er mildheid, vergeving schenken en vergiffenis vragen.
Gods liefdevolle blik doet alle hardheid en agressie smelten, brengt alle onrust tot bedaren, smeedt alle pijn en verdriet om tot liefde en mededogen.

Wat gij de minsten der mijnen hebt gedaan, hebt gij mij gedaan. Als wij onszelf onderuit halen, halen wij God onderuit. God wil ons niet veroordelend, angstig, huichelachtig en vastpinnend. God zendt ons haar energie om onze fouten en zwakheden te openbaren en te doen smelten, niet om ze te onderdrukken. God wil ons niet lamgeslagen maar levend, energiek en vol liefde.

Nodiging

Graag nodig ik u allen uit om nu, hier, samen, brood en wijn te delen als teken van leven, als teken van onze liefde voor het leven.
Dit brood en deze wijn is er voor iedereen die zijn hart wil volgen en de zachtheid van de sterke wil delen.
Komt want alles is gereed en iedereen is genodigd.

Vrede en alle goeds

Zegenbede

Krachtige en Tedere, jij die van jezelf zegt: 'Ik zal er zijn', wees er voor ons. Wees er met de volheid van je troost en je overvloed aan levenskracht. Opdat wij kunnen leven met open ogen en open armen. Amen.

| Archief/Bijdragen | Diana's "Hoofdpagina" |

AM 13-1-2000 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl