Diana's bijdragen, dienst 12-3-2000

-

Lezingen:

Welkom en inleiding

Goede morgen, beste mensen, welkom in deze kleine gemeenschap van zoekers naar God. Het is de eerste zondag van de 40 dagen tijd, dat wil zeggen de eerste zondag van de aanloop tot
Pasen. In kerkelijke taal: de lijdenstijd.
Een tijd van inkeer, verstilling en soberheid. Van oudsher de vastentijd en de tijd van de grote schoonmaak. De lezingen vandaag lijken er op het eerste gezicht weinig mee te maken te hebben. God sluit zijn verbond met Noach, en Petrus roept op tot zachtmoedigheid, tot je inzetten voor het
goede, ook al doet een ander onrecht.

We maken ons klaar voor Goede Vrijdag en Pasen, voor de dood en de opstanding, voor het grote onrecht, het onvermogen van mensen om de grootheid van Jezus te zien, en zijn overwinning
door de dood heen.

Ik wens ons allen een goede viering.

Overweging.

Beste mensen, wat is geluk? Dat lijkt simpel: geluk is je tevreden voelen. Geluk is dankbaarheid om al het goede dat je overkomt, geluk is genieten van je voorspoed. Als het ons goed gaat is geluk heel gewoon. Toch raak je geluk snel kwijt, die ervaring hebben we allemaal. Soms komt er ongeluk op je pad, slechte tijden. Soms vervlakt het zo maar, zonder reden lijkt het, soms is het onbestemd, dat gevoel van
onvrede of ongelukkig zijn.

Je moet er iets voor doen om gelukkig te bljven. Petrus zegt: "Wie het leven liefheeft en gelukkige dagen wil genieten moet zijn tong weerhouden van het kwade en zijn lippen van het spreken van bedrog." Dat is goed te volgen, kwaad spreken maakt je ongelukkig en het omgekeerde is ook waar: als je
ongelukkig bent zul je sneller ongeluk verspreiden. Maakt het je gelukkig als je recht doet, rechtvaardig leeft? Petrus zegt het zo mooi in deze tekst: "Ook al moet u lijden vanwege de gerechtigheid, toch bent u gelukkig te prijzen." Is dat zo, ben je gelukkig te prijzen als je moet lijden
vanwege de gerechtigheid? Nou, nou denk ik dan en de verlei­ding is groot om zo'n zin niet serieus te nemen, om het als wereldvreemde heldhaftigheid te beschouwen. Jezelf gelukkig prijzen omdat je lijdt vanwege de gerechtigheid dat lijkt op de godsdienstfanaat of fundamentalist die zijn lijden als het
bewijs van zijn heiligheid ziet. Daar gaat het hier toch helemaal niet om. Kun je gelukkig zijn
temidden van ellende? Het is te makkelijk om daar zo maar zonder meer ja op te zeggen. Als je je ellendig voelt, dan voel je geen geluk, je voelt je ellendig dat is simpel.

Maar dit is ook waar: we verdubbelen ons ongeluk omdat we uit zijn op geluk. Als we
ons ongelukkig voelen, voelen we ons meestal niet gewoon ongelukkig, nee we verzetten ons tegen ons ongeluk, we maken ons boos, we willen het niet. We willen er vanaf, wat niet
lukt en dat maakt ons dubbel ongelukkig. Je ongeluk, de pijn die je lijdt, ons instinct is het om weg
te rennen, het ongeluk weg te duwen, of de pijn te ontkennen - nee, het is niet zo, het mag niet zo zijn. We willen het uitroeien, dat ongeluk en die pijn, weg ermee.

Ik heb het pasgeleden ervaren bij de dood van mijn vader. Een tijd liep ik boos rond, boos op hem, boos op alles wat we nooit gedeeld hebben, boos op het ontbreken van een vader-dochterband. Tot ik door mijn boosheid zakte en mijn pijn voelde, de pijn van wat er nooit geweest is en nooit meer kan
komen. De pijn van hem missen en hem altijd al gemist hebben. En toen ik die pijn niet langer meer wegdrukte en durfde te voelen, kon ik zijn onvermogen zien, en het bestaan van onvermogen in het leven uberhaupt. Dat was pijnlijk maar ik kon er rustig bij zijn en accepteren dat onvermogen bestaat.
Het bracht me zachtheid, warmte en vreemd genoeg ook weer oog voor wat mijn vader wel heeft waargemaakt in zijn leven, zijn energie, zijn optimisme, zijn humor.

Nee, je kunt niet gelukkig zijn met je ongeluk, maar wat je wel kunt is je rustig voelen onder je ongeluk, rustig voelen onder je pijn. De momenten dat je dat lukt groeit er een rijkdom in jezelf, een waardering voor het leven. Je voelt je rustig omdat je pijn hebt aanvaard, wie kan je kwaad doen? Je ervaart een compassie voor allen die lijden, voor allen die tekort schieten. Het is het accepteren van het onvermogen in de wereld, het onvermogen van mensen, je eigen onvermogen. Het is een pijnlijk soort geluk, een zachte bries van onze God, van wie we zingen dat hij de sluier van onze angst niet
scheurde maar optilde.

Geluk is een eenzijdig verbond aangegaan met het leven, om alles te nemen zoals het is. Niets meer uit te roeien, niets meer te ontkennen of te bestrijden maar te accepteren in wat het is.
Ik geloof niet meer in bestrijden, niet in bestrijden van racisme, niet in bestrijden van haat, van oorlogen, van pro­blemen. Ik geloof in zien, in nee zeggen en je keren naar het goede. Ik geloof in liefde geven en vooral in aandacht geven. Meestal is dat voldoende: aandacht geven.

Daarom ben ik zo blij met Gods verbond, zoals hij dat met Noach en ons allemaal heeft gesloten. God verwacht geen tegen­prestatie, geen belofte van Noachs kant. God is in dit verhaal niet meer de straffende God of een rechtvaardig straffende God maar een God die dat vreselijke volk van hem onvoorwaardelijk steunt.
Voor God is de mens meer narigheid dan plezier. Ze doen maar, ze verpesten het voor zichzelf en anderen, ze doen constant en consequent de verkeerde dingen, maken het zichzelf en anderen
voortdurend moeilijk. Zeg nou zelf, wat moet je als God met zulke mensen.
Onze God nu heeft gezegd: ik sluit een verbond, nooit meer zal ik enig levend wezen uitroeien. Iedereen mag er zijn, hoe dom of agressief of kleingeestig ook. Iedereen mag er zijn en onze God is erbij. Met mededogen, met rust en zachtheid, met aan­dacht, aandacht die uiteindelijk alles, al het onrecht en hardheid zal doen smelten.
God vraagt ons hetzelfde te doen, in Petrus woorden: "vrees de bedreigingen niet, en laat u niet verontrusten, heilig uw hart, wees altijd bereid tot uitleg aan ieder die vraagt naar de hoop die in u leeft. En doe het met zachtmoe­digheid en respect, vanuit een zuiver geweten."

Vandaag, deze eerste zondag op weg naar Goede Vrijdag en Pasen, beseffen we weer dat je lijden niet uit de weg kunt gaan, niet kunt voorkomen, niet kunt ontkennen. Maar we kunnen
erbij zijn, met onze volle aandacht en liefde, met onze koes­tering en ons vertrouwen. Opdat we ededogen en rijkdom zullen ervaren en zullen delen met elkaar.

Amen

Zegenbede

Krachtige en Tedere, jij die van jezelf zegt: 'Ik zal er zijn', wees er voor ons. Wees er met de volheid van je troost en je overvloed aan levenskracht. Opdat wij kunnen leven met open ogen en open armen.

Amen.

| Archief/Bijdragen | Diana's "Hoofdpagina" |

AM 3-4-2000 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl