Lezingen:
Enige tijd geleden zag ik op de TV in een documentaire over
de bedevaartplaats Fatima vrouwen op hun knieën naar een
Mariabeeld kruipen. Ik moest er onwillekeurig aan denken bij het
bespreken van de Korinthenlezing op maandagavond in de liturgievergadering.
Vaak wordt gedacht dat we iets buitenissigs moeten doen om dichter
bij God te kunnen komen.
In de Korinthenlezing vermaant Paulus de pas bekeerde heidenen
die blijven vasthouden aan hun heidense ritueel: het eten van
offervlees om zodoende dichter bij God te kunnen komen. Vrouwen
kruipen op hun knieën naar een Mariabeeld, omdat ze denken
zo hetzelfde te kunnen bereiken. En hoeveel andere manieren hebben
mensen niet bedacht! Doe ik dit of dat voor God, dan doet God
misschien wat ik vraag of geeft me hetgeen ik verlang. Of we hopen
op z'n minst dat dit gebeurt. Maar verwacht God dit nu werkelijk
van ons?
Ik denk het niet. Paulus zegt eerder in de lezing (vers 3) "wie
God lief heeft wordt door God gekend." Dat lijkt me eerder
van wezenlijk belang.
Dat betekent denk ik niet dat je geen middelen of rituelen
kunt gebruiken om dichter bij God te komen, zolang het maar zinnige
rituelen zijn waar troost uit te putten valt, rituelen die je
dichter bij jezelf brengen, zodat je meer open kunt worden voor
het Goddelijke, rituelen die je in gemeenschap uitvoert om deel
te krijgen aan elkaar en zo weer aan God. Meditatie en innerlijke
verdieping kunnen opbouwend uitwerken.
Het zijn echter onze eigen angsten en onze eigen twijfel die ons
van God verwijderen en die maken dat we denken dat we allerlei
toeren moeten uithalen om God goedgunstig te stemmen.
God is denk ik echter altijd goedgunstig. De grootsheid van Gods
liefde voor ons kunnen we denk ik niet bevatten.
De laatste tijd heb ik veel nagedacht over wie of wat God is en
wat God voor mij betekent. Ik heb er veel vastomlijnde ideeën,
die ik in de loop van de tijd heb opgebouwd, voor moeten loslaten
om uiteindelijk tot de slotsom te komen dat God voor mij met de
rede niet te bevatten is, maar zoveel te meer wel te bevatten
is met m'n gevoel. En als ik goed luister naar wat ik voel, kan
ik enkel maar ervaren dat God onvoorwaardelijke liefde is en ons
onvoorwaardelijk trouw blijft.
In de Marcuslezing zijn Jezus' leerlingen letterlijk stervensbenauwd en denken dat hun meester, die op het achterdek ligt te slapen, zich niet om hen bekommert als ze met hun boot dreigen te vergaan. Als ze Jezus wakker maken zegt hij: Zijn jullie bang, hebben jullie nog geen vertrouwen? Jezus' antwoord is denk ik niet bestraffend of vermanend, maar een pure weerspiegeling van Gods liefde en trouw en wil ons laten zien, dat God ook in onze diepste angst en vertwijfeling dicht bij ons wil zijn en voor ons wil zorgen.
Ook Job heeft moeite met zijn vertrouwen in God als alles wat
hem dierbaar is hem ontnomen wordt. Gods antwoord aan Job lijkt
in eerste instantie weer bestraffend, maar is denk ik eerder een
manier om Job stil te doen staan bij de wonderen die God verricht.
God laat zijn grootsheid zien, niet om Job er nietig bij af te
laten steken, maar om hem Zijn nabijheid te laten ervaren.
Mogen we uit de lezingen van vandaag leren dat God altijd dichtbij
ons wil zijn, dichterbij dan we ooit durven te dromen. Amen.