Bijdrage Maruja Bredie en Harris Brautigam, viering 6 februari 2005.
 
 

Voorganger: Maruja Bredie en Harris Brautigam (overweging)

 
         
 

Lezingen:

2 Sam. 11 en 12

Psalm 30

Inleiding (Harris).

Het grootste gedeelte van de Heilige Schriften die ons zijn overgeleverd, staat vol met verhalen.

De Heilige Boeken bevatten vooreerst een verzameling van verhalen van mensen: Hoe zij met

God wel of niet omgingen, hoe ze over Hem dachten, wat hun ervaringen met God waren. De

H. Schrift is een groot verhalenboek. Geschreven voor ons. Om ons voordeel mee te doen. Misschien is het grootste voordeel voor ons dat het onze angst voor God wegneemt, dat het de verhoudingen tussen God en ons veilig stelt. Dat het ons duidelijk wil maken, dat God zijn verbond met ons ondanks alles getrouw blijft!

Met zo'n verhaal uit het boek Samuel van het Oude - het eerste - Testament, gaan we

vandaag aan de slag. Veel devotie!

Overweging (Harris C.A. Brautigam).

In de afgelopen weken stootte ik 4 maal op enkele interessante opmerkingen van mensen over God. De eerste vond ik wel geestig. Op de achterkant van een agendablaadje stond: "Ik ben weer van gedachten veranderd: ik geloof deze week dat God blauw is". Nu weet ik niet of de bedenker van die tekst er in legde wat ik er met een grijns uithaalde. Maar ik vond het namelijk een schitterende milde spot inhouden tegenover al die mensen, die precies weten hoe God in elkaar zit, hoe Hij alles wil en bedoelt en dan met die wetenschap op de troon van hun onfeilbaarheid gaan zitten. Of, en dat is veel erger, daarmee hun terreurdaden gaan rechtvaardiger.

De tweede ervaring vond ik wat tragischer. Een van mijn buren werd erg beroerd en beide me in paniek of ik haar naar het ziekenhuis wilde brengen. En toen zij op de brancard in de hal van de EHBO post lag en heel pijnlijk over haar buik streek, zei deze 80-jarige vrouw: "Zou dit een straf van God zijn"? Ik heb geprobeerd die angst oprecht bij haar weg te nemen, tegelijk me afvragend welke instantie of prediker mensen met zulke soorten angst opgezadeld en belast heeft!

De twee andere opmerkingen haalde ik kort geleden uit de krant: "De toekomst is aan een God zonder soortelijk gewicht" en: "God is geen boekhouder, die turft wie er in de kerk zitten"! Met deze 4 envaringen als achtergrond wilde ik proberen met u wat na te denken over de lezingen die ik voor vandaag mocht kiezen. Twee weken geleden op maandagavond hebben we tijdens een litiurgieavond hier met elkaar over gesproken. De reactie op het gedrag van David was eensgezind zeer negatief. En terecht! Dat bij de man zijn hormonen gigantisch op hol slaan bij het zien van een mooie badende vrouw kan ik me erg goed voorstellen. Maar dat hij zijn hoge positie misbruikt om deze vrouw te ontbieden voor een rendez-voustje omdat haar man aan het front is, kan natuurlijk

niet! Maar zij gaat daar -als ik het verhaal goed lees- tamelijk vlot op in. Maar ja, je zal toch maar

door een koning uitgenodigd worden. Dat is niet niks, en kennelijk ook meer voor in sommige

betere kringen. Wat daar gebeurde, zou voor de vele sensatiebladen zeer gewild voer zijn. Erger is de perverse en geraffineerde manier waarop David de door hem veroorzaakte schande probeert te ontkomen. Laag is het en regelrechte moord zonder meer! Een onthutsend gedrag dat tegen alle rechtvaardigheidsgevoel indruist, en dat Goddank door de profeet Nathan genadeloos ontmaskerd wordt.

Hij houdt David op zodanige wijze een spiegel voor dat hij volslagen door de vloer van zijn

eigenwaan zakt. De confrontatie met zijn wandaad heeft hem verpletterd. Hij zag helemaal en

ongesluierd in wat hij gedaan had en hij ging het niet uit de weg. Ik heb me geprobeerd dit in te leven en kwam niet verder dan het nare gevoel dat je kunt hebben als je beseft dat je de boel verknald hebt. Je wordt klam van het zweet, weet niet waar je moet kijken. De grond zinkt onder je voeten weg! Nathan trekt het valluik weg onder zijn ingebeelde onkwetsbaarheid en hij valt in het stof van zijn eigen vunzigheid. David ondergaat bewust de straf die hem wordt opgelegd. Het verhaal van David is niet zomaar een verhaal van zomaar iemand die vreemdgaat. Het is het verhaal van de stamvader van Jezus van Nazareth. De man dus die mede de drager is van

de belofte van de Eeuwige, die zich openbaarde in het braambos aan Mozes, en die Gods

belofte aan zijn nageslacht moest doorgeven. En dat geeft voor mìj dit verhaal een heel diepe lading. In het kort gezegd: wat er ook gebeurt of wat er ook gebeurd is: God laat niet los. Hij laat het werk van Zijn handen niet varen! Hij blijft bij zijn belofte. Hij houdt het, wat zijn belofte

bctreft, bij David. Het visioen blijft dus. Gods roeping blijft. Een nieuwe hemel, een nieuwe aarde, de vervulling van de gerechtigheid, het blijft allemaal. De verlossing en opstanding blijven! Carnaval, Aswoensdag en Pasen, het zijn de beloftes van de Eeuwige, die getrouw is. Ik verzin dit niet, ik zie het in dit verhaal op een bijzondere wijze verwoord en in die psalm 30 die David schreef bij de inwijding van de tempel. Hij mag de tempel, de plaats van de Eeuwige bij zijn volk, bezingen met zijn woorden. En hij doet dit met woorden die alleen maar opvallend vertellen van zijn schuld en de vergeving die bij van die Eeuwige heeft gekregen.

 

David kan de inhuldiging van de tempel in de heilige stad niet anders bezingen dan vanuit zijn

schuldgevoel en boetedoening, en vanuit de vergeving die hem geschonken is. Ik las ergens dat er Rabbijnen zijn geweest die dit hebben verklaard vanuit een gevoel voor de band tussen de grote tempel, de plek van Gods aanwezigheid, en de tempel van het lichaam. En dat deed me weer denken aan wat wij vroeger ook leerden: ons lichaam is een tempel van de H. Geest. En de apostel Paulus deed hier ook een geducht zegje over: “Niet ik leef, maar Hij leeft in mij"; "Het is de Geest in ons, die roept 'Abba', “Vader". Kortom die opbeurende gedachte van "God met ons": Emmanuel

Of denk maar aan die woorden, die we net gezongen werden naar de woorden van Augustinus: "Maar nog was jij dichter bij me dan ik ik ben; dieper in mij dan mijn diepste zelf!”

 

Grote beelden, grote woorden, wellicht te groot om te bevatten. Misschien alleen maar goed voor ons om te onthouden en bij elkaar steeds weer in herinnering te roepen, als het decor waarbinnen ons leven zich mag afspelen. Maar daarom nu even terug naar onszelf, naar die man die schrijft dat hij denkt dat deze week God blauw is, en die oude vrouw bang is voor een straffende God. en de man die spreekt over God zonder soortelijk gewicht, en een God die niet turft. Ik zie het als allemaal als uitingen van: Ik en God; God en ik. Maar dan zonder angst graag! Ik mag daarover praten en denken, dat hoef ik niet aan de hogere instanties en prelaten over te laten: ik en mijn God, wij hebben samen met de belofte van het visioen te maken. Hoogst persoonlijk. Maar wel geroepen om dat samen te delen.

 

Dat vind ik in het verhaal van David terug. In zijn zondeval laat God hem niet afsterven, maar tilt hem op om zijn roeping getrouw te blijven. Het is niet zo dat David zondigt en God vergeeft, en alles is weer in orde. God vindt weer grond onder zijn voeten door de spijt die David betuigt en belijdt en houdt vast aan Zijn heilswerk. En waar David en God in een een-tweetje zich op de belofte van de toekomst richten, daar ligt voor ons de hoop dat dat ook voor ons geldt: God en ik, ik en God; God en wij, wij en God. Misschien wel "in het diepst van onze gedachten", maar steeds onderweg, onder angst, want daar is bij Hem (of Haar) geen reden voor. Dat is het verhaal van David die zo miserabel vreemd ging. Dat is het verhaal van die Bijbel, waar we steeds mee bezig zijn. Niet om elkaar daarmee om de oren te slaan, maar om te bemoedigen en uit te dagen, te blijven werken aan dat visoen. Moge dat zo zijn en blijven!

         
       
 

 
 

RG 2005-02-06 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl