|
Lezingen:
1
Sam. 17 en
Romeinenbrief
Gebed:
Gij, Eeuwige die ver weg lijkt en ongezien, rond Uw naam hebben wij ons
deze morgen weer verzameld. Kwetsbare mensen zijn we. Ons lijf is broos,
onze gedachten wankelen en toch voelen wij diep in ons een hartstochtelijk
en niet te doven verlangen naar vrede en gerechtigheid. Wij geloven dat
dit door U in ons is neergelegd. Het is de echo van Uw liefde voor ons
en onze aarde die wij mogen bewonen. Kostbare gave, maar ook dikwijls
bedreigd door onze twijfels en wanhoop.
Draag ons op Uw handen, hou het verlangen in ons brandend. Blijf met ons
gaan de weg van alle dagen en geef ons Uw Geest van moed en wijsheid om
niet in die vertwijfeling weg te zinken.
Amen .
Harris
Overweging
van Harris Brautigam.
Het Boek Samuël leest als een politieke roman. Israël, als volk
in opkomst vertoont het alle stuipen van een opgroeiend kind. Zoals: Maatschappelijke
en sociale onrust, corruptie, heen en weer zwalkend beleid van de oudsten
van het volk; ontrouw aan de waarden en normen zoals door Israëls
God in de Tien Woorden vastgelegd. Daarnaast zijn er nog allerlei bedreigingen
van omringende volkeren - zoals Amalakieten en Filistijnen - die niets
van dat opdringerige en agressieve Jodenvolkje moeten hebben, die bovendien
hun goden beter vinden, en pogen de Ark - het centrum van Israëls
Godsdienst - te elimineren. In die context spelen zich de levens af van
Samuël, Saul, David en Goliath, om maar een paar namen te noemen.
Samuel de profeet, Saul de eerste koning, David zijn opvolger, en Goliath
als de gevaarlijke bedreiger van Israël. Deze tegenstander van het
Joodse volk wordt beschreven als een reus van ruim 2 meter - wat voor
die tijd inderdaad een indrukwekkende mensenlengte was - met tientallen
kilo's zware harnas en die als uitdager 40 dagen angst zaait onder Israëls
legertroepen. Uiteindelijk wordt hij door David verslagen.
Ik maak een sprong vanuit het verhaal over David en Goliath naar nu, onze
tijd, en zoek naar overeenkomsten met dit bijbelboek: Wie zijn de Davids
en de Goliaths van nu? Wie zijn de Israëlieten en wie de Philistijnen.
Ik werd op dat idee gebracht door een artikel van Ayaan Hirsi Ali in het
dagblad TROUW op zaterdag 15 oktober.
Ayaan Hirsi Ali, geboren in Somalië woont nu sinds 1992 in Nederland
en is sinds 2003 lid voor de VVD in de Tweede Kamer. Zij is Islamitisch
opgevoed en maakt zich zeer veel zorgen over de dreigende en groeiende
invloed van, zoals zij dat noemt, de "zuivere Islam", die zij
als gewelddadig en onverdraagzaam typeert en als een grote bedreiging
ziet voor de Europese Christelijke cultuur. Zij spreekt van "onbeheersbare
invloeden van buitenaf", die geslepen, uitgekookt en gewelddadig
iedereen aan de wetten van die zuivere Islam trachten te onderwerpen.
We hebben er inderdaad al vele voorbeelden van gezien en gehoord. En overeenkomstig
haar opvatting bekritiseert zij de Nederlandse politiek en mentaliteit
als ook de opstelling van het Christendom. Het is in haar ogen te soft,
te gemakzuchtig en blind voor de gevaren. Zij spreekt over "een ziekte
die het zenuwstelsel van de Europese cultuur aantast". En die ziekte
wordt veroorzaakt door een virus van het zogeheten 'christelijke wensdenken'
dat 2 riskante kenmerken heeft:
Namelijk:
- Uit alle informatie en berichten over de dreigingen worden alleen maar
die elementen geselecteerd, die de gemoedsrust in stand houden;
als voorbeelden geeft zij aan, dat wij niet in de gaten hebben dat er
wel degelijk toegewerkt wordt naar het verdrijven van de christelijke
cultuur, door indoctrinatie en door in een vergrijzend Europa het opvoeren
van het eigen kindertal.
- Tegen beter weten in wordt volgehouden dat culturen en godsdiensten
gelijkwaardig zijn.
Zij stelt dat dat beslist niet het geval is maar dat vanwege een te grote
angst voor discriminatie de feitelijke ongelijkwaardigheid verdoezeld
en ontweken wordt.
Toen ik dit allemaal een beetje tot me door had laten dringen vroeg ik
me af wat het wezenlijke verschil is met het verhaal uit boek Samuel.
De één noemt de ander terrorist en de ander noemt de één
ongelovige en claimt dan het recht om die ander te elimineren. Dat recht
claimde toen Goliath.
Wie is nu de Goliath van toen? President Bush of Bin Laden met zijn gemanipuleerde
zelfmoordenaars?
Het gevolg van dit alles is een toenemende achterdocht in onze samenleving
aan beide zijden, een groeiende angst voor elkaar. We dreigen meer en
meer verstart in slagorde tegenover elkaar te komen staan. Het lijkt mij
dat Christenen en Islamieten, zo langzaamaan bezig zijn elkaar te gijzelen
in angst.
Ik ben niet gelukkig met het verhaal van Ayaan Hirsi Ali, want het geeft
me het gevoel dat ik in die onbeweeglijke slagorde moet gaan staan. Dat
betekent dus einde aan een open dialoog en open oog voor de werkelijkheid.
Tegelijk besef ik dat ik haar waarschuwing niet kan en mag behandelen
als onbelangrijk geklets. Een gewaarschuwd mens telt voor twee speelt
hierbij mijn hoofd.
Ik zoek naar een David voor onze dagen. Waar kan hij mij inspireren.
Ik vind het boeiende in Samuels verhaal dat David heel nadrukkelijk de
wapenrusting die Saul hem bood afwijst als een veel te grote belemmering.
Hij vervalt niet in het traditionele geweldsdenken van leer om leer. Hij
is creatief. Hij kiest zijn slinger en de gladde stenen. Hij blijft bij
zichzelf en vertrouwt op zijn God en zijn eigen flinkheid. Dat ligt in
één adem bij hem
En Goliath valt dan uit zijn rol van dreigende reus als hij David met
die stenen ziet: "Ben ik dan soms een hond", zegt hij verontwaardigd.
De reus blijkt toch een gevoel van eigenwaarde te hebben. Zijn groteske
wapenrusting heeft die toch niet helemaal verdrongen! Wat zou er gebeurd
zijn als David de kans had gekregen om op dat gevoel van eigenwaarde in
te gaan en zoiets te zeggen als: "Jij bent voor mij geen hond, maar
ik wil met je praten"! Dat komt er helaas niet van. David treft Goliath
midden in het voorhoofd. Dit gebaar is voor mij een sprekende metafoor,
het houdt voor mij de bijbelse boodschap in van de uiteindelijke ontmaskering
van de macht. Het laat zien dat men levend vanuit Gods Geest tóch
niet hoeft te kiezen voor gelijke munt van "Jij geweld, dan ik ook
geweld"!
Dat gaat niet vanzelf. Dat vraagt creativiteit in denken. Dat vraagt in
onze samenleving kracht van mensen die weigeren zich in hun angst vast
te laten zetten. Daar hebben mensen elkaar blijvend hard voor nodig. David
is het voorbeeld van de beweeglijkheid in denken: hij laat zich niet vast
pinnen in de slagorde van angstverwekkende opvattingen. En dat is natuurlijk
tegelijk wel heel wat anders dan: over zich heen laten lopen, of in gemakzucht
weg te zakken en Gods water over Gods akker te laten lopen en bedreigingen
te bagatelliseren.
De wereld zucht en kreunt in barensweeën hoorden we zo-even van Paulus.
Zeg dat wel! We ervaren het bijna dagelijks aan den lijve nu we steeds
meer geconfronteerd worden met dreigingen van terreur, met voorlichting
en info hoe we met aanslagen moeten omgaan; hoe treinen worden stilgelegd
als er draadjes uit een rugzak komen. Beschuldigende vingers gaan over
en weer, wantrouwen wordt gewekt en onbegrip gekweekt. Het is allemaal
zo verlammend. Bush en Bin Laden zijn beiden de Goliaths die elkaar en
de wereld verlammen. Maar David heeft zich niet laten verlammen. Slimme
en assertieve herdersjongen weigert te kiezen voor de wapens van geweld.
Hij kiest voor het onverwachte, hij blijft bij zichzelf en bij zijn geloof
in de Eeuwige. Hij geeft het voorbeeld hoe botheid doorbroken kan worden.
Dat verrassende element, zo nodig in onze tijd, daar moeten we naar blijven
zoeken. Met elkaar. Ook met 'die anderen'! Voor één ding
ben ik bang: dat we ons in de slagorde van de angst opstellen. Dan ebben
we verloren. Dan zijn we het besef kwijt dat wij allen, zonder uitzondering
door God, welke naam Hij ook draagt, geroepen zijn om met elkaar deze
wereld voor elkaar bewoonbaar te maken!
Dat
het zo moge worden! Amen
Voorbeden.
Laat ons samen bidden
- Voor hen die een verantwoordelijke positie hebben in kerk en maatschappij:
dat wijsheid, rechtvaardigheid en onbaatzuchtigheid de basis is voor een
doortastend beleid;
dat zij ons blijven voorgaan bij het zoeken naar ruimte voor de dialoog
met anderen; dat bewegelijkheid van geest hen behoedt voor verstarring.
-
Voor de slachtoffers van de natuurrampen in Pakistan, Kashmir, Midden
Amerika en Afrika;
voor de slachtoffers van moordaanslagen en opstanden;
voor onszelf dat wij met al die negatieve berichten ons niet afkeren van
het leed van de anderen;
- Om ruimte en hoop bidden wij U voor onszelf: dat wij blijven leven van
uit het gelovig besef dat er niets is dat ons kan scheiden van Uw liefde
voor ons in Jezus Christus: geen macht, geen kracht, geen theologie, geen
dogma: dat angst geen vat op ons krijgt:
- Voor de zieken onder ons,
de vluchtelingen, en degenen die met angst en beven de uitslag afwachten
op hun aanvraag voor een verblijfsvergunning;
voor onze kinderen en kleinkinderen, dat wij hen door onze zorgen niet
deprimeren maar dat we bezield blijven ons in te zetten voor een wereld
waarin het voor hen goed is om in te wonen;
Voor al die onbekenden, anoniem opgeslotenen die lijden onder de tirannie
van een heerszuchtig en onbetrouwbaar regiem;
gedenk ook onze doden, die ons zijn voorgegaan: neem hen op in het Rijk
van Uw heil en laat de herinnering aan hen ons tot troost en zegen zijn.
- Gij, Eeuwige, wij hebben U nodig. Blijf bij ons. Dat wij U trouw blijven
en geen ander verwachten. Dat wij ons niet laten afschrikken door wat
ons soms bedreigt. Dat wij geen ander zoeken dan Gij, die ons kent van
alle eeuwigheid.
Amen
Zegen.
De Heer zegene en behoede U,
De
Heer doe zijn aanschijn over U lichten
En zij U genadig;
De Heer richte zijn ogen tot ieder van ons en geve ons vrede: amen
Ga nu allen heen in vrede, met de woorden van een ver verleden:
Gezegend gij met Abraham, Sara, Hagar, Ismaël en Isaäc,
Moge de Levende ons zegenen en behoeden
Moge zijn aangezicht ons verlichten en H/Zij ons genadig zijn,
Dat Z/Hij met ons is |