Bijdrage Henk Kemper - viering 1 juli 2007.
 
 

Voorgangers: Henk Kemper en Ans Visser

Lector:  Lyda Alberse

Thema: Voor-uit !

Lezingen:

Inleiding

Hartelijk goedemorgen. Fijn dat je gekomen bent vandaag. Bekenden en nog niet zo bekenden. We hopen dat we je een uur van bezinning en inspiratie kunnen bieden in de hectiek die ons leven vaak met zich meebrengt.

 

Het thema van vandaag luidt: “voor-uit !” Mét uitroepteken dus. Niet een lauw ‘vooruit-dan-maar,' maar een ferm en fier VOORUIT ! De aanleiding voor dit thema wordt gevormd door de lezingen, hoe kan het anders.

We krijgen heel verschillende schriftlezingen voorgeschoteld. Als eerste een verhaal omtrent de troonsopvolging van Koning David naar Koning Salomo. Een apart verhaal van list en bedrog, van eigendunk en het spreekwoord “hoogmoed komt voor de val.” We lezen over de trektocht van Jezus door het land en we lezen over de tijd van na Jezus, in casu over de tijd dat de leerlingen van Jezus het woord van God namens Jezus doorvertelden. Alle drie de lezingen wil ik vandaag benaderen vanuit het perspectief van het thema: “VOORUIT ! Omdat het in alle lezingen gaat over het kijken naar de toekomst. Niet bij de pakken neerzitten; niet omkijken naar wat geweest is, maar vooruitgaan naar nieuwe wegen met nieuwe kansen. Je niet laten inpakken door angst of sloomheid. Een verhaal zo oud als de wereld. Misschien kunnen ook wij gericht zijn op nieuwe kansen en wendingen. Kunnen we gebruikmaken van de stijl van Jezus: Kom in actie, wacht niet door allerlei smoesjes te gebruiken een later tijdstip af, maar doe het nú en híer. VOORUIT !

 

Vandaag gaan zowel Lida Alberse en Ans Visser mee voor.

Zoals de meesten van ons weten heeft Ans beperkingen in het kunnen zien en dus in het kunnen voordragen van de teksten. Maar....... Ans is lange tijd voorganger geweest in de Duif en heeft dat ambt noodgedwongen moeten neerleggen. Met grote spijt, zowel bij haar als bij ons. Al lange tijd heb ik Ans' kop gek gezeurd dat ze nog steeds een rol kan vervullen in de dienst. En je weet hoe het gaat...... de aanhouder wint; ik heb gewonnen. Daarom trekt Ans vandaag de stoute schoenen aan en gaat ze mee voor in deze dienst. Maar Lida neemt de honneurs waar als het gaat om het voordragen van de schriftlezingen. Dank je wel Lida.

 

Ja, om er dan helemaal maar een familiefeestje van te maken neemt Ton Visser vandaag de pianomuziek voor zijn rekening. Onze Irina is reeds met vakantie naar Rusland en Ton is zo vriendelijk om met het zweet in zijn handen het koor te willen begeleiden. Ook jij, Ton, zeer veel dank. Vandaag zingt het koor de laatste keer vóór de zomervakantie en door jouw inzet kunnen we de dienst muzikaal omlijsten.

 

Genoeg ter voorbereiding op de dienst die komen gaat.

Laten we nu eerst stil worden en ons een moment voorbereiden op rust en bezinning.

 

 

Overweging

In de dienst van vorige week hoorden we het verhaal van de troonsopvolging van Saul. Koning Saul benoemde zijn zoon David tot koning. Op zijn beurt is vandaag de beurt aan David gekomen om de troonsopvolging te regelen. Koningen dragen hun koningschap over aan hun opvolger. In de tijd van David waren er meer gegadigden op de kust dan dat we tegenwoordig de regels voor troonsopvolging kennen. De troon gaat doorgaans over op de volgende koning of koningin volgens strikte regels. Zo niet in David's tijd. In het verhaal dat we lazen is sprake van het jezelf benoemen tot koning. Het verhaal lijkt op een soort van koningsdrama waar een avondvullende speelfilm van te maken is. En nog een spannende film ook. Je moet er even goed bij blijven om de verschillende karakters te “plekken.”

 

Ga maar eens na: wat is de situatie. Koning David is oud en der dagen zat. Hij wordt geschetst als een bejaarde man; ziek en er niet meer zo goed bij. Dan is er Adonia, zoon van David en Chaggit. Een arrogante jongen die zichzelf al op de troon ziet zitten. Hij gaat zelfs zo ver dat hij al een feestje geeft, overtuigd van zijn komend koningschap. Hij vreesde niet de bemoeizucht van zijn vader, Koning David. Sterker, er wordt aangegeven dat deze zich nauwelijks bemoeide met het doen en laten van Adonia. Dan is er ook nog Salomo, zoon van David en Batseba, tevens, de broer van Adonia. Als je het verhaal leest dan komt een beeld op je netvlies van list, bedrog en intriges. Dat is misschien ook zo.

 

Adonia riep zichzelf min of meer tot koning uit. Hij beschikte over, om het zo maar te noemen, zijn eigen fanclub. Die was met zorg uitgekozen. Mensen die het met hem goed konden vinden. Zij mochten deelnemen aan het feest. Er doemt echter een probleem op: Koning David heeft eerder aangegeven dat niet Adonia, maar Salomo de koning zou opvolgen. Was dat niet bekend in de koninklijke kring denk je dan ? We weten het niet. We weten alleen uit dit verhaal dat er sprake is van een jonge man die zichzelf tot koning uitroept. En zoiets doe je niet. Je wordt niet op onwettige wijze koning. Koning bén je of je wordt voorgedragen. Het deel van het verhaal dat we lazen is een eerste deel. We lezen er in hoe de moeder van Salomo, Batseba spreekt met de profeet Natan. Zij hebben gesignaleerd dat Adonia zijn boekje te buiten is gegaan en besluiten de koning te informeren. Hem aan te spreken op de belofte die hij ooit deed, namelijk dat Salomo koning zou worden.

Ik wil jullie de afloop van het koningsdrama niet onthouden:

Toen David het verhaal van Batseba en Natan aanhoord had nam hij ogenblikkelijk maatregelen. Zo ingezakt en vermoeid en afwezig was hij dus niet. David beval dat de priester Sadok, de profeet Natan en Benaja, alsmede de hovelingen bijeen moesten komen en wel ogenblikkelijk. Ze kregen de opdracht om naar de Gichonbron te gaan (Salomo rijdend op het muildier van de koning zelf). Daar moesten de priester en de profeet overgaan tot het zalven tot koning van Salomo. Daarna moesten ze terugkeren naar de stad alwaar Salomo per onmiddellijke ingang de troon van David, het koningschap dus, moest innemen.

In de tussentijd was Adonia dus druk aan het feesten. Wat een blamage, want nu komt het: het kwam Adonia ter ore dat tijdens zijn braspartijtje Salomo tot koning gezalfd was. En dan gebeurt wat voorspelbaar is in talrijke verhalen van dit soort: de gasten van Adonia vluchtten naar huis. Bang voor de gram van de koning. De fanclub valt uiteen en Adonia staat alleen. Ook hij was bang voor Salomo staat er. Hij nam de wijk naar het heiligdom en greep de horens van het altaarvast. Hij vluchtte dus naar een heilige plaats, waar hij veilig zou zijn: in het heiligdom mocht geen mens kwaad berokkend worden. Hij wilde pas uit het heiligdom komen als Salomo eerst zou zweren dat hij Adonia niet zou doden.

 

Daarmee kon de nieuwe koning Salomo zijn eerste daad laten zien als echte koning. Zou hij Adonia moeten achtervolgen, hem laten doden of hem vergiffenis schenken. Koning Salomo liet Adonia van het altaar afhalen. Deze verscheen voor de koning en knielde voor Salomo neer. En Salomo zei: “je kunt gaan.” Een ware koning ! Hij toont compassie, veroordeelt niet, maar maakt wel duidelijk wie er de baas is en hoe het recht loopt. Afgestraft werd Adonia om zijn arrogantie, maar niet ter dood gebracht. Koning ben je en daar handel je naar.

 

Ook Jezus is meermalen uitgedaagd koning te worden. Hij ging niet op dat verzoek in. Dat brengt ons op de evangelielezing van vandaag. Het verhaal van het rondtrekken van Jezus door de landstreken gaat hiermee verder. We zien dat ze niet overal welkom zijn. Als de leerlingen merken dat ze niet welkom zijn in een Samaritaans dorp vragen ze of er hel en verdoemenis moet losbarsten. Maar Jezus wijst hen streng terecht. Zoiets doet een echte koning niet. Dat is niet gepast. Hij daagt mensen uit hem te volgen. Niet omdat het moet, maar uit vrije keuze. In de perikoop van vandaag staan weer twee voorbeelden van mensen die hem willen volgen, máár eerst nog een ander klusje moeten doen. Jezus antwoordt hier vrij zwart-wit op. “Laat de doden hun doden begraven” en “neem geen afscheid van je dierbaren, maar ga over tot actie. Wie de hand aan de ploeg slaat en achterom blijft kijken is niet geschikt voor het koninkrijk van God.”

Was Jezus zo hard als het gaat om de menselijke kant ? Het is toch legitiem om afscheid te nemen van je geliefden als je voor lange tijd op reis gaat.

 

Zelf zie ik tussen deze houding van Jezus, dus het radicaal afscheid nemen van alles en iedereen, een relatie met een citaat dat iets eerder wordt beschreven. Er staat: “De vossen hebben holen en de vogels hebben nesten, maar de Mensenzoon kan nergens zijn hoofd te ruste leggen.” Dat kun je lezen als een uitspraak van vermoeidheid van Jezus. Dat zou niet zo gek zijn. Al maar op weg door de landstreken en maar praten over hoe mensen met elkaar zouden kunnen omgaan. Toch ben ik geneigd te zoeken naar dat wat Jezus er mee bedoelde. Kan het zijn dat hij bedoelde aan te geven dat je nimmer mag rusten met het verspreiden van de goede boodschap. De boodschap van liefde voor elkaar en het zorgen voor elkaar ? Het werken aan een koninkrijk op aarde ? Daarmee kun je nooit stoppen. Als Jezus dat bedoelde dan begrijp je ook dat hij tegen potentiële volgers van hem zegt dat ze niet moeten wachten, maar ogenblikkelijk in actie moeten komen. Als je echt in beweging wilt komen en werk wilt maken van een wereld waar ieder mens aan zijn recht komt, dan is elke seconde wachten er één te veel. Je moet niet stilstaan bij het ploegen, maar doorgaan. Wie achterom blijft kijken is niet geschikt. Ploegen moet je, omwoelen, nieuw inzaaien, verzorgen en dan oogsten.

 

Eigenlijk is dit ook de boodschap aan ons. Ook wij worden uitgedaagd om werk te maken van Gods koninkrijk op aarde.

 

Maar laat me eerst nog eens kijken naar de lezing van Paulus aan de brief aan de Galaten. Galatië, landstreek en de naam van een Romeinse provincie, gelegen in het midden van Klein-Azië. Zo'n beetje het gebied rond het huidige Ankara. Paulus schrijft deze brief aan inwoners die vooral bestonden uit van oorsprong niet-joodse christenen. Paulus was eerder ter verkondiging van het geloof in de streek geweest. Hij legde bij zijn verkondiging de nadruk op geloof en vertrouwen in Christus. Maar na zijn vertrek probeerden de van oorsprong wel Joodse christenen terug te keren naar de leer van Mozes. Daar verzet Paulus zich heftig tegen. Daarom spreekt hij over “u bent niet onderworpen aan de wet als u door de Geest geleid wordt.” De theorie is dat men de terugkeer naar de wetten van Mozes ervoer als een meer serieuze. Dat deze leer meer houvast bood en duidelijkheid.

 

Ja, zo gaat dat. Geloofsleren en kerken staan bol van de regels en wetten. Alles moet dichtgeregeld zijn en iedereen moet precies weten wat van haar en hem verlangd wordt. Om niet te zeggen dat je er uitgeknikkerd wordt als je je niet aan de regels van de bovenbazen houdt.

 

Laten we eens terugkeren naar de leer van Jezus. Die was zo eenvoudig, zo helder, zo transparant. “Heb je naast lief als jezelf.” Als ieder van ons het zou opbrengen dat in de praktijk te brengen dan was dit ene regeltje genoeg. Waren er geen preciseringen nodig. Alle andere wetten komen immers voort uit dit ene gebod dat Jezus ons naliet. In dit zinnetje is alles opgesloten, weten we precies hoe we zouden moeten handelen van dag tot dag.

 

Traditionele aanhangers van geloofsleren willen graag wetten, regels, dogma's enzovoorts. Jezus legt de nadruk op de eigen verantwoordelijkheid. Verander daarom radicaal van houding. Niet morgen, maar vandaag. Niet eerst een klusje doen dat vanuit het verleden moet, maar nú. Ben je in staat het oude denken en doen los te laten, dan is er een gerichtheid op hoop en toekomst. Koningschap van en voor ons allemaal. Gods koninkrijk op aarde, vrede voor iedereen. Er is dan geen sprake van een slavenjuk maar van een gemaakte keuze te leven in de traditie van Jezus van Nazareth. Eén gebod slechts: Heb uw naaste lief als uzelf. Laat dat je richting zijn in doen en laten. Een liefdevolle wereld waarin iedereen geaccepteerd wordt met de kwaliteiten die hij heeft is dan het gevolg.

 

Dat wij het licht niet haten, maar een baken zijn van liefde en hartstocht voor allen die in onze omgeving zijn. Laten we in de komende vakantieperiode onze accu opladen om daarna weer aan het werk gaan: vóór-uit !

 

 

 
       
 

| Archief/Bijdragen | Archief 2007 |

 
 

RG 2007-11-13 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl