|
||||
Bijdrage Diana, viering 23 september
2007
|
||||
Voorganger: Diana Vernooij
Lector: Natalie Hakhoff Thema: Het ontwaakte hart Lezingen: |
||||
|
||||
Inleiding Lieve mensen hartelijk welkom, op deze autoloze zondag, gelukkig met mooi weer. Fijn dat jullie gekomen zijn! Precies tien jaar geleden was deze Duif betrokken bij een kerkelijke
estafette van kerkasiel. Veertig dagen lang logeerden tien uitgeprocedeerde
Iraanse asielzoekers hier in de Duif. Daarvoor en daarna logeerden zij
in andere kerken, en uiteindelijk kwamen ze weer opnieuw in procedure.
We waren toen nog alleenheersers van deze kerk, het was van voor de restauratie
en de betrokkenheid van Stadsherstel. De vraag die ons steeds weer bezig houd is: hoe kun je toch als kerkgemeen¬schap dicht bij het onrecht in de samenleving blijven. We kunnen niet als kerkgemeenschap voortdurend acties voeren. We zijn een kerk met vrijwilligers waar het al veel van ons vraagt om de zondagse liturgie als de spil overeind te houden. En die liturgie kan ons helpen om open te staan voor de pijn en het verdriet en het onrecht in de samenleving. Die liturgie kan ieder van ons persoonlijk helpen om lef te ontwikkelen om naar de pijn van mensen toe te gaan en niemand in de steek te laten – hoe onze ideeën en idealen ook zijn. Vandaag gaan we het daar over hebben. Ik heb een tekst van Pema Chödrön uitgekozen, die is niet makkelijk, daarom leg ik hem op voorhand alvast een beetje uit. Pema Chödrön is een Amerikaanse vrouw die Tibetaanse non werd en abdis in een klooster in Canada – een heel bijzondere vrouw. Chödrön zegt dat ware spiritualiteit niet is je verheffen, de berg op, weg van al het aardse gedruis. Echte spiritualiteit is juist er naar toe gaan, naar je dronken broertje toe, naar je schizofrene zusje, onze gekwelde dieren en vrienden. Ik wens ons allen een goede inspirerende dienst. Tweede lezing uit: ‘Als je wereld instort’ van Pema
Chödrön Overweging. Het kerkasiel, 10 jaar geleden was een actie waar veel Duiven aan meededen. We vonden het wel leuk om 40 dagen bij te dragen aan een actie om uigeprocedeerde Iraanse asielzoekers in de belangstelling te zetten, om hen te ondersteunen. Het kerkasiel was een antwoord op de vraag die ons door de loop van jaren
steeds weer bezig heeft gehouden. En die vraag is hoe je je toch verhoudt
als kerkgemeen¬schap ten opzichte van het onrecht in de samenleving.
De vraag of er politiek in onze overwegingen en in ons gesprek hoort
te zijn – is al een tijd niet meer aan de orde in De Duif. Vroeger
werd er wel degelijk over gesproken. De laatste keer was denk ik bij het
referendum over IJburg – toen er een stemadvies werd gegeven. Nee,
we zijn het geloof ik wel eens, in de kerk geen standpunten over politieke
besluiten, over deelname aan oorlogen, over begrotingen en algemene beschouwingen.
Het bijzondere van de benadering van Pema Chödrön is, dat ze
spiritualiteit helemaal niet ziet als de berg opgaan in steeds mooiere
transcendentie, weg van de problemen van het leven. Nee, we laten ons
schizofrene zusje niet in de steek om zelf het heil te vinden. Integendeel,
de enige echte spiritualiteit is omlaag, naar het lijden van alle schepselen
toe. De reis gaat omlaag, zegt Pema Chödrön, in plaats van het lijden te overstijgen begeven we ons in het tumult en de twijfel. We begeven ons in onze eigen tumult, onze weerzin, en we begeven ons in het tumult van een ander in zijn angst en paniek. We begeven ons in de twijfel. Heb ik wel iets te bieden, wat moet ik doen – ik weet niets. Iedereen kent de weerstand, dat gevoel dat je geen zin hebt om op ziekenbezoek
te gaan in dat kale verpleeghuis, dat stinkende ziekenhuis. Je ziet er
tegenop iemand te bezoeken die doodziek is, je weet niet wat te zeggen,
je hebt niks te zeggen. Smoezen genoeg: hoe goed ken je hem nu eigenlijk,
je hebt toch ook niets te bieden, waarom zou je gaan. En daar ga je dan
toch maar met je ongelukkige bosje bloemen of doosje chocolade. Om te
ontdekken dat het belangrijk was dat je kwam, dat het genoeg is om te
komen en er te zijn, meer niet. Liefde wijst ons de weg. Als we van iemand heel veel houden kunnen we
dicht bij hem of haar zijn, ook al heeft hij pijn, ook al ontluistert
zijn lichaam, al schreeuwt en kermt hij. We kunnen het niet laten om hem
vast te houden, te liefkozen. Je schreeuwend kind neem je op schoot. Je
stervende geliefde laat je niet in de steek. Ik vind deze zinnen zo prachtig in het stukje dat we lazen: Je gaat je weg in je eigen tempo. Overvraag je niet, wees zacht. Het ontwaken van je hart is ontwaken uit angst, zegt Chödrön. We hebben allemaal een klein hartje dat ons angstig influistert dat we ons geluk moeten vasthouden, dat we pijn en verdriet op afstand moeten houden. En dat angstige beklemde hart heeft ongelijk. Als we voorzichtig naar pijn en verdriet toe gaan gebeurt er iets moois: ons hart ontwaakt uit de angst. Een golf van medeleven en liefde ontspringt. Als je hart ontwaakt is er nieuwsgierigheid, openheid. Je wordt geraakt, je laat je raken – je wendt je niet af, ook niet als je pijnlijk wordt geraakt. Het ontwaakte hart is een hart dat vrij is om het gehele scala van gevoelens te ervaren. Het is open en gevoelig en heeft het vermogen om de wereld te hervormen. Hemelschokkend was het kerkasiel niet, tien jaar geleden. Hier in de kerk waren we erbij, bij wat we niet konden oplossen. We kletsten samen, kookten, we aten Gorme saabzi. We zeiden tegen onze jongens: zin in een potje tafeltennissen? Zo simpel was het ‘erbij zijn’. We hebben ze naar de volgende kerk in deze asielestafette gebracht. En met een groepje hebben we hen vergezeld naar het aanmeldcentrum, en we bleven er buiten de poorten wachten. We hebben actie gevoerd: kijk dan naar deze mensen, zie hun situatie, het is niet terecht als ze worden uitgezet. We lieten ons raken en hadden het goed. Soms is bij pijn en verdriet zijn makkelijker dan we dachten, soms valt het tegen. Dan is het zwaar, worden we geraakt in onze eigen angst en pijn. Maar altijd is het bevredigend en vervullend om je te laten raken en niet weg te rennen. Ontwaakt je hart dan komt liefde in actie. En liefde vindt haar eigen vervulling, haar eigen voeding en verwacht helemaal niets terug. Amen.
Iedere week weer delen we hier brood en wijn met elkaar. Om te bevestigen dat wij geen leegte najagen, geen waarheid ontvluchten, Gods naam niet vergeten. Weet je genodigd om hier brood en wijn te delen met elkaar, opdat het je zal sterken om mens te worden, met een ontwaakt hart en open armen.
Moge de Krachtige en Tedere dicht
bij ons zijn Moge Zij onze ogen openen en ons hart doen ontwaken, Moge Hij ons kracht en tederheid schenken |
||||
|
||||
|
||||