Bijdrage Diana, viering 23 december 2007.
 
 


Voorganger: Diana Vernooij

Lector: Gerdie van Dijk

Lezingen:

Anselm Grün over de engel van de hartstocht

uit Lucas 2

naar Marianne Williamson over: de grootste angst

 
 

 

         
 

Inleiding

Goedemorgen, welkom lieve mensen – fijn om in deze prachtige ochtend hier weer samen te zijn. We zijn op weg naar Kerst. In deze advent hebben we het thema: Een engel komt langs – en we belichten de verhalen rond de stal waar een engel zich in het dagelijks leven stort. Vandaag krijgen de herders op de velden bezoek van een engel, of eigenlijk van een hele engelenschaar. Ik vind het een lastige klus om de overbekende verhalen als nieuw te beleven en te vertellen. Het verhaal van de herders is zo bekend, ze liggen daar bij nachte op het veld trouwe de wacht te houden en ja, ze hebben hun schaapjes geteld.

Dit jaar neem ik daarom één dimensie uit dat verhaal van die herders. Het gaat om dit aspect: zij zijn verrast, geschrokken, wat een schrik – waarom zij. Waarom wij – “wie zijn wij, om zulk groot nieuws te horen?” Daar kunnen we ons allemaal goed mee vereenzelvigen. Dat had ook ons verhaal kunnen zijn. Ook wij schrikken er soms voor terug om Groot Nieuws te horen en erop af te gaan, om zelf belangrijk te worden en het verschil te maken.

Laat een ander dat grote nieuws maar horen – ik zit liever op de bank met een boek. Aan mijn hoofd geen engelengezang. Of toch wel?

 

We gaan het erover hebben, over die roep van de engelen, vanmorgen, met muziek en gebed, met inkeer. En laten we dan nu met dat laatste beginnen. We ontsteken de laatste adventskaars en gunnen onszelf een paar ogenblikken stilte voor we ons voorbereiden op de het Grote Nieuws.

 

Overweging

Iedereen kent dat wel van die sudderperioden in je leven dat alles zo zijn gangetje gaat en de verveling toeslaat. Er bruist niks, geen plannen, geen nieuwe zorgen ook – het oude sleept zich zo'n beetje voort. Je hebt het allemaal wel gezien en geaccepteerd, je leven, met zijn voors en tegens. Pas geleden hoorde ik iemand verzuchten: “Nog 22 maanden, dan zit het er voor me op”. Ik schatte in dat hij het over zijn pensioen had. Geen passies, geen drama's. Je leidt je leventje. Is dit het nou, denk je dan wel eens, als je – na alweer een dag voorbij – je tanden staat te poetsen. Een beetje ontevreden ben je maar toch ook niet bereid tot grote waagstukken.

Wellicht heb je je gestoten aan het leven, was het avontuur dat je bent aangegaan ingrijpend, zwaar, heeft het je erg op de proef gesteld. Misschien schaam je je voor jezelf. Heb je misschien een relatie stuk laten gaan op een manier waarvan je achteraf denkt: had ik nou niet slimmer kunnen zijn? Ben je door een scheiding het contact met je kinderen kwijt geraakt? Of heb je je baan opgezegd voor een ideaal, dat te zwaar bleek te zijn en waaraan je je hebt vertild. Je gezondheid is eraan gegaan, het leven heeft je gebroken. Je blijft liever veilig op de bank zitten – en laat het avontuur over aan jongeren die nog in passie en idealen geloven.

 

De herders hoeden hun schapen, één engel zou misschien nog wel te negeren zijn, maar een hemelse schaar niet meer! Wees niet bang wordt hen gezegd. Bang, waarvoor zijn ze bang? Is het de schrik om een hemels licht of is het misschien angst om hun hachje, omdat ze uitgedaagd worden uit hun veilige schapenwereldje te stappen, op zoek te gaan naar Groot Nieuws? Je veilige plek kán je gevangenis worden. Natuurlijk, ieder mens heeft een veilig thuis nodig. Kinderen in oorlogsgebieden zonder veilig huis lopen de vreselijkste trauma's op. En ook hier, wijzelf, wij kunnen ons vast ook nog herinneren wanneer wij als kind onze veiligheid kwijt raakten en hoe ons dat heeft beschadigd. Dus een veilig huis, een veilige relatie of veilige vrienden, een baan of inkomen met zekerheid – dat is allemaal een voorwaarde om tot bloei te komen.

 

Maar je kunt jezelf ook verschansen in die veiligheid. Als een situatie, een relatie, een baan, een huis niet meer bevredigend is, ons echt niet meer vervuld – wat dóen we er dan nog? Je kunt je leventje zo hebben ingericht dat je jezelf dat niet eens meer durft af te vragen. Misschien kent u de psychologie theorie van de schuttersputjes. Mensen die veilig willen zijn graven zich een hol en vandaar uit schieten ze op alles wat beweegt. Veteranen, soldaten die trauma's hebben opgelopen in de oorlog, kunnen hier in extreme mate last van hebben. Ze kunnen zichzelf alleen nog maar verdedigen, beschermen om te overleven. Van nieuwsgierig iets onderzoeken en ondernemen in het leven is geen sprake meer. Maar niet alleen veteranen hebben hier last van, wie heeft niet zo zijn eigen schuttersputjes. Heb jij niet ook je eigen manieren van reage­ren – je patronen waarmee je onschadelijk probeert te maken wat er op je pad komt?

 

Durf eens eerlijk te kijken naar je eigen eerste reacties. De manier bijvoorbeeld waarop je innerlijk een oordeel over een ander uitspreekt. Hoe snel je interpreteert wat een ander bedoeld zal hebben. Je irritaties als het niet zo gaat als jij vindt dat het moet gaan. Al die manieren waarmee je voortdurend tegen het leven zegt: “het is niet goed zo, het moet zoals ik denk dat het het beste is.” De vraag die je jezelf zou kunnen stellen is: kan ik een ander nog open aankijken? Kan ik een ander mens nog ontmoeten, echt ontmoeten, zonder oordeel, zonder verdediging, zonder maniertjes? Kan ik me nog laten raken, me nog onzeker laten maken, het niet weten – verrast zijn, enthousiast, nieuwsgierig? Durf ik de uitdagingen in het leven aan te gaan, ook al ben ik bang een figuur te slaan?

 

Vrijheid lijkt eng, onbekend – waar moeten die herders naar toe? Geen idee – ze gaan gewoon op weg, op zoek naar een onbekend kind. Een messias is geboren – zullen ze wel worden toegelaten – smerig en onbehouwen als ze zijn? Ze zouden kiezen voor hun gevangenis van veiligheid als ze zichzelf hadden tegengehouden. Ze hadden het zichzelf best kunnen vertellen: “Ach, die koningen en hoge dames en heren – die minachten ons, ze laten ons echt niet binnen. Nee, we blijven lekker op ons weitje hangen. We hoeven ons niet te verbeelden dat we iets voorstellen. Het licht straalt heus niet voor ons. Als je voor een dubbeltje geboren bent word je nooit een kwartje.” Hoort u het cynisme? Misschien herkent u het wel – ieder mens heeft wel spoortjes cynisme in zich, van die sneren naar waar wat eigenlijk erg verlangt.

Cynisme is gestolde wanhoop. Achter die schutters­putjes en gevangenissen van veiligheid zit de hoop op echte vrijheid. Een hoop en verlangen naar vrijheid die gesmoord is door de angst dat het niet waar is, dat het niet bestaat – die fantastische, stralende, getalenteerde persoon die ‘ik' ben. Ík???

 

Maar in de innerlijke strijd tussen veiligheid en vrijheid wint uiteindelijk de vrijheid het van de veiligheid. Vertrouw op die engel van hartstocht die ons tot leven roept. Veiligheid is noodzakelijk, maar op een gegeven moment moet je eruit weten te breken om tot echt leven te komen, tot vrijheid, tot jouw leven vanuit jouw inspiratie en jouw creativiteit – jouw kracht.

 

Dat voelt gevaarlijk, dat kan zelfs doodeng voelen. Maar wat is leven anders dan het leven hartstochtelijk liefhebben en ervoor gaan, meemaken en dús ook slijten aan het leven. Een reporter hoorde ik ooit tegen Wim Kok zeggen dat hij er de laatste tijd ouder was gaan uitzien. “Ja” zei Wim Kok, “er is nog meer leven doorheen gegaan”. Wijze woorden – ja het leven is ook slijten, verliezen, sterven. Aan leven ga je dood. Dat is wat ons uiteindelijk zal gebeuren, vroeg of laat – maar laat die naderende dood ons stimuleren om de kansen te grijpen die ons nú geboden worden. Kansen grijpen. Soms komen er dingen op je pad, een persoon, een baan, vrijwilligers­werk. Je wordt voor een keuze gesteld – je kunt de kans voorbij laten gaan of je kunt hem grijpen. Mensen hebben zelden spijt van beslissingen die ze hebben genomen, hoe ingrijpend ze ook waren. Mensen hebben vaker spijt dat ze hun kansen níet hebben gegrepen. Je hebt het avontuur laten gaan, je vraagt je steeds af hoe het leven zou zijn geweest als … Wie niet waagt, die niet wint!

 

Leven is een precair evenwicht tussen accepteren en ondernemen. Cynisme hoort er níet in thuis. Dus als er een schare engelen staat de jubelen op het veld, of misschien in je hart – ga er dan op af. Zoek die plek in je of buiten je, waar een nieuw kind is geboren, een wonderlijke geboorte van je nieuwe, eenvoudige, bijzondere, ik.

 

De engel van hartstocht daagt ons uit om te leven met alle kracht van ons hart. Stook het vuurtje nog maar eens op – het wordt een pittige winter!

 

 

Nodiging

Iedere week weer delen we hier brood en wijn met elkaar. Om te bevestigen dat wij geboren zijn om de majesteit van God te laten zien, die in ons schuilt. We delen brood en wijn als teken van onze dienstbaarheid voor de bevrijding van de wereld en elkaar.

Weet je genodigd om hier brood en wijn te delen, opdat het je zal sterken om mens te worden, met een ontwaakt hart en open armen.

 

Vrede en alle goeds

 

Zegenbede

Moge de Krachtige en Tedere dicht bij ons zijn

de komende dagen en alle dagen in ons verdere leven.

Moge Zij onze ogen openen en ons hart doen ontwaken,

opdat we onverschrokken en vol mededogen

midden in het vuur van het leven durven staan.

Moge Hij ons kracht en tederheid schenken

en steeds weer een nieuw begin. Amen .

 

Na afloop verzorgde het koor Particolarte een lunchoncert met kerstmuziek:

met Wouter Penris

meer foto's ; klik hier

 

 
       
 
 

RG 2007-12-23 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl