|
Breken
of barsten.
Jan van Hooydonk (gastcommentator) 7/9/07
De nieuwe voorzitter van de Gereformeerde Bond in de PKN, ds. H.J. Lam,
wenste er enkele weken geleden geen onduidelijkheid over te laten bestaan.
Nooit of te nimmer zal een vrouw in een bondsgemeente de kansel kunnen
bestijgen. Want: “al leven wij in een andere tijd, we gaan de Bijbel
echt niet anders lezen.” De Gereformeerde Bond zal natuurlijk heftig
bestrijden dat zij van het kerkelijk ambt een kaste heeft gemaakt die
anderen - vrouwen in dit geval - uitsluit. De bond beoogt die uitsluiting
natuurlijk ook niet, zij meent oprecht niet anders te kunnen. Maar het
gevolg is wel degelijk een gesloten kaste. Idem dito toen de synode van
de PKN enkele maanden terug vaststelde dat alleen academisch geschoolden
predikant kunnen worden. Alsof de Geest niet ook buiten de academie zou
kunnen waaien.
Maar nu de rooms-katholieke kerk. Die sluit zowel vrouwen als niet-celibataire
mannen uit van het priesterschap. De r.-k. kerk beoogt natuurlijk geen
discriminatie, zij meent oprecht niet anders te kunnen. Maar het gevolg
is wel degelijk een gesloten kaste. Maar niet alleen dát: het gevolg
is ook dat de r.-k. kerk bezig is om het meest centrale sacrament, symbool,
ritueel uit haar traditie om zeep te helpen. De eucharistie is teken bij
uitstek van breken en delen. Dit is ‘wat Jezus deed’, en dit
is wat zijn volgelingen te doen staat: het leven breken voor elkaar, het
leven delen met elkaar. In de eucharistie komen voor de katholieke gelovige
heel de Bijbel en heel het leven samen. Maar helaas is er in de geschiedenis
van de kerk iets verschrikkelijk mis gegaan: “Hoewel met de mond
wordt beleden dat de eucharistie het middelpunt is van de liturgie van
de kerk, wordt het vieren van de eucharistie afhankelijk gemaakt van de
voorganger en in feite het wijdingssacrament het belangrijkste.”
Dat zeggen de Nederlandse dominicanen in hun brochure Kerk en ambt, die
vorige week aan alle 1300 parochies in Nederland is toegestuurd.
De officiële kerk laat de gelovigen barsten. De dominicanen willen
daarin niet berusten. Hun alternatief: plaatselijke geloofsgemeenschappen
moeten “creatief de theologisch verantwoorde vrijheid nemen –
en krijgen – om uit hun midden hun eigen voorganger respectievelijk
team van voorgangers te kiezen”. Die voorgangers kunnen dan zowel
vrouwen als mannen zijn, gehuwden en ongehuwden.
De Nederlandse bisschoppen hebben intussen al laten weten dat ze dit behartenswaardige
pleidooi van de dominicanen “volstrekt in strijd met het geloof
van de Rooms-Katholieke Kerk” vinden. Maar de vraag is toch even
wie van hun geluid wakker zal liggen. Sinds meer dan een kwart eeuw heb
ik als rooms-katholiek in allerlei kleinere verbanden deel mogen nemen
aan de viering van de eucharistie zonder priester. En sinds een aantal
jaren deel ik oecumenisch Brood en Wijn met protestantse medechristenen.
Persoonlijk heb ik niet het gevoel daar slechter van geworden te zijn.
En vooralsnog ben ik niet van plan dat gevoel te wantrouwen. Sterker nog:
ik wens mijn medekatholieken en -christenen aan ‘de basis’
graag dezelfde ervaring toe.
Jan van Hooydonk
Bovenstaande bijdrage is overgenomen uit het oecumenische opinieblad VolZin
van 7 september 2007 (www.opiniebladvolzin.nl)
|