Kerk en ambt. Hoe verder?
 
     
     
         
 

Commentaar op "Kerk en ambt"


Bosman, drs. Frank G
In het weekend van 1 en 2 september jongsleden viel bij elke parochie in Nederland het boekje 'Kerk en Ambt' in de brievenbus. De Nederlandse Dominicanen presenteerden op deze verrassende wijze hun visie op 'een kerk met toekomst'. Theoloog Frank Bosman geeft een korte samenvatting van de belangrijkste tendensen van de brochure en een commentaar op de inhoud.

De Dominicaner Orde in Nederland verdient door haar lange traditie van studie van en reflectie op de katholieke traditie en haar theologie respect en welwillendheid. Zo bracht deze orde de wereldberoemde theoloog Edward Schillebeeckx voort, één van de grootste theologen van het Nederlands taalgebied ooit. Met respect en welwillendheid heb ik mij dan ook aan de analyse van dit kleine boekwerkje: al met al slechts veertig kleine pagina's groot.

'Catacomben-toestand'

Op verzoek van het Bestuur van de Nederlandse Dominicanen schreven André Lascaris, Jan Nieuwenhuis, Harrie Salemans en Ad Willems (allen lid van de orde) een analyse van de problemen binnen de Nederlandse kerk: de kerken lopen leeg en die nog weten te overleven, worden geknot in hun religieus creativiteit door strakke en starre bisdommen. Volgens een “peiling” die de Domicanen gehouden hebben onder Nederlandse parochies wordt er op vele plekken vol op geëxperimenteerd met alternatieve liturgieën en min of meer officiële 'Woord- en Communievieringen'. Deze creatieve uitingen worden voor de kerkelijke officials verborgen gehouden uit angst voor “een rel” met het bisdom. “Catacombe”-toestand noemt de brochure deze situatie.

'Wijdingsmacht'

De Dominicanen leggen vervolgens de vinger op de zere plek, althans waar zij hem zien. Volgens de auteurs is niet de eucharistie het middelpunt van het kerkelijk leven, zoals Vaticanum II en diverse bisschoppen niet moe worden te herhalen, maar feitelijk het sacrament van de wijding. Het is immers exclusief aan deze “celibatiare gewijde bedienaren” om “op geldige wijze” de eucharistie te kunnen vieren. Hierdoor - zo menen de Dominicanen - verwordt het charismatische voorgangerschap tot een juridische “wijdingsmacht” en worden groepen mensen als homoseksuelen, vrouwen en getrouwden uitgesloten van het voorgaan in de Eucharistie. Vaticaanse documenten als Redemptionis Sacramentum (2004) staan in een lange traditie waarin de “kerkelijke hiërarchie” probeert de eucharistie-als-broederlijke-tafelgemeenschap te vervangen voor een “offer-theologie” waarin rangen, standen en juridische 'machten' een grote rol spelen.

Zelf voordragen

De auteurs van 'Kerk en Ambt' stellen voor om de lokale geloofsgemeenschappen zelf hun voorganger of team van voorgangers uit te kiezen om deze - na een gedegen opleiding - voor te leiden aan de bisschop, die hem of haar vervolgens in zijn functie als voorganger bevestigd. Op deze wijze willen de Dominicanen de apostolische successie garanderen. “Voorgangers dienen bezielde gelovigen te zijn ... [met] een aanstekelijke geloofshouding ... deskundig ... liturgisch creatief ... soepel organisatietalent, gericht op mogelijke continuïteit van de geloofsgemeenschap.”

Theologisch testament

In het dagblad Trouw, dat in het weekend van de verschijning van deze brochure uitgebreid aandacht heeft besteed, merkte een van de auteurs, Jan Nieuwenhuis, op: “Het is ons testament, we hebben alleen nog ouderen.” Niet alleen is de Domicaner Orde in Nederland sterk aan het vergrijzen, ook de theologie die in de brochure naar voren komt, is ook al in zekere zin grijs. De brochure heeft dezelfde titel en als een document van het Nederlands Pastoraal Concilie (1968 - 1970), dat direct na Vaticanum II in Nederland begon. Ook de inhoud van de twee documenten komt sterk overeen. De literatuurlijst achter in de brochure (die van 2007) bevat opvallend veel 'oudere' werken. Nu is dertig jaar binnen de theologie niet veel, maar de meeste gebruikte bronnen komen wel uit diezelfde jaren zeventig. Modernere documenten over eucharistie en ambt worden niet of nauwelijks genoemd. Terecht merkten de Nederlandse Bisschoppen in een eerste (erg negatieve) reactie op dat “de meest recente kerkelijke documenten over de eucharistie en het gewijde ambt, Ecclesia de Eucharistia en Sacramentum caritatis, niet of nauwelijks in de overwegingen zijn meegenomen.” Een terecht verwijt lijkt me, aangezien in deze twee documenten juist een lans gebroken wordt voor een meer spirituele en minder functionalistische manier om tegen de sacramenten van wijding en eucharistie aan te kijken.

Maaltijd

Dat brengt mij op een tweede punt van kritiek op de brochure. Hoewel de Dominicanen zich expliciet afzetten tegen het 'geregel' van bovenaf aangaande de persoon van de voorganger en de vorm van eucharistieviering, is ook de door hen aangedragen oplossing erg op het functioneren van de voorganger geënt. De door hen voorgstelde voorganger moet aan een aantal liturgische en theologische kwaliteiten voldoen om vervolgens in dienst te worden gesteld door en in dienst van de parochie. De dominicanen definiëren het priesterschap erg eng tot een 'voorgangerschap' waarin het gaat om een soort (mager spirituele) werkgever-werknemersverhouding. De viering van de eucharistie wordt dan tot een samenzijn waarin de “wereld op tafel” kan worden gelegd. De eenzijdige benadrukking van de eucharistie als offer door 'de hierarchie' verdient enige nuancering, zoals de Domincanen terecht bepleiten, maar de brochure legt een even eenzijdige nadruk op de eucharistie als maaltijd. De 'weg van boven naar beneden' (wijdingsmacht, gezag, et cetera) wordt door de Dominicanen tot niet louter zaligmakend bestempeld, maar tegelijkertijd vind ik de door hen voorgestelde weg-van-onderen-af leiden tot de Godloze kerk van Harry Kuitert. Als “al het spreken van boven van beneden komt”, houdt wat mij betreft de idee van de christelijke religie op.

Congresbureau

Dit brengt mij bij een derde punt van kritiek. Het Dominicaans pleidooi voor een kerkorganisatie vanuit de basis klinkt wel erg democratisch en sympathiek in onze moderne oren - ook in de mijne -, maar vraagt tegelijkertijd veel te veel van de parochie zelf. Dit model stelt de plaatselijke geloofsgemeenschap functioneel, moreel en religieus verantwoordelijk voor de continuïteit van het katholieke geloof, hun eigen theologische bagage en capabele voorganger. Dit kan praktisch en ideologisch onmogelijk van een - zoals de Dominicanen zelf stellen - sterk verkleinende en vergrijzende parochie gevraagd worden. De lokale kerk is wel de basis van de universele katholieke kerk, maar valt er niet mee samen. Bisschoppen en paus zijn geen '(inter)nationaal congresbureau' dat de individuele leden met elkaar in gesprek brengt. Het zijn evenzo de bisschoppen die - met al hun fouten en tekortkoningen - garant moeten staan en zich moeten inzetten voor de eenheid in de verscheidenheid van lokale gemeenschappen. Het zijn deze 'congresbureaus' die de lokale gemeenschap de loodzware taak om louter op eigen kracht hun geloof en geloofspraktijk gaande te houden. De lokale kerk valt niet samen met de universele kerk, zoals de universele kerk niet met Jezus Christus samenvalt.

De Dominicanen publiceerden deze brochure zonder overleg met de bisschoppen: “Overleg met de bisschoppen leek ons een beetje heilloos,” aldus Nieuwenhuis. “Het is onze plicht en ons recht om onze stem te laten horen en we hebben een traditie van pionierschap en vrijmoedigheid.” Van hun vrijmoedigheid durf ik niets te zeggen, maar of deze brochure van pionierschap getuigt, is een grote open vraag.


Kerk en Ambt: Onderweg naar een kerk met toekomst, Bestuur Nederlandse Dominicanen