Kerk en ambt. Hoe verder?
 
     
     
         
 

Vrolijk doorgaan met wat vastloopt

Dhr. Henk Baars 13/11/07

Gaf de studiebijeenkomst op 10 nov. jl. georganiseerd door de Dominicus, de Amsterdamse studentenecclesia , de Duif en de Marienburgvereniging n.a.v het Dominicaner rapport over Kerk en Ambt in de r.-k nu een doorbraak te zien? Het is interessant dat serieus na te gaan op grond van de indrukken van mijzelf en anderen.

Ultrakort samengevat zegt het rapport, kies zelf je voorganger in je geloofsgemeenschap en bestendig daarmee datgene wat al gegroeid is of groeit. Er is dringend behoefte aan leiding en voorgangers.

De grondtoon tijdens de studiebijeenkomst is de forse ambivalentie tussen de vraag naar verantwoorde eigen inrichting van die geloofsgemeenschap en de binding met het grotere geheel. Dat grotere geheel verschijnt voor het merendeel van katholieken nog steeds in de vorm van een bisschop of ‘Rome’ zoals in het spraakgebruik aan de orde komt. Er is sprake van een soort loyaliteit, ook al is die soms heel kritisch, die een verbinding wil leggen, als ware de kerk een mystiek lichaam. De vraag is natuurlijk of dat nog geldt. Maar zelfs in de Dominicuskerk is het nadenken over de verbinding via een bisschop aan de orde. Men duidt met graagte aan dat de liefde van één kant is opgezegd en dan niet van de kant van de Dominicus. Daarnaast werd er voor de lijn naar het grotere geheel tevens verwezen naar de aanwezige dominicanen. De vraag is dus of het onderscheid protestant en katholiek in de Dominicus wel echt opgeheven is zoals men beweert.

Hoewel bevestiging van voorgangers in de vroegste tijd van binnenuit de gemeente plaatsvond, wordt vandaag de dag het ontbreken van wijding van buitenaf toch als een vacuüm gezien, zo vond Eric Borgman. Maar een dergelijke stellingname roept wel onmiddellijk een grote variatie aan praktijkverhalen op die om het hardst roepen, dat een dergelijke bevestiging helemaal niet nodig is. Maar er klinkt altijd iets tragisch in door. We zijn zelf verder gegaan, hebben ons zelfstandig ontwikkeld, maar dat is nooit opgemerkt. Die behoefte aan bevestiging van buitenaf is blijkbaar heel sterk en waarschijnlijk ook typisch rooms-katholiek.

Getracht werd een uitweg te vinden door te concentreren op de fundamentele vraag naar wat ons gezamenlijk kerk-zijn dan moet of mag inhouden. De vooronderstelling is dat het bespreken van de verhouding kerk en ambt eigenlijk een afleiding is om het meer fundamentele probleem aan de orde te stellen. Namelijk; wat gaat ons werkelijk aan het hart? Mijn waarneming is dat dat een bekende oplossing is van een probleem waar je omheen draait. Je wil of kan het niet aanpakken. Dan maar de vlucht naar voren. Concentreer je op het fundament en dan kun je verder, zo klinkt de oproep. Maar in dit geval helpt een meer fundamenteel nadenken m.i. niet meer. Je moet ook in staat zijn om een steeds acuter wordend probleem echt op te lossen. Verdere studie en onderzoek zijn altijd van belang, maar als het management (de leidinggevenden in de kerkgemeenschap) niets doet, leidt dat tot onherstelbare schade. Als het gaat om – letterlijke citaten – een ‘ijzingwekkende afstand’ tussen top en basis, en een ‘oorverdovende stilte’ in de relatie met bisschoppen, dan kun je toch met recht het probleem urgent noemen. Van die urgentie is de slinkende groep mensen die dit belangrijk vinden zich niet echt bewust. Men kijkt vriendelijk en goedmoedig om zich heen en vraagt naïef voor nieuwe praktijken om bevestiging die ingaan tegen een ijzeren r.-k. wereldkerkorde die vrijwel niet verandert. Wij zijn de kerk, dat klinkt heel mooi, maar het is gewoon niet waar wanneer je dit dilemma niet oplost.

Inderdaad, zo werd gesteld het gaat om de organisatie van het katholiek religieuze. Daarin zijn noodzakelijke stappen van schaalvergroting gezet. En niet zo’n beetje. Het is een understatement te beweren dat velen vrezen dat de gelovige daarin minder goed gedijt en bediend wordt. De vooronderstelling is weer dat het maar de vraag is of in de verdere toekomst het katholiek religieuze wel georganiseerd moet worden. Dat klinkt wellicht vreemd, maar de verschuivingen op levensbeschouwelijk en godsdienstig terrein zijn zo gigantisch en de wijzigingen op organisatorisch niveau zo weinig to the point dat het een verloren zaak lijkt. De aansluiting met jongeren is vrijwel nul als het gaat om nadenken over veranderende verhoudingen in kerk en ambt om maar een van de vele niet-aansluitingen te noemen.

Katholieken van hoog tot laag lijken niet uit het dilemma te komen. We doen iets, we nemen een initiatief, maar het kan niet. Het is opmerkelijk dat de reformatie met al haar nadenken en worsteling op dit terrein volledig ontbrak tijdens deze ‘verboden’ studiedag. Het had aanmerkelijk meer zuurstof kunnen geven aan die merkwaardige loyaliteiten tussen Rome en de basis. Is het niet zo dat de dominicanen de reformatie opnieuw aan het uitvinden zijn? Prachtig, maar kies dan ook voor het protestantse model. Daar is niets mis mee. Ook daar is al eeuwen aan geslepen. Voor katholieken is simpelweg onvoldoende duidelijk welke voordelen dat heeft.

Nieuwe kerkvorming, nieuwe kerkplanting, want daar zou het mij om gaan, en vooral het studeren daarop: het zou principieel oecumenisch moeten zijn. De binding met een wereldkerk is in een dergelijke fase van vernieuwing volstrekt onnodig, dat kan altijd later nog en dan kun je kiezen. Dat we in de traditie staan hoeven we niet meer te verdedigen, de vraag is met wie je een toekomst wil hebben. Bedenk waarom je christen wil zijn en kies dan je partners.

De studiedag lijkt mij voor vele katholieken een stapje richting verdere emancipatie, hoewel het nostalgiegehalte groot was. Hoe vaak hebben we deze thema’s al niet besproken niet in het minst in de Acht Mei Beweging met wel 13.000 in plaats van de 500 van zaterdag 10 november. Is dit een laatste opleving en is de generatie die dit belangrijk vindt dan uitgestorven? Die vrees is reeds geuit en heeft goede gronden.

Het kan niet zo zijn dat een volgende studiedag weer over kerk en ambt gaat. De volgende moet gaan over kerkplanting en kerkstichting en wat daar voor nodig is. En alweer, let op de brede protestantse gemeenschap, die is daar al veel langer mee bezig. Het kan echt niet zonder hen.

Henk Baars

Auteur was de laatste voorzitter van de Acht Mei Beweging en werkt thans bij Stek, voor Stad en Kerk, van de PKN in Den Haag; hij is redactielid van de website.