|
||||
Bijdrage Henk Kemper - 1 april 2008 |
||||
Voorganger: Henk Kemper en Rob Gijbels Herdenkingsviering Carla Blaauw-Montijn Veel te laat heb ik je liefgekregen, Lezingen: Johannes
14, 1-21 Welkom en inleiding Goedemiddag, jullie allen die gekomen
zijn naar deze speciale viering. We zijn gekomen om vanmiddag afscheid
te nemen van Carla Blaauw – Montijn. We zijn gekomen om afscheid te nemen van haar aards bestaan en haar toe
te vertrouwen in de handen van onze Schepper in wie zij zelf veel vertrouwen
stelde. Het is goed dat jullie allemaal gekomen zijn. Want als je met veel bent is de troost die je elkaar kunt schenken immers zoveel meer deelbaar. En dat is mooi voor ons, achterblijvers. We hebben elkaar nodig om elkaar tot steun te zijn en tot zegen in deze moeilijke periode van ons bestaan. We zullen vanmiddag stilstaan bij de persoon die Carla was. Wat zij voor
ons betekende en wat anderen voor haar hebben betekend. Niet om definitief
afscheid van haar te nemen, maar als een opstap om op een andere manier
aan haar te denken. We zullen in woord, gedachte en gezang stilstaan bij waarden die Carla belangrijk vond in dit leven. Waarden die wij met haar deelden. Waarden die zij ten diepste deelde met God, die ook onze God is. Die zij deelde in de gesprekken met anderen. Zo zullen we de uitspraak van Jezus van Nazareth horen “Ik ben de weg, de waarheid en het leven.” Een citaat dat Carla zeer aansprak en vanuit die overtuiging gaf ze haar leven vorm. En om haar overtuiging in een leven na de dood nog eens te onderstrepen lezen we een tekst van Jesaja waarin ook uitdrukkelijk staat dat God nooit het werk dat hij ooit begon, zal laten varen. Laten we eerst een moment stil worden en in
onszelf zoeken naar ruimte om open te staan voor contact met onze Schepper
die we vandaag zo nodig hebben. Om de leegte die Carla’s heengaan
met zich meebrengt te delen met de Eeuwige. Overweging Het zal zo midden jaren 70 geweest
zijn dat Carla wat je noemt betrokken raakte bij de Duif. Zij volgde hiermee
de voetsporen van Thom die iets eerder was toegetreden tot het koor van
de Duif. Carla was zeker heel happy in die periode. Ze was een bekende verschijning:
iedereen kende haar en elke Duif, maar vooral de jonge Duiven noemde haar
Moeke. Dit tegen de achtergrond van de gezondheid van Carla die regelmatig een
deuk opliep. In dit leven is helaas niet iedereen gezegend met een kei
van een gezondheid en Carla behoorde helaas niet tot de mensen die blaakten
van gezondheid en weerstand. Hoe euforisch was Carla dan ook toen zij Cees leerde kennen. In het begin
was ze zeer spaarzaam met daarover mededelingen te doen. Haar goed recht:
waarom moet je meteen van de daken schreeuwen dat je wel een heel leuke
meneer bent tegengekomen. En ook nog, die leuke meneer zat misschien helemaal
niet te wachten op een dame die qua gezondheid geen jonge blom (zoals
Cees dat altijd noemt) meer was. Maar nog afgelopen zondag lichtte Cees
mij een tipje op van de sluier. En ik weet dat ik het gerust aan jullie
mag doorvertellen. Carla was zeer gelukkig met haar Cees. Eens te meer liet ze zich daar
over uit. En Cees, die niet uitblinkt in het kunnen ontvangen van complimenten,
zuchtte dan eens diep met de mededeling “waar heb ik het allemaal
aan verdiend. Allemaal eigenbelang” Maar toch verdenk ik je ervan
Cees dat je heel goed beseft hoeveel goed je hebt gedaan aan Carla. Hoe
je haar leven vulde en aanvulde. Hoeveel geluk ze ervoer in de reisjes
die jullie samen maakten. In de dagtochten met jullie autootje. In het
samen boodschappen doen op de markt, het dan even samen lunchen, dús
genieten van elkaars aanwezigheid. Elkaars wederzijds vertrouwen. Afgelopen week is Carla, God zij dank, rustig en vredig ingeslapen in
aanwezigheid van haar kinderen. De kinderen die ze zo hoog achtte. Waar
ze zo trots op was. Aan het begin van deze dienst zongen we het lied Licht dat ons aanstoot in de morgen. Licht waarin in we staan, Vaderlijk Licht, laatste woord van Hem die leeft. Ook Carla geloofde heilig in een voortbestaan na de dood. Daarom is het
mooi, Cees, dat je van de week de uitspraak deed dat Carla maar alvast
de groeten moet doen aan alle bekenden die daar boven zijn aangekomen
en die haar met warmte zullen ontvangen en omringen. Natúúrlijk
doet zij de groeten van ons aan hen die ons zijn voorgegaan. Want als
Carla op haar praatstoel zit....! Op de rouwcirculaire, en het staat ook op het boekje van vandaag, heeft
Cees een regel uit het lied “veel te laat” opgenomen en een
regel met dichterlijke vrijheid veranderd. Daarmee is eigenlijk alles gezegd: Moge dat zo blijven. |
||||
|
||||
RG 2008-04-13 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl |
||||