|
||||
Bijdrage Diana, viering 4 mei 2008.
|
||||
Thema: Het einde van alles is nabij |
||||
Inleiding Goedemorgen lieve mensen, hartelijk welkom. Met een klein dapper koor zonder dirigent, en een schare van mensen in de kerk die niet op vakantie het land uit zijn – gaan we vandaag in de Duif de dienst van woord en gebed vormgeven. Welkom, we bekenden, mensen die vaker komen, of eens komen snuffelen hier. Ook de kinderen zijn van harte welkom. We gaan er weer wat moois van maken.
Kinderen naar voren?
Ik was de afgelopen week op een boeddhistische retraite, een week studie en mediteren in het bos bij Naarden. Het was een studieweek over de werking van het menselijk bewustzijn, de invloed van onze geest op ons lichaam én op de geest zelf. Een van de dingen die opnieuw tot me doordrong was het besef van de veranderlijkheid en de vergankelijkheid van alles, van echt álles. Alles wat is verandert, er is niets blijvends – leert het boeddhisme. Dit is geen doembeeld. Integendeel, het is een opwekkende kracht om te beseffen dat je dit leven beter niet kunt verdromen, maar helder en krachtig kunt leven.
En toen ik thuiskwam donderdag zag ik het thema weer van vandaag: “Het einde van alles is nabij”. Met deze krachtige uitspraak roept Petrus in zijn brief op om tot bezinning te komen en helder van geest te zijn. Het is weer een mooi staaltje van overeenkomst in religies. We gaan het ervan vandaag over hebben. En voor ik het vergeet, ik heb een vertyping gemaakt bij het samenstellen van het boekje. Per ongeluk zijn twee lezingen ineen geschoven. Een tekst van Johannes wordt samengevoegd met een tekst van Handelingen. Straks zullen we het netjes voorlezen zoals het hoort. Ik wens ons een heel heldere viering.
Overweging Niet weten wat te doen. Er is iets drastisch gebeurd in je leven en je weet niet meer wat te doen. Er is een tijdperk is geëindigd, en er is nog lang geen nieuw tijdperk aangebroken. Een relatie is voorbij, een geliefde is gestorven. Je ideaal ligt aan scherven, je gezondheid is voorbij. Het einde is heel nabij.
Of misschien heb je zelf een einde aan een tijdperk gemaakt. Je hebt jezelf toegegeven dat je beter kunt stoppen met de baan die je al lang niet meer bevredigde, je hebt de relatie beëindigd die maar voort tobde. Je hebt zelf voor een einde gekozen maar er is nog lang geen nieuw begin. Het einde trekt nog aan je zonder dat er ook maar iets van een nieuw begin gloort. Het trekt, het duurt, het lijkt eindeloos lang, dat einde.
Dít is de tijd van het jaar. We zitten midden in zo'n tijd. Ik noem het een incubatietijd, een tussentijd. We zitten in deze eindeloze tijd tussen Pasen en Pinksteren. Voor de volgelingen van Jezus is er veel gebeurd. Jezus is vermoord, hij is begraven maar ook weer opgestaan. Hij blijft maar verschijnen. Hij spreekt hen toe, roept hen op, daagt hen uit. Hij belooft hen een Heilige Geest. Die zal hen de kracht zal geven tevoorschijn te komen in een nieuwe tijd, belooft hij. Dan zullen ze als ware christenen getuigen tot aan de uiteinden van de aarde. Het is nog niet zover. Het is nog tussentijd. De vrienden en vriendinnen, de volgelingen, een getal van 120 wordt genoemd, dolen nog rond in “niet–weten–wat–te–doen”. Jezus heeft hen gewaarschuwd, ze kennen de gevaren – er zullen tijden zijn dat ze uit de synagoge worden gezet, ja er zullen zelfs tijden zijn dat er mensen menen God te dienen door hen te doden. Het einde is voorbij, hun leraar is dood, de verlosser waar zij in geloofden. Ze zijn nog niet zover dat ze het stokje kunnen overnemen. Ze dwalen rond. Ze weten nog niet hoe het stokje over te nemen. Wat te doen? Hoe het aan te pakken?
Wat moet je doen als je niet weet wat te doen? Wat moet je doen als het einde voorbij is maar nog niet echt, als het einde nog zo nabij voelt?
Als je echt niet weet hoe verder te gaan, is het beste wat je kunt doen te zorgen dat je helder van geest wordt. Staak het dolen. Zoek niet te snel naar houvasten, naar nieuwe idealen, nieuwe geliefden, nieuwe vulling van je bestaan. Sta maar midden in het vuur van niet–weten. De volgelingen, zij die–het–nog–niet–weten, doen het enige dat ze kunnen doen: ze wijden zich vurig en eensgezind aan het gebed.
Pinksteren komt, het moment dat het einde voorbij is en er een nieuwe start wordt gemaakt. De ommekeer zal worden gemaakt. Na elk einde is er een nieuw begin. En aan elk nieuw begin komt er ooit weer een einde. Jaren na die gedenkwaardige Pinksteren waar de volgelingen hun ommekeer zullen meemaken, zal Petrus aan zijn groep christenen in Klein-Azie schrijven. Hij schrijft hen dat het einde van alles nabij is. Petrus gelooft dat ook letterlijk, hij verwacht dat de tijd van het oordeel is aangebroken, het einde der tijden. En wáár roept hij de mensen toe op nu het einde nabij is? Hij roept op tot bezinning en zuiverheid, helderheid van geest.
Het besef van het einde is zo choquerend, dat smijt je in de helderheid. Terwijl toch echt aan alles altijd een einde komt. Elk moment van het leven overkomt het ons. Iedere dag weer opnieuw komt de dag ten einde. Heerlijke vakanties komen ten einde, moeilijke tijden komen ten einde. Het goede leven komt ten einde, maar ook lijden en verdriet. Ons leven komt ten einde. De dood blijft choquerend. We willen het eigenlijk niet echt geloven, dat er een einde komt aan het bestaan van onze geliefden, aan ons eigen bestaan. Als je jong bent lijkt de dood zo eindeloos ver weg. Als je oud bent, houd je je graag vast aan troostrijke gedachten die het einde minder einde maakt: je zult gaan naar dezelfde plaats als waar je geliefden zijn.
In de meer mystieke tradities van christendom en boeddhisme werden religieuzen aangemoedigd op de dood te contempleren. Soms heel letterlijk krijgen ze de opdracht over zichzelf als lijk te mediteren, of moeten ze waarnemen hoe een lijk ontbindt. Dat is een nogal heftige methode om te doorzien dat aan alle leven een einde komen, ook die van jezelf.
Schieten we er iets mee op als we ons realiseren dat er een einde komt aan ons leven, een einde aan alles? Ja, we schieten er zeker wat mee op. Mensen die de dood onder ogen hebben gezien melden het ons: ze hebben het leven innig lief gekregen.
Besef je werkelijk dat het einde áltijd nabij is, dan wórd je helder van geest en besef je pas wat van belang is. Dan heb je lief en kun je ook veel van mensen hebben. Je liefde doet je de schouders ophalen over de fouten die anderen maken. Als het einde zo nabij is – is alles zo relatief. Je maakt je niet meer druk om waar je je vroeger over zou opwinden. Je wordt gastvrij, je klaagt niet. Je zet je gaven in om anderen te helpen.
Laten we beseffen dat die Heilig e Geest die met Pinksteren aan de volgelingen van Jezus werd gezonden, iederéén is gezonden die het lef heeft om haar of zijn incubatietijd vol te houden en te doorleven. Ons is een waarachtig onderscheidingsvermogen gegeven. We kunnen daarop vertrouwen: een nieuwe weg zal zich aan je openbaren als de tijd gerijpt is. In ieder van ons zit deze diepe innerlijke kracht. Deze Geest zal ons leiden, zij zal ons inspireren als we helder van geest blijven en ons niet in beslag laten nemen door geweeklaag, als we niet te snel een nieuw begin willen afdwingen.
Het einde van alles is nabij. Wat klinkt het eigenlijk prachtig, zacht, en helemaal niet eng. Want nu het einde van alles nabij is, hoor je dan ook het omgekeerde? Niet alleen het einde is nabij: álles is nabij: de geuren en de smaken, de pijn en het dierbare verdriet, de vriendschap en de gulle liefde.
Alles is nabij. Amen.
Gebed bij Groene Boek
We vragen om wijsheid, voor een warm hart en een koel hoofd
Een gebed voor huidige slachtoffers van religieus geweld. Dat daders de ogen worden geopend om niet in de naam van God te doden en mensen uit de gemeenschap te zetten.
We bidden voor Gerard, die ons vorige week is ontvallen. Een we bidden voor Thea om sterkte. Nodiging
Lieve mensen, er zijn grote woorden gezegd vandaag in deze dienst. Maar waar het in het dagelijks leven op neer komt is het samenleven en samen delen. Laten we dat beseffen is we hier en nu met elkaar matzes en wijn delen. Dit ijzersterke gebaar dat Jezus met ons maakte – brood en wijn te delen, als teken van zijn kracht en verlossing, dat delen wij ook nu weer met elkaar. Wie je ook bent en wat je ook gelooft – weet je genodigd hier nu met elkaar samen te komen en te delen in vrede en alle goeds. Vrede en alle goeds.
Zegenbede
Moge de Krachtige en Tedere dicht bij ons zijn de komende dagen en alle dagen in ons verdere leven.
Moge Zij onze ogen openen en ons hart doen ontwaken, opdat we onverschrokken en vol mededogen midden in het vuur van het leven durven staan.
Moge Hij ons kracht en tederheid schenken en steeds weer een nieuw begin.
|
||||
|
||||
|
||||