Bijdrage Harris Brautigam - 11 mei 2008 PINKSTEREN
 
 

Voorganger: Harris Brautigam

Lector: 

Welkom en inleiding.

Van harte welkom op deze mooie Pinksterdag.

We boffen: mooi weer, goed uitgerust na 2 weken vakantie en bevrijdingsfeesten. Bovendien, vandaag nog Moederdag. Voor vaders en grote kinderen levert dat een paar puzzeluurtjes op: “Hoe verwen ik mijn moeder, en hoe profiteer ik daarvan zo stevig mogelijk mee”!

Bovendien hebben wij vandaag in onze Duif een dopeling: Jeroen, zoon van Simon Moerkamp en Heidi Westerheide, broertje van Wim.

 

Het kan niet op vandaag! We moeten een keuze maken en daarom houden we het Pinksterwonder en de doop van de kleine Jeroen. De aandacht en de zorg voor de moeders laten we over aan de respectievelijke thuisfronten.

 

Het verhaal en het belang van Pinksteren verdwijnt een beetje in het lentegewoel van de natuur om ons heen. We willen er op uit en dan hebben we niet zoveel aandacht voor binnenkerkelijke overwegingen. Toch gaat het met Pinksteren om iets heel wezenlijks voor de hele mensheid, denken wij, namelijk: willen mensen elkaar verstaan. Volgens ons valt of staat daar de hele menselijke samenleving mee. Daar willen we over nadenken, en we nemen de kleine Jeroen hierbij heel nadrukkelijk mee. Want een nieuw kind, een nieuw leven op de wereld zetten, dát durven een heleboel mensen niet meer omdat ze de toekomst van onze aarde niet vertrouwen. Wél kiezen voor een kind, een nieuw leven, betekent lef en vertrouwen hebben dat het toch goed komt met onze wereld. Maar daar hebben we elkaar dan ook hard voor nodig. En de Heilige Geest ook. Er is voor ons en die Geest veel werk aan de winkel!

Daar hebben we dan ook onze liedjes op afgestemd.

Goede dienst toegewenst!

 

Overweging.

Ik ben erg nieuwsgierig wat die leerlingen nu écht gezegd hebben toen ze door de Geest opgeroepen, de mensen toespraken. Het moet in die smeltkroes van mensen, - want wat waren daar een hoop nationaliteiten vertegenwoordigd – tóch iets positiefs geweest zijn. Iets positiefs en iets ongewoons. Iets wat heel aantrekkelijk klonk en tegelijk een reactie opriep van: “Ach nee, dat is wel leuk en aardig, maar dat kan niet waar zijn.” Zoiets als: “Jongens, nu moeten jullie niet overdrijven”! Vandaar die goedmoedige reactie van de man in-de-straat: “Die hebben vast een gezellige borrel op”! En de reactie van Petrus is even nuchter en afdoende: “Het kan niet dat we dronken zijn, daarvoor is het nog veel te vroeg”!

 

Wat hebben ze nu gezegd? Of: waar hebben ze op geappelleerd, dat de mensen zo goedmoedig reageerden? Ik ben toen een beetje bij mezelf te rade gegaan. Ik vroeg mezelf af wat of nu, in onze samenleving, die toch ook alles van een smeltkroes van nationaliteiten in zich heeft, een soortgelijke goedmoedige reactie te weeg zou kunnen brengen.

Daar is heel wat voor nodig. Stel voor ze zouden nu zeggen: de benzineprijs gaat omlaag. Daar is niet iedereen blij mee vanwege de schade voor het milieu. Of : iedereen wordt lid van de dierenpartij en eet geen vlees meer. Moet je dan de boeren en de slagers maar eens horen!

Of: volgend jaar wordt Ajax echt kampioen en wint de wereldbeker. Nou, dan vliegen gegarandeerd de Feyenoorders in de gordijnen!

 

Wat zou het kunnen zijn, waarbij iedereen die van goede wil is, verheugd op zou reageren en verlangend naar zou uitzien? Zo in de trant van: “Was dat maar waar”!

Pinksteren was in die dagen een bekend feest. Begonnen als oogstfeest, werd het zo rond 200 voor Christus een feest ter herinnering aan de overdracht van de stenen tafelen aan Mozes op de berg Sinaï. En dat was écht een feest! Want het hield in herinnering dat God een onverbrekelijk verbond met de Joden had gesloten. Een verbond dat een belofte inhield van God-met-ons. Een belofte van een toekomst met Ik-zal-er-zijn. Een belofte van Samen op weg.

 

Deze woorden zijn heel makkelijk uitgesproken, maar bevatten een diepte die heel ons menselijke bestaan raakt en zin geeft. Woorden schieten mij tekort om dit geloofsmysterie van ons geroepen zijn door God in dit bestaan een beetje aan te voelen en te durven beleven. Misschien zijn die woorden van de 12, in het vuur van de Geest uitgesproken tot al die mensen daar verzameld, woorden van getuigenis geweest dat er een God is die actueel en intens met ons verbonden wil zijn. Wie weet hebben die woorden als een lichtend baken geklonken in een maatschappij, die bezig was mensen van elkaar te vervreemden en tegen elkaar op te zetten, als een uitnodiging om te blijven geloven dat het anders kan en is. Dat de dreigende wetten van de verregaande verindividualisering en vercommercialisering niet het einde en het doel kunnen zijn van ons menselijke bestaan.

 

U hoort het goed: in mijn woordkeuze pas ik woorden toe die van deze tijd zijn. Maar is het niet de hele menselijke geschiedenis door dit dreigend probleem geweest wat mensen van elkaar vervreemdt? En is het niet de Geest die steeds maar weer de Geest van Jezus uitdeelt om elkaar recht in de ogen te blijven aanzien? Maar die moet dan wel gehoord worden.

 

Ik begon mijn overweging met een vraag: wat zouden die leerlingen, door de H.Geest opgeroepen, nu allemaal gezegd hebben waardoor die mensen van allerlei naties verstonden waar het om ging. Volgens mij was het een uitnodiging en een oproep om elkaar, wie je ook bent en waar je ook vandaan komt, serieus te behandelen en op te nemen om samen aan een toekomst te bouwen. En daarmee riepen ze tegelijk het rijke beeld op van een waardevolle samenleving. En wat deden die toehoorders: ze luisterden maar konden hun oren niet geloven en deden het af als onschuldige dronkemanspraat. Waarop Petrus in niet mis te verstane woorden duidelijk maakte dat er wel degelijk een Goddelijke belofte en plan ons in handen is gegeven om een leefbare wereld voor iedereen te bewerken. Onder het motto: Vrede maak je met elkaar!

Dit pinkstergeluid, (dat ook het motto was op de vorige week gevierde bevrijdingsdag), deze pinksteroproep staat daarom lijnrecht tegenover al die oproepen om vreemdelingen te weren, om met ontwikkelingsgeld te stoppen, om het gelovig besef van anders-gelovigen verdacht te maken en als een bedreiging en vorm van fascisme te typeren.

Pinksteren is door de Geest van Jezus weer die oproep om te beseffen dat het heil van onze wereld en van de mensen die haar bewonen, ons in handen is gegeven.

En wat is daarvoor nodig?

 

Ik las in het laatste Groene Licht als een heenwijzing die dichtregels van Han van Uden:

 

Leven uit de Geest is opstaan,

Op weg gaan, zoeken naar wegen;

niets houdt je tegen.

Muren doorbreken, moed inspreken,

Vallen en opstaan, toch weer doorgaan,

opnieuw beginnen;

Elkaar beminnen, soms even leunen,

Fouten erkennen, vergeven, verwennen,

Is leven,

Is liefde,

Is God!

 

Moge die Pinkstergeest ons dat blijvend inprenten: Amen

 

De doop van Jeroen:

Beste Heidi en Simon,

 

Vlak voor de kerstdienst op 24 december hebben jullie aan Paul en mij gevraagd om jullie kind, als het zover was, te dopen.

We hebben daarop van harte “ja” gezegd. En nu is het dan zover.

Jullie hebben, zo te zien, een heel gezonde jongen gekregen. En we willen hem graag dopen in de naam van de Vader, die leven geeft, van de Zoon, die onze weg is, en de H. Geest, die onze begeleider wil zijn.

Wat is dopen?

Dopen is meer dan een rituele handeling met water, olie en zout, met kaarsen en een liedje.

Dopen is erkennen dat God in zijn leven een rol speelt;

Dopen is een oproep: om te kijken, om te zorgen en te begeleiden.

Dopen is ook: aanbieden en een belofte: wij willen dit kind als mens voor de toekomst opvoeden;

Dopen is een vraag: leef met ons mee, geef ons kind een kans in deze gemeenschap.

Dopen, vandaag op het feest van Pinksteren, is heel speciaal een vraag dat je zoon in heel zijn leven door jullie liefde, de liefde van Gods Geest mag blijven ervaren.

 

Simon en Heidi,

Willen jullie proberen je zoon in die Geest op te voeden en te begeleiden?

Natuurlijk heb je ‘ja' gezegd, anders waren jullie nu niet hier geweest.

Maar willen jullie, als dat nodig is, een beroep doen op onze Duifgemeenschap om steun en hulp.

En wilt U als Duifgemeenschap dit jonge mensje, en andere echt kwetsbare mensen met het oog op Gods bedoelingen, bijstaan en opvangen?

 

Paul, jij bent als peetoom gevraagd: hou je een oogje in het zeil? Wil jij ook hem helpen zijn weg te vinden in deze wereld?

 

Ik doop je nu met water:

Ik zalf je met olie: bewaar de kracht en de soepelheid om te leven volgens Gods Pinkstergeest;

Ik laat je wat zout proeven: moge je ervaren dat je leven met God pit aan je leven geeft!

 
       
 

| Archief/Bijdragen | Archief 2008 |

 
 

RG 2008-05-16 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl