Bijdrage Harris Brautigam - 10 augustus 2008
 
 

Voorganger: Harris Brautigam

Inleiding.

Vandaag mag ik de zomerserie “chatten met God” van dit jaar afsluiten. We hebben gezocht naar antwoorden op vragen die mensen samen kunnen hebben. Vragen die mensen bij elkaar kunnen brengen en die diezelfde mensen bij het zoeken naar antwoorden en verklaringen ook weer uiteen kunnen drijven..

Een smeltkroes van menselijke hoop en wanhoop, onzekerheid en toekomstdromen, een smeltkroes van mensen die met elkaar uitzien naar verlossing en vervulling van dromen.

Zo ontstonden de kernwoorden van de afgelopen thema's: Meegaan, Mededelen, Medevreugde, Mededogen, Meewerken en meeleven.

Vandaag, ter afsluiting: medelijden, met de klemtoon op <lijden>!

Mede-lijden is pijnlijk!

 

Om het thema van vandaag wat af te bakenen koos ik 4 gegevens uit de actualiteit. Ik hoop dat die en de liedjes en psalm 37 (volgens de Naardense vertaling) die ik uitkoos ons bij de hand nemen om de uitdaging van het eeuwige visioen te blijven aanvaarden.

 

Nu de 4 teksten:

 

“Wat moeten wij met de waarheid? Hoe langer een mens leeft, hoe meer smeerlapperij, platvloersheid, grofheid en vunzigheid hij om zich heen ziet en hoe meer hij smacht naar schoonheid, helderheid, zuiverheid.

De mens heeft de kracht niet om het kwaad en het vuil uit te bannen. Gun hem het recht om niet te hoeven zien wat de ziel kapot maakt! Gun ons vergetelheid, schoonheid, rust, dat is wat de mens wil”!

 

Aldus één van de personages in het toneelstuk ‘Zomergasten'. Een tekst overigens rond 1900 geschreven door de Russische schrijver Maxim Gorki.

 

“Wij sturen wapens naar landen in conflict, wij financieren corruptie, wij zeggen dat patentrecht zo goed is waardoor de prijs van medicijnen veel te hoog is in ontwikkelingslanden, we maken de boeren kapot met onze landbouwsubsidies.

Dat betekent ook snijden in eigen vlees: als burger, als consument kunnen we keuzes maken, zodanig dat anderen daar niet slechter van worden”. (Oud Minister Jan Pronk, voorzitter van het IKV)

 

‘Fair Trade' is de organisatie die poogt arme boeren in hun strijd tegen de armoede te helpen door eerlijke prijzen en mogelijkheden te bieden om goede investeringen te doen.

In een enquête werd gevraagd naar de bereidheid van mensen om dan ook iets meer te betalen voor de producten die Fair Trade leverde. Uit het antwoord blijkt dat 60% hier niet toe bereid is!

 

Vorige week verscheen in de kranten het teleurstellende bericht dat de conferentie van de WereldHandelsOrganisatie niets had opgeleverd. De bedoeling van die conferentie is om arme ontwikkelingslanden de kans te bieden ook aan het grote handelsverkeer deel te nemen. Maar rijke landen blokkeren de voorstellen, en worden dan ook terecht beschuldigd van egoïsme dat het eigenbelang stelt boven het belang van de ontwikkeling in die arme landen.

 

Toen ik met al deze berichten uit de actualiteit genomen in mijn maag zat, nam ik mijn computer: ik ging met God chatten:

•  Zeg God, zie je die rotzooi niet op onze aarde?
•  De computer rookte even, maar toen kwam er een antwoord:
Mankeer je wat aan je handen?.......
•  Ik: wat bedoelt u God?
•  Eerst weer wat rook, toen
•  God: Medelijden is som heel hard werken, kan best pijn doen! Het is maar waar je de klemtoon legt!

Toen werd het me weer eens goed ingepeperd: Zoals het ook klonk bij de uitvaart van Jan van Kilsdonk: God is alleen maar te dóen. Al het andere is prietpraat!

 

 

Overweging.

Die psalm 37 die we vandaag in zijn geheel hebben voorgelezen is eigenlijk een heel merkwaardig gedicht. Een beetje moeilijk te verteren ook.

Het begint met een vermaning: wees nooit afgunstig op de boosdoeners. En waarom moeten we ons niet aan die fout schuldig maken? Het antwoord is in het eerste vers meteen gegeven: want als gras verdorren zij ijlings! En die boodschap wordt in allerlei toonaarden herhaald:

•  eens gaan bozen ten gronde;
•  een flits van wie kwaad zaait is heen
je zoekt zijn standplaats: verdwenen!
•  Hebben zij hun zwaard getrokken: daar dringt hun zwaard zelf in het hart
•  De armen van boosdoeners breken
•  Boosdoeners vergaan, gaan op in rook
•  Weggemaaid wordt het zaad van de bozen
•  Het wegmaaien van de boosdoeners zul je zien
•  Weggevaagd worden wie geen grenzen erkennen
•  Verdelgd wordt de toekomst van de bozen

Een even grote opsomming zou ik kunnen maken van het lot dat de rechtvaardigen treft: zij beërven het aardrijk;laven zich aan een overvloed van vrede, hun erfdeel zal voor eeuwig zijn, je mag wonen voor eeuwig, de rechtvaardige wankelt nooit, hun heil komt van de Ene, hij is hun toevlucht, hij redt hen.

 

Je zou bijna in de verleiding komen om te gaan turven over wie het meeste wordt gezegd in deze psalm. Wie komt er het beste af: de Bozen der aarde of de rechtvaardigen.

Deze psalm laat je min of meer zitten met een onprettig gevoel van “klopt dit nou allemaal wel? Is het niet een beetje al te erge vrome kerkpraat? Klinkt dit niet als: wacht maar af, of maak je maar niet dik: boontje komt om zijn loontje! Is het niet nu, dan is het in het hiernamaals”!

Een hoogst onbevredigend gevoel, waarvan ik bij mezelf denk dat ik me daar niet bij neer wens te leggen! Wat ik zie is anders! Het kenmerk van het kwaad is juist dat het naar de macht grijpt. Macht over anderen, macht om zichzelf te handhaven. En de prijs om die ander uit te buiten telt voor hen niet mee!

Die psalm riep bij mij in eerste instantie een verborgen boodschap op: “Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw, de boosdoeners krijgen hun trekken wel thuis”!

 

Maar zo is het gelukkig niet bedoeld. Zo kan het ook niet bedoeld zijn. Die houding past niet bij de vele boodschappen die de bijbel over de bedoelingen van God met onze aarde onder onze aandacht brengt.

Het gaat daar om een visioen van een wereld waar gerechtigheid de peiler onder de samenleving moet zijn en worden. Het gaat om het bewoonbaar maken van onze aarde!

 

Als intermezzo in de psalmvoorlezing koos ik voor het ‘Lied van Amos'. Amos, een boerenzoon en vijgenkweker rond 760 voor Christus. Door God geroepen tot profeet om zijn volk dat door de weelde verziekt bij de les te gehouden moet worden.

In zijn felle aanklacht – je vindt het terug in hoofdstuk 6 bij het boek Amos – somt hij de wandaden op waaraan zijn eigen volk zich schuldig maakt en de gevolgen daarvan: “Daarom wankelt de aarde, daarom wankelt de aarde”!

De voorgelezen psalm en het gezongen lied van Amos ademen twee heel verschillende sferen uit: een oproep tot geduld enerzijds en een felle kwaadheid anderzijds. Wat moet ik nou daarmee. U kent vast wel dat verhaal van die ezel tussen twee hooibergen: die ezel kon niet kiezen van welke berg hij zou gaan vreten, hij bleef stokstijf staan en kwam daardoor van de honger om.

Zoiets gaat hier ook gebeuren als we niet uitkijken: we nemen de mildheid van psalm 37 over óf we winden ons op als Amos dat deed. Maar dan gebeurt er in feite niets.

 

Psalm 37 geeft voor mij in een van de laatste zinnen de sleutel voor dit probleem: “Zie aan een oprechte dat er toekomst is voor een man van vrede”!

 

Welke oprechte kan dan bedoeld zijn?

 

Het antwoord werd me tijdens een koorconcert door een studentenkoor uit Nantes in een Bretons kerkje weer eens helder ingegoten: Nobody knows the trouble I've seen, nobody knows but Jesus.

Dit lied met deze geloofsbelijdenis kreeg voor mij op dat moment de kleur en de geladenheid van de historische context waarin het tot stand kwam: zwarte mensen genadeloos uitgebuit en als slaven rechteloos gemaakt, mishandeld en verkracht door een blanke kaste die dacht dat hun macht onaantastbaar was. Maar bij die verworpenen groeide tegelijk iets dat in alle stilte en vastberadenheid vorm kreeg: een geloof in Jezus die ziet. Die man van Nazareth die ook door het leven was gegaan, het lijden op Zich nam en zo in woord en daad tot het uiterste is voorgegaan. Die hoop gegeven heeft aan rechtelozen. Die bereikbaar is voor kleine mensen.

Die zo voor ons een voorbeeld werd om na te volgen voorzover wij dat kunnen opbrengen, of er aan denken om dat te doen.

 

Het gaat er nu hierbij om – en dat is een keiharde gewetensvraag voor ons allemaal – welke plaats neemt die Jezus van Nazareth in ons leven in?

Is Hij, om maar iets te noemen, een devotielampje, waarbij ik wegglijd in een sfeer van ‘stil maar, wacht maar'? Of is Hij de wijze berader en uitdager om actief mee te werken aan een toekomst van vrede, ook al kost dat soms pijn. De pijn, bedoel ik, om niet de ogen te sluiten voor wat er rondom ons gebeurt, om wel de nek uit te steken als we onrecht waarnemen, om meer te betalen als het er om gaat om arme en weggedrukte boeren en producenten gelijke kansen te geven.

 

Soms wordt het me benauwd om het hart. Dan lijkt het dat de boosdoeners aan de winnende hand zijn. Dan lijken de krachten die het goed voor hebben met deze wereld en haar mensen steeds maar weer te verliezen en het onderspit delven.

Maar door die man Jezus durven wij te zeggen: hoe het ook uitpakt, we blijven overeind, Hij beschaamt ons niet!

 

Per slot van rekening is er veel gebeurd! Niet alleen de slavernij werd afgeschaft!

 
       
 

| Archief/Bijdragen | Archief 2008 |

 
 

RG 2008-08-17 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl