|
||||
Bijdrage Henk Kemper - viering 23
november 2008
|
||||
Voorganger: Henk Kemper en Lector: Thea van Deijl Thema: Geef God een hand Lezingen: Daniël 11, 36-39; 12, 1-4 1 Tessalonicenzen 5, 1-11 Matteüs 24, 11-35
Welkom en inleiding Goedemorgen, hartelijk welkom in deze viering van schrift en tafel. Thea en ik heten iedereen hartelijk welkom op deze zondagmorgen. Bekende, vertrouwde gezichten én nieuwe gezichten: voel je welkom, dit uur. We hopen dat we je een uur van bezinning en rust kunnen bieden in ons jachtige bestaan.
Het kerkelijk jaar wordt vandaag afgesloten. Vanaf volgende week breekt de adventstijd aan. Ga er vandaag maar eens voor zitten, want op zo'n afsluiting komen er grote en zware woorden langs. Voor je het weet zitten we diep in de put en krijgen we een gevoel dat het er allemaal niet meer toe doet omdat we het toch allemaal hebben verknald. Het gaat over het einde van tijden en hel en verdoemenis voor eenieder die niet is voorbereid op het laatste oordeel. De ultieme tweedeling van de schapen en de bokken, door God zelf aan de linker- of rechterkant geparkeerd. Lekker dan, zo'n woordengeweld. In de Duif zijn we gewend te zoeken naar de woorden achter de woorden. Te zoeken naar een betekenis die we misschien eerder niet zagen. Maar vooral te zoeken naar een sprankje hoop. Dat lijkt vandaag een schier onmogelijke opdracht. “Geef God een hand” staat er voor op het boekje. Daarmee bedoel ik niet dat we op de dag van het laatste oordeel God zelf de hand kunnen schudden. Al hoop ik dat natuurlijk wel voor iedereen. Maar ik wil het thema van vandaag een andere uitleg geven. Hoe ? Daarover straks meer.
Ik wens ons een inspirerend uur toe. Laten we eerst stil worden en ruimte maken in ons hart en in ons hoofd. Om ons open te stellen voor contact met onze Schepper, die er ook nu, op dit moment voor ons wil zijn. Overweging Zoals gezegd in mijn inleiding, vieren we vandaag de afsluiting van het kerkelijk jaar. Vanaf volgende week immers maken we ons op voor de adventstijd, de verwachtingstijd die ons leiden zal naar kerstmis. Traditioneel is de afsluiting van het kerkelijk jaar zwaar van toonzetting. De lezingen van vandaag zíjn dan ook behoorlijk zwaar aangezet. Er wordt gesproken over een eindtijd die met de nodige verschrikkingen zal komen. Wat dat betreft had het thema voor op het boekje ook kunnen luiden : Van dik hout. De aangehaalde woorden van Matteüs zijn krachtig en onheilspellend. Hij spreekt over zonsverduistering en een maan die geen licht meer zal geven. Dat er sterren uit de hemel zullen vallen en hemelse machten zullen wankelen. Wanneer deze grote verwoesting van de aarde zal plaatsvinden, deze al door de profeet Daniël beschreven “verwoestende gruwel” dat weet niemand. Ik weet niet hoe jullie deze woorden aanhoorden, maar bij mij kwam er een beeld boven dat ook neergezet wordt in die film “An inconvenient Truth” die geloof ik morgen op de televisie wordt uitgezonden. Het kader van waaruit de woorden van vandaag beschreven worden is anders dan een milieu-technisch en ecologisch perspectief. Maar de verschrikkingen komen erg over een. En nog afgelopen donderdagavond zag ik bij het programma ‘1 Vandaag' een item over een nieuwe groep mensen die ervan overtuigd is dat op 20 – 12 – 2012 de wereld zal vergaan, vrijwel precies zoals beschreven zoals in de lezingen van vandaag.
Er zijn in mijn beleving wel meer overeenkomsten tussen de lezingen en de realiteit: We kunnen er in onze tijd niet omheen dat veel, misschien wel alles, draait om geld, efficiency, winst, jaarcijfers en grote belangen. Het is net of niets anders meer telt dan de AEX-index en de New York Stock-exchange. Geen dag gaat voorbij, geen ochtendjournaal komt langs of je hoort over grote verliezen. Verliezen die nog altijd gaan over verrijking van de rijken en verarming van de armen. Horen we nog iets over een eerlijke verdeling van voedsel en goederen ? Alles draait om de zogenaamde verliezen die de machtigen van de aarde lijden. Hoe ver zijn we afgedaald dat we nog slechts oog hebben voor poen in plaats van welzijn.
Toen ik deze dienst voorbereidde en mijn gedachten zo liet gaan kwam ik vrijwel automatisch op een parallel met de lezing van Daniël. Daniël schreef deze tekst als visioen. Hij zag in dit visioen hoe het Babylonische rijk waar hij een hoge positie had, opgevolgd zou worden door het Medische Rijk, en daarna een Perzisch Rijk en tenslotte een Grieks Rijk. Interessant vind ik het dat hij zo'n ongelooflijke ontsporing beschrijft van de machthebber, zijn koning. Daniël beschrijft dat de koning geen oog meer had voor anderen. Dat hij zelfs het niveau had bereikt dat hij zich ging gedragen als God. Zich zelfs bóven God ging stellen. En om zijn positie te behouden overlaadde hij iedereen die zijn macht in stand hield, met geschenken. Een verbinding tussen de woorden van Daniël en de huidige tijd is gauw gemaakt als het gaat om het behouden van de macht, van winsten en het mensen voor karretjes spannen. En in het item van het programma “1 Vandaag” dat ik zojuist beschreef viel het me op dat slechts gedacht werd aan het eigen hachje en de redding van jezelf.
De teksten van vandaag duwen je al bijna vanzelf in een soort van zwartgalligheid en een gevoel van “het komt nooit meer goed.” De woorden van Matteüs maken ons ook al niet vrolijker, zo op het eerste gezicht. Met al die benoemde verschrikkingen. En in de loop van de eeuwen is ons als gelovig volk op allerlei wijzen ingeprent dat we in de praktijk van ons leven goed moeten doen. Opdat we op de dag des oordeels klaar zullen staan en de toets die we dan moeten doorstaan zullen overleven.
Nu ben ik zelf de mening toegedaan dat het Evangelie bedoeld is als positief verhaal. Een verhaal waar we iets aan hebben. Een verhaal dat ons bemoedigt en tot daden aanzet. Daarom kan ik geen genoegen nemen met die onheilspellendheid. Ik wil liever zoeken naar dat wat er misschien óók staat. Natuurlijk, Matteüs spreekt over verschrikkingen. En ook Daniël doet een boekje open. Over Paulus hebben we het dan nog niet eens gehad. Laten we eens kijken of er ook hoopvolle dingen worden gezegd in de teksten van vandaag.
Paulus schrijft aan de Tessalonicenzen dat je voorbereid moet zijn op een tijd die ooit komen zal. Het traditionele beeld van de dag van de Heer, een dag die komt als dief in de nacht. Misschien worden we al te snel afgeleid door dat beeld van ‘dief in de nacht.' Dat klinkt niet zo positief. Maar laten we eens kijken wat hij nog meer schrijft. Paulus schrijft ook dat het niet Gods bedoeling is om mensen die leven naar zijn regels in het verderf te storten. Integendeel: kinderen van het licht zijn zij die kennis hebben genomen van de woorden van Jezus. Zij weten hoe je samen zou kunnen leven. Hoe je een rechtvaardige wereld zou kunnen maken. Hij spreekt over ons als mensen die bekleed zijn met het harnas en de helm van geloof, liefde en hoop op redding. Dat is oorlogstuig, zei iemand bij de voorbereiding. En dat is zeker waar. Maar een harnas en een helm bieden ook bescherming. Van buiten komend onheil raakt je niet. Ook niet de slechte invloeden die je zouden kunnen afleiden van dingen die belangrijk zijn. Zoals geloof, liefde en de hoop op redding. Paulus is erg tevreden over de inwoners van Tessalonica. Dat blijkt uit de laatste zin: Troost elkaar en wees elkaar tot voorbeeld, zoals u trouwens al doet.
De woorden van Daniël en Matteüs hebben in mijn beleving dezelfde strekking. Er wordt gesproken over het einde der tijden. Nogmaals, we leggen dat uit als een definitief einde van de wereld. Zo zijn we opgevoed en zo hebben we het verhaal altijd horen uitleggen. Zo'n uitleg leidt, als je niet oppast naar een gevoel van: laat ik oppassen wat ik doe, want anders doorsta ik de eindtoets niet.
Mag ik eens de vrijheid nemen om anders aan te kijken tegen de teksten ? We zijn geneigd de teksten te lezen door de ogen van tijdmeting. Ooit, in de toekomst, ver weg nog, of al aanstonds, wie zal het zeggen. Het is bijna verlammend om lijdend voorwerp te zijn bij de loop der dingen. Maar zou het kunnen zijn dat we zelf actiever kunnen worden als het gaat om een eind der tijden. Dan heb ik het wel over een andere uitleg van dat ‘eind der tijden'. Ik bedoel dan het komen tot een bewuste keuze die inhoudt dat we veel, anders moeten gaan doen. Het traditionele spel van macht, kracht, geld en oneerlijkheid achter ons laten.
In het begin van deze overweging gaf ik aan dat we in onze samenleving grote ongelijkheid zien die op de een of andere manier door krachten in stand gehouden wordt. Er is ongelijkheid tussen mensen, tussen rassen en volken. Vaak is hebzucht of instandhouding van het huidige, drijfveer om door te gaan met alles dat nu eenmaal gaat zoals het gaat. Maar pas als we persoonlijk gewin en rijkdom af zouden zweren komt er een einde aan oneerlijkheid. Dan wordt onrechtvaardigheid, rechtvaardigheid. Dan wordt de verdeling van de rijkdommen van de aarde eerlijk toegepast. Dàt zou pas een spectaculair einde van tijden zijn. Een einde der tijd ook waar we zelf aan kunnen bijdragen, ieder op zijn eigen manier.
De woorden van Matteüs kunnen ons steunen bij een dergelijk voornemen. Ik bedoel dat hij in klare taal schrijft dat we ons niet moeten laten misleiden door valse boodschappers die zéggen te handelen naar de woorden van Jezus. En we hoeven ook niet te luisteren naar valse boodschappers. De woorden van Jezus dragen we immers allen in ons hart. Daarop baseren we ons oordeel en nemen we besluiten.
Ik kan er niet omheen dat de teksten van vandaag op het eerste oog een zware toonzetting hebben. Maar de vraag is wat we er morgen mee kunnen. Ik denk dat de teksten ons kunnen oproepen om ons bewust te zijn van keuzes die we maken. Dat je zelf kunt besluiten dat het genoeg is geweest. Dat er een andere tijd moet komen waar je zelf aan bijdraagt. Een einde maken aan een tijd die niet tot welzijn van allen is geweest.Wees daarbij realistisch en kijk naar je eigen talenten. Dat geeft lucht en ruimte om te leven en er werk van te maken. Je weet dat je het kunt. Als je de mogelijkheden gebruikt die je in je hebt, dan kun je daarmee een instrument zijn in de handen van God. Anderen helpen en tot steun zijn. De Eeuwige heeft je nodig om die nieuwe wereld, dat visioen, te bereiken.
Ik hoop dat we het opbrengen om kritisch, open en durvend te zijn in deze wereld. Dat die houding een olievlekwerking heeft. Steeds meer mensen lijken zich bewust van de noodzaak van een ommekeer. We moeten niet meer denken vanuit tegenstellingen, maar vanuit gezamenlijke belangen. Als we dat kunnen bereiken zijn we in staat afscheid te nemen van een tijdperk en breekt er een nieuwe tijd aan. Vandaag sluiten we het kerkelijk jaar af en richten we ons vanaf volgende week via de adventstijd op kerstmis. Een nieuw begin. Ik hoop dat we ons kunnen richten op dat nieuwe begin. Dat we doortastend kunnen en durven handelen met het oog op welzijn voor ieder. Geef God een werkzame hand op aarde en werk aan de toekomst. Dat ook tegen ons ook gezegd zou kunnen worden: Troost elkaar en wees elkaar tot voorbeeld, zoals u trouwens al doet. Moge dat zo zijn.
SlotwoordenWe zijn aan het einde gekomen van deze viering. Bedankt voor jullie aanwezigheid. Ook iedereen die achter de schermen (of vóór de schermen, zoals het koor) werk verrichtten, bedankt. Zoals de mensen van de koffie en zij die zorgen voor het klaarzetten van de spullen.
Hopelijk hebben we elkaar kunnen inspireren en bemoedigen om de komende week werk te maken van een hemel op aarde. Geef God in die zin een hand; wees werktuig van zijn bedoeling met de wereld. Er wacht ons de komende week een wereld vol kansen. Laten we pas gaan, nadat we gevraagd hebben om Gods onmisbare zegen : Zegen ons en behoed ons doe lichten over ons Uw aangezicht en geef ons vrede.
|
||||
|
||||
RG 2008-11-23 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl |
||||