Bijdrage Harris Brautigam, Diana Vernooij en Helma Schenkeveld- - zondag 18 januari 2009.

Viering 35 jaar Oec. Basisgemeente De Duif.


 
 

Voorgangers: Harris Brautigam, Diana Vernooij en Helma Schenkeveld.

Thema:                         Vrijgevochten en verbonden,

35 jaar Duifgemeenschap, 35 jaar vrij en verbonden

Inleiding (Diana)

Lieve mensen, heel hartelijk welkom bij deze hele speciale viering in de Duif.

We zijn 35 jaar een oecumenische Duifgemeenschap en onze kerk bestaat als gebouw 150 jaar hier aan de Prinsengracht. Het is een mooi jubileum, niet alleen voor alle trouwe duiven, maar ook voor al die zoekers en zieners, die voor het eerst zijn genood of gekomen - of af en toe eens langs komen. Weet je van harte welkom bij dit feest!

 

Drie voorgangers gaan u voor: Harris, Helma en ik. Het leek ons een goed idee om drie generaties Duiven te vertegenwoordigen:

•  Harris als iemand van de grote groep van het eerste uur, die het hele gevecht van de losmaking van het bisdom heeft meegemaakt en de zoektocht naar onze vorm en inhoud;
•  Helma als iemand die sinds een paar jaar geleden, en dus later in haar leven, gekozen heeft voor een verbintenis met kerk en Duif. Ze kwam in een periode waarin de Duif is ingebed als keurige huurder van Stadsherstel en is sinds vorig jaar voorganger;
•  En tenslotte ben ik vertegenwoordiger van de grote middenmoot, van na de kraak maar ín de kraaktijd, van de generatie van kerkver­laters die welbewust kozen voor een open oecumenische basisgemeenschap.

Vanuit de roeping tot gemeen­schappelijk priesterschap zijn we via de duik van de vrijheid, in het bad van onze verbondenheid als Duifkerkgemeenschap belandt.

Wij drieën vertegenwoordigen dat priesterschap van protestant, katholiek, man, vrouw, van verschillende leeftijd en geaardheid, van vrolijk samenzijn tot betrokken vieren.

 

We kozen als thema: Vrijgevochten en verbonden. Met ons drieën hebben het thema samen uitgewerkt, we hebben veel gemaild en gesproken. Want we willen natuurlijk samen uitdrukken hoe we onze kerk ervaren: divers, vrijgevochten en tegelijk hecht – door onze zoektocht in verschillende inspiratiebronnen verbonden.

 

We willen in één verhaal, vanuit drie uitgangspunten uitdrukken hoe onze zoektocht als Duif is geweest in die 35 jaar. Samen vieren we het enorme succes dat we al die jaren lang met elkaar, als vrijwilligers en tegen de stroom in hier de Duif levend en warm hebben gehouden.

 

En dat doen we opdat een beweging ontstaat die gaat stromen, en die nooit meer, door niemand, zich inperken laat.

 

Harris, Helma en ik wensen ons allen een heel goede viering en een mooie toekomst in deze Duif, amen.

De oude Paaskaars uit 1974 vat opnieuw vlam !

Lezing en uitleg Harris Brautigam

 

Als oudste van ons drieën mocht ik het eerste. Ook al omdat ik de beginfase van de Duif na de kraak intens heb meegemaakt.

Over die tijd van toen nadenkend kon ik me maar niet losmaken van het verhaal van de Uittocht, zoals in het boek Exodus van de Bijbel verteld.

U kent waarschijnlijk het verhaal: na een periode van lange slavernij in het land van Egypte kunnen de Joden dit land met Gods hulp ontvluchten.

Het gebeurt met een heleboel gedoe er omheen, maar de vlucht lukt.

 

Ik lees u nu uit dat boek een stukje voor dat 3 maanden na de vlucht plaats vond:

 

Exodus 19; 1-6 :  

Drie maanden na hun vertrek uit Egypte, op de dag af, bereikten de Israëlieten de Sinaï-woestijn. Ze waren vertrokken uit Refidim en kwamen aan in de Sinaï-woestijn waar zij dicht bij de berg hun kamp opsloegen. Mozes ging de berg op, naar God. Toen hij boven op de berg was sprak God hem daar aan en zei: “Dit moet ge zeggen tegen het huis van Jacob en doen weten aan de zonen van Israël. Met eigen ogen hebt ge gezien hoe ik ben opgetreden tegen Egypte, hoe ik u op adelaarsvleugelen gedragen en hier bij mij heb gebracht. Als gij aan mijn woord gehoorzaamt en mijn verbond onderhoudt, dan zult ge – hoewel de hele aarde Mij toebehoort – van alle volkeren op bijzondere wijze mijn eigendom zijn. Gij zult mijn priesterlijk koninkrijk en mijn heilig volk zijn. Deze woorden moet gij de Israëlieten overbrengen.

 

Het gaat mij om die zin: “Gij zult mijn priesterlijk koninkrijk en mijn heilig volk zijn”.

 

De vergelijking met de Uittocht gaat helemaal mank. Wij wilden de Duif helemaal niet uit. We wilden juist blijven. En er kwamen helemaal geen legers en doortochten door de zeeën aan te pas. Maar wel allerlei activiteiten waar we niet van gedroomd hadden: concerten organiseren, affiches plakken, voor de politie op de loop gaan, halsbrekende toeren uithalen om het gebouw netjes te houden. Er moeten legioenen engelbewaarders in touw geweest zijn om ons heelhuids door die periode heen te slepen. We zijn echt, ik citeer, ‘op adelaarsvleugels gedragen'. Dat moet wel, anders waren er beslist ongelukken gebeurd!

Maar zo werden we ons wel ten diepste bewust: we waren enorm op elkaar aangewezen. Zeker nu, omdat we een conflict waren aangegaan met de officiële Haarlemse kerk. O ja, écht een heel aardige bisschop en vicaris generaal die slechts afgegaan waren op adviezen om de Duif maar te slopen en de parochianen maar elders onder te brengen.

“Nee” zeiden wij tegen dat plan, en gaandeweg drong het tot ons door dat wij zelf veel meer op onze hals haalden, dan alleen maar het open houden van een gebouw. Het ging om ons “kerkzijn”. Het ging om de beleving van ons geloof. Om, ‘hoe wij verder moesten met Jezus Christus'. Dat werden wij ons steeds meer bewust. En dat kwam vooral omdat de bisschop ons dreigde ‘zijn priesters terug te trekken'. Hij dacht daarmee ons de viering van de eucharistie, maw de viering van brood en wijn te kunnen ontnemen. In zijn ogen zou zodoende de grond onder ons kerkelijk bestaan verdwenen zijn.

Dat was een vorm van chantage. Niet meer en niets minder!

Daar hebben we met elkaar hard over gevochten hoe we dat moesten oplossen. Maar capituleren was er niet bij. Wij werden ons bewust van die uitspraak “waar 2 of 3 zijn, daar ben ik in ons midden”; “Gij zijt een koninklijk priesterschap”(1Petrus 2,9)” en namen zelf het Brood en de Wijn in onze handen om met elkaar te delen, zoals hij het bij het laatste avondmaal met zijn leerlingen had gedaan. Drie maanden na de uitocht uit Egypte spreekt God de woorden: “Gij zult mijn priesterlijk koninkrijk en mijn heilig volk zijn”,

In 1974 zijn een stelletje kerkkrakers bij hun verzet tegen een gedwongen uittocht zich bewust dat ze zich losmaken van een verstard priesterbeeld. Dat zij er voor kiezen om bewuster te delen in het priesterschap van Jezus van Nazareth. Dat priesterschap leerden we zien als een gedrevenheid voor mensen, als een bereidheid om tegen de stroom in te roeien omwille van het heil van onze wereld, net zoals die man van Nazareth deed!

Dit klinkt te gek. Overdreven. Niets voor gewone mensen, zondaars, zo u wilt. Dat is niet ons pakkie aan. Denken we!

Maar het werd wel de uitdaging waar we voor stonden, en nu nog voorstaan. Langzaamaan maakten we ons eigen dat we actief mochten delen in het priesterschap van Jezus van Nazareth. Het werden felle discussies waarbij we mensen helaas kwijtraakten. Maar we geloofden steeds meer dat dat priesterschap niet alleen aan een kleine kaste van gewijden toebehoorde. Het is nog steeds voor ons een opgave.

Als God tegen Mozes zegt wat hij namens Hem het volk moet zeggen, dan weet Mozes donders goed dat het om een opdracht gaat, een priesterlijke opdracht, dwz. om samen te staan voor vrede en gerechtigheid, om met elkaar waar te maken, dat dát visioen door God beloofd en bestemd is voor allen en gehaald moet worden. We probeerden ons dat visioen eigen te maken. Zo groeiden we met dat visioen mee, dat ons, hier in de Duif, in 1974 als uitdaging en opdracht in de week werd gelegd!

Lezing uit Galaten 5 en uitleg Diana Vernooij:

“Een gemeenschappelijk priesterschap werd als uitdaging en opdracht bij ons in de week gelegd.” Dat is de conclusie van Harris over de Duif in 1874. Daar gingen we dan, vrolijk op pad, al deze afgelopen jaren van zoeken en vinden. Vol overtuiging dat wij samen kerk kunnen zijn, dat wij omdat we met twee of drie in zijn naam verbonden zijn, kerk zijn. Vol overtuiging dat wij een gemeenschappelijk priester­schap delen. En we voeren jarenlang met plezier in de liberale zeeën tussen de klippen van onze gevoeligheden en onze allergieën door. Soms uitdagend en vrolijk, soms losgeslagen, soms gestuurd en beperkt door onze gevoeligheden. Een tijd lang mochten er geen twee mannen meer samen op het altaar staan, dat leek te veel op het mannelijke kerkmodel. En de discussie over de Godsnaam, mocht dat ook een Moeder zijn, een Zij met een hoofdletter?

Dat soort discussies, die waren belangrijk en gingen soms heftig.

Ik heb een tekst van Paulus gekozen waar het allemaal mooi in beschreven staat, in zijn brief aan de Galaten.:

“Broeders en zusters, u bent geroepen om vrij te zijn. Misbruik die vrijheid niet om uw eigen verlangens te bevredigen, maar dien elkaar in liefde, want de hele wet is vervuld in één uitspraak: ‘Heb uw naaste lief als uzelf.' Maar wanneer u elkaar aanvliegt, pas dan maar op dat u niet door elkaar wordt verslonden. Ik zeg u dus: laat u leiden door de Geest, dan bent u niet gericht op uw eigen begeerten. … wanneer u door de Geest geleid wordt, bent u niet onderworpen aan de wet. … de vrucht van de Geest is liefde, vreugde en vrede, geduld, vriendelijkheid en goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing. Er is geen wet die daar iets tegen heeft.”

“Broeders en zusters, u bent geroepen om vrij te zijn” schreef Paulus, en hij schreef er meteen achter aan: “misbruik die vrijheid niet” want “wanneer u elkaar aanvliegt, pas dan maar op dat u niet door elkaar wordt verslonden”. In vrijheid met elkaar zoeken naar eenheid is niet eenvoudig. Iedereen die langer in de Duif rondloopt heeft ze meegemaakt, de vrolijke feesten en vrije vormgevingen van vieringen. Maar ook de kibbelpartijen, de conflicten, het elkaar verslinden. Zijn we wijzer geworden, is het minder, of ben ik er tegenwoordig minder van onderste­boven? Veel mensen die zich bij de Duif aansloten deden dat met idealen en hoge verwachtingen. Daar zijn er veel van verwezenlijkt maar er zijn ook mensen gestruikeld over hun verwachtingen van een vrijgevochten kerk. We kunnen al die verwachtingen helemaal niet waarmaken als Duif. Soms vond ik dat pijnlijk, voor mezelf en voor anderen die teleurgesteld vertrokken. Geen modelkerk nee. Maar toch zijn we gebleven en doorgegaan en we gáán we door: we weten toch dat we op een goed spoor zitten.

 

Waar halen we het lef vandaan om onze eigen koers te varen?

Waar het vertrouwen om te geloven dat er iets is wat ons bindt?

 

Diezelfde Paulus heeft de diepte van ons geloof verwoord. Het is de overtuiging dat we geleid worden door de Geest, dat we geloven in een Geest die in ons is en die liefde, vreugde en vrede, geduld, vriende­lijkheid en goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing voortbrengt. Wanneer we door de Geest geleid worden zijn we niet onderworpen aan de wet, zegt hij. De wet, de houvasten, de onwrikbare waarheden, het eens-voor-altijd-ware geloof hebben we opzij gezet. Wetten en dogma's hebben we aan de kant gegooid, vrijgevochten als we ons hebben. We zijn gaan zoeken, hebben alles onderzocht en hebben de Geest van vrijheid gevonden. De wet, het voorschrift, de hiërarchie heeft zijn heilige status verloren juist omdát we geloven. Niet op kleinzielige begeerten en houvasten zijn we gericht – ook al komen ze af en toe om de hoek kijken , maar we zijn vooral gericht op de ruimhartige Geest van liefde, het omkijken naar elkaar, er zijn voor elkaar, elkaar vrij laten en stimuleren. We groeien in onze liefde en vreugde, ieder voor zich en wij met ons allen. En met die Geest kunnen we steeds opnieuw ons leven richten, onze bevindingen verwoorden en onze warmte delen. Steeds weer opnieuw kunnen wijzelf uitdragen wat de vrucht van de Geest is in deze tijd en in ons eigen leven en in deze Duif.

 

We geloven in dat Ene woord dat eeuwiglijk zal duren - dat woord dat liefde heet.  

En de vrijheid om lief te hebben – er is geen wet die daar iets tegen heeft?

 

  

Lezing en uitleg Helma Schenkeveld.

Als vrijheid was wat vrijheid lijkt, dan waren wij die mensen niet, die wij, soms of vaak, nog angstig zijn. Leven in vrijheid zonder wetten en dogma's lijkt mooi, maar waar is dan je houvast? Zit het houvast in de vrijheid om lief te hebben – welke wet zal daar iets tegen hebben? De vrijheid om lief te hebben. De vrijheid om je te verbinden met mensen. De vrijheid om je te verbinden met iets dat méér geeft dan de dagelijkse beslommeringen. De vrijheid om te streven naar een vrijlatende verbondenheid met een Goddelijke liefde, daarover gaat de tekst die ik gekozen heb.

 

Verbinding is toewijding

“Zich verbinden, of zich opnieuw verbinden met, zich verbinden tot, zin zoeken, betekenis geven aan het leven, elk op onze eigen wijze, dat is waar religie toe uitnodigt. Het verlangen naar verbinding is een oerverlangen naar een veilige haven om aan te leggen. Het wordt gewekt door een verlangen naar iets méér. Het ontspringt uit de hunker naar iets dat voorbij de kortstondige vervullende momentopnamen van het dagelijkse gaat. Het heeft te maken met een vrijlatende verbondenheid in overgave, in toewijding en mét de bereidheid zich te laten dragen door een liefde die groter is dan zichzelf.”

 

Streven naar een vrijlatende verbondenheid in overgave, in toewijding en mét de bereidheid zich te laten dragen door een liefde die groter is dan zichzelf. Dat klinkt mooi, heel mooi. Verheven zelfs. Maar hoe doe je dat dan, wanneer je weer met je voeten op de grond staat?

We kunnen hier heel lang over nadenken en filosoferen. We kunnen ook gewoon terug naar een kernzin in de bijbel: Heb je naaste lief als jezelf. Maak contact met jezelf, met je hart en je ziel, die weten wat goed voor je is. Kijk naar ons grote voorbeeld, Jezus van Nazareth, hoe hij zijn eigen pad ging. Niet heulde met machthebbers en hogepriesters, maar aandacht had voor de mensen om hem heen. Doe zoals hij ons heeft voorgedaan en maak contact met je naasten, en probeer in verbinding met hen te komen. Het verlangen naar verbinding is een oerverlangen naar een veilige haven om aan te leggen. Wanneer je in verbinding bent, met jezelf en met je naasten, dan ben je niet alleen. En vanuit deze verbondenheid in jezelf en met de naasten om je heen, kun je gehoor geven aan het verlangen naar nog méér. Vanuit deze verbondenheid met de mensen om je heen, kun je je overgeven aan een goddelijke liefde, die groter is dan jezelf. Vanuit deze verbondenheid kun je je laten dragen door een goddelijke energie. Vanuit deze verbondenheid kun je uitstijgen boven je kleine ego's. Deze verbondenheid is in staat tot zoveel meer, dan wij mensen in ons eentje kunnen bewerkstelligen.

 

35 jaar terug hebben de parochianen van deze Duif de eerste stap gezet om zich vrij te vechten uit beklemmende voorschriften, om in vrijheid verantwoordelijkheid te nemen voor zichzelf, voor elkaar, voor het vieren van diensten en het delen van brood en wijn, voor het behoud van dit prachtige gebouw. Nu, 35 jaar later, is deze gemeenschap, waarin vele mensen zijn gekomen en gegaan, nog steeds springlevend. En nu, 35 jaar later, willen wij nog steeds verder op het pad naar verbondenheid met elkaar en verbondenheid met een goddelijke liefde. En onze wekelijkse vieringen, waarbij iedereen altijd welkom is, helpt ons om dit pad verder te verkennen. Amen

 

Een korte impressie op 4 foto-pagina's:

foto-reportage : pagina 1

pagina 2

pagina 3

pagina 4

 

 

 
       
 

| Archief/Bijdragen | Archief 2008 |

 
 

RG 2009-01-25 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl