Bijdrage Diana Vernooij - zondag 18 oktober 2009

 
 

Voorganger: Diana Vernooij

 

Inleiding

 

Ieder die verward was zal inzicht verwerven,

wie altijd klaagde is vol begrip.

 

Lieve mensen, ik heet jullie met deze mooie uitspraak van Jesaja van harte welkom.

Welkom aan bekende duiven, welkom aan mensen die voor het eerst zijn of af en toe eens komen.

Het is herfstvakantie, sommige mensen zijn weg, zoals onze dirigent – anderen zek. Irina, onze vaste pianiste is ziek en dat weten we sinds gisteren. Gelukkig heeft zij een vervanging gevonden in Irina Bogdanova. Dank je wel dat je er bent!

 

Onze God zelf gelooft dat wanneer zijn mensen maar kijken, ze zullen zien wat hij heeft gedaan. Ieder die verward was zal dan inzicht verwerven, wie altijd klaagde zal dan vol begrip zijn. – aldus Jesaja. Dat is een prachtig vooruitzicht. Daar gaan we voor vanmorgen.

 

We gaan weer op weg om te kijken, om iets te zien wat ons nog niet bekend was. Ik wens voor jullie allen dat deze dienst inzicht zal geven en begrip, amen. .

 

Overweging

Je ziet ze al zitten, Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeus, links en rechts van Jezus. Zoals Bos en Rouvoet naast Balkenende zitten, de linker en rechter vicepremier. Af en toe worden ze wat gevraagd of fluisteren ze hem wat in. Dichtbij de macht.

 

Zoiets lijkt Johannes en Jakobus voor ogen te hebben gestaan, toen ze Jezus ferm vroegen of hij hen dat voorrecht wilde verlenen.

Ze zijn op weg naar Jerusalem. Jezus is met zijn leerlingen onderweg en vertelt hen wat hem in Jerusalem te wachten staat. Hij vertelt van een lijdensweg en ook van de uiteindelijke overwinning. Hebben Jakobus en Johannes, vooral die laatste woorden gehoord, dat hij zal opstaan? Verwachten ze een uiteindelijke overwinning waar zij ook willen gloriëren, willen ze alvast een aanspraak op de macht? Of beseffen ze heel goed dat er een lijdensweg te gaan is en willen ze Jezus terzijde staan?

 

We weten het niet, het verhaal vertelt dat niet. Hoe dan ook, Jezus zegt dat het niet aan hem is om de beste plaatsen toe te wijzen. Hij vraagt of zij kunnen ondergaan wat hij moet ondergaan. Zij zullen staande dienen te blijven en de beproevingen moeten doorstaan die hen te wachten staan.

Dat de anderen woedend worden geeft te denken. Verwachten zij ook dat er een aanspraak wordt gedaan op de macht. Is het misschien ook hun verlangen? – en durfden zij dat niet te vragen. Zou je anders woedend worden? Jezus reageert in ieder geval adequaat: “Jullie weten dat leiders hun macht misbruiken – zo mag het bij jullie niet gaan. Iedereen moet afzien van de macht – en elkaar dienen.”

 

Belangrijkheid heeft afgedaan als je Jezus volgt. Het is een mooie zin: “Wie de eerste wil zijn zal ieders dienaar moeten zijn.” Dat beschrijft een paradox. Als je belangrijk wilt zijn – maak je dan ondergeschikt. Dat kan helemaal niet. Je bent helemaal niet meer belangrijk als je ondergeschikt bent. Althans, niet meer volgens de ogen van de glorie en de macht. En toch dien je pas echte belangen als je ondergeschikt bent aan het doel, aan het belang van andere mensen.

 

En dan hebben we het met een ouderwets woord over dienstbaarheid. Dat woord is niet zo populair. Het heeft de klank van gedienstig zijn, ondergeschikt en zelfs huichelachtigheid.

Toch zijn er allerlei vormen van dienen die we kennen, die niet de associatie van slovend achter iemand aanrennen hebben: meewerken, coöperatief zijn, luisteren, sturen, faciliteren – het gaat om het grotere belang dan je eigenbelang. Het gaat ook om de gezamenlijkheid – samen sta je voor een hoger doel.

Leiderschap is geen eenmanszaak van veel bravoure en machtsvertoon. Een goede leider steekt haar of zijn hoofd boven het maaiveld uit, terwijl zij blijft luisteren en samenwerken. Een goede leider zoekt niet de absolute macht. Het gaat niet om haar glorie maar om het belang van de zaak die zij dient.

 

Het is een heel menselijk verschijnsel, het zit in ons allen, dat verlangen naar de glorie en de macht. Zelfs als we oprecht denken dat wíj het ‘t best aankunnen, het best weten hoe het moet – het streven naar macht is een gevaarlijk streven. En zeker als het over spirituele macht gaat.

Jezus roept zijn leerlingen op leiders te zijn die hun macht niet misbruiken, dat is een oproep tot een hoger beschavingsniveau. Leiders denken namelijk al snel dat ze hun macht mogen en zelfs moeten inzetten om iets af te dwingen dat anderen niet gelukt is. In een democratie houdt het parlementaire systeem dat enigszins in evenwicht. Maar je ziet het overal waar een leider te eenzaam en met te veel macht aan de top regeert – het gaat fout. Scheringa, denk ik dan. En zovele goeroes en charismatische dominees die uiteindelijk vallen voor de verleidingen van macht, sex en geld.

 

Niet alle grote leiders zetten hun macht in om iets af te dwingen – en ook dat kan pijnlijk zijn. Een voorbeeld van iemand die iets goeds niet wil afdwingen: Al vele jaren wordt er studie gemaakt van de redenen waarom vrouwen in de Tibetaanse boeddhistische traditie (en de Theravada traditie waar ik bij hoor) niet gewijd mogen worden, en talrijke studies tonen aan dat dat niet van de Boeddha komt, maar van traditioneel denken van zijn volgelingen. De Dalai Lama heeft twee jaar geleden een congres georganiseerd om het allemaal weer eens bij elkaar te zetten en de aanwezigen smeekten hem tot tranens toe om zijn macht in te zetten en nu eindelijk toe te staan vrouwen te wijden. Hoe lang moeten vrouwen weer wachten als hij het niet doet? De Dalai Lama zei hierop dat hij het streven ondersteunt, maar dat hij niets wil afdwingen. De leiders van de verschillende tradities in het boeddhisme moeten ermee instemmen – anders wordt het niks. Een groot leider weet wanneer hij zijn macht níet moet inzetten.

 

Leiderschap is een groot incasseringsvermogen hebben en je voortdurend blijven inzetten om de ander groot te maken. Daarom is leiderschap iets dat ons allen aangaat. Iedereen is in de positie om initiatieven te nemen, het voortouw te nemen, al is het maar bij het helpen van iemand die voor je deur op de stoep gevallen is of het organiseren van een feestje.

Dienend leiderschap is niet afdwingen en doordouwen. Maar dienend leiderschap is ook niet jezelf opofferen, slachtofferen.

Dat is een interessante zaak. Hoe kun je er zijn voor een goede zaak zonder door te douwen? Hoe kun je zijn zonder je te verliezen in uitputting of grenzeloosheid?

 

Ten eerste dien je je trots opzij te zetten. Je zult in staat moeten zijn om bijvoorbeeld – laten we in bijbelse beeldspraak blijven – de voeten van je leerlingen te kunnen wassen. Dat is niet mis, in feite moet je in staat zijn om alles opzij te zetten wat je status geeft en wat je machtspositie versterkt. Dat is stap één, zo min mogelijk leunen op status en autoriteit. Laat je kleine ikje maar thuis.

Dan stap twee: jezelf niet verloochenen. Je hebt ook je zelf te dienen, wat je aankunt en wat niet. Zie onder ogen waar je sterke én je zwakke kanten zitten, waar je behoeften liggen en vind in je omgeving andere mensen om mee samen te werken. Samen kun je alle eigenschappen en kwaliteiten inbrengen die voor een evenwichtig leiderschap zorgen.

En dat is er ook nog een stap drie. Dat is de gerichtheid op het goede, het doel dat je nastreeft. Wees je ook bewust van alle goede dingen die reeds bereikt zijn. Blijf niet steken in het bestrijden van wat niet goed is. Haat bestrijd je niet met haat. Goed dienen melkt de problemen niet uit maar stevent voortvarend af op wat je wil bereiken. Houd je doel voor ogen. Het streven naar het goede geeft altijd energie.

 

Als we dienend in de wereld staan zullen we ontdekken wat het is om de beker te drinken die Jezus moest drinken en de doop te ondergaan die hij moest ondergaan. We denken dan meestal aan de moeite en de pijn die hij heeft ervaren. Maar laten we vooral ook denken aan de glorie en de vrede.       Amen.

 

Nodiging

Weet u allen uitgenodigd om te breken en te delen. Jezus vroeg zijn leerlingen: “Kunnen jullie de beker drinken die ik moet drinken of de doop ondergaan die ik moet ondergaan?”. Kunnen wij dat? Kunnen wij zijn beker drinken en zijn doop ondergaan – kunnen wij een Koninkrijk van Vrede worden? Kunnen wij geloven in de toekomst, vertrouwen in de mens naast ons? Kunnen wij hulp voor de gebrekkigen, troost voor de bedroefden zijn?

Laten we nu samen brood en wijn delen met elkaar om dat geloof uit te spreken. Het zal ons sterken in ons vertrouwen en onze liefde –

want er is kracht en liefde genoeg voor iedereen.

 

Vrede en alle goeds.

 

 

Zegenbede

Moge onze geliefde God dicht bij ons zijn de komende dagen

en alle dagen in ons verdere leven.

Moge Zij onze ogen en ons hart openen,

opdat we onverschrokken en vol mededogen voort kunnen gaan.

Moge Hij ons kracht en tederheid schenken

en vrede.

Amen

 

 
       
 

| Archief/Bijdragen | Archief 2008 en 2009 |

 
 

RG 2009-10-25 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl