Bijdrage Diana vernooij - zondag 5 juli 2009

Zomerserie 2009 - Kleuren van het verbond

GROEN

 
 

Voorganger:  Diana Vernooij

Lector:  Nathalie Hakhoff

Lezingen:

Psalm 23

uit Augustinus

naar Marianne Williamson

Inleiding

Goedemorgen beste mensen, op deze eerste zondag van de schoolvakanties. Het is prachtig weer – ondanks alle voorspellingen van onweer en regen dit weekend is het hier zomer. Fijn dat jullie er zijn. Sommigen van ons zijn al vertrokken, het is zomer in de Duif, het koor heeft vakantie. En wij starten met de zomerserie: de kleuren van het verbond. Lenny Kuhr zong het in het lied dat de leidraad voor deze serie wordt: Zeven kleuren kleine kinderen spelen met elkaar. Nou in ons geval: zeven kleuren voorgangers zullen zeven weken lang op zeven verschillende manieren de kleuren van het verbond toelichten. het Verbond van God met ons tot intens, kleurig leven en samenleven. Ik mag de aftrap doen, en doe dat met de kleur groen, de kleur van de groei en ontwikkeling.

 

In de zomer is het zoeken naar passende muziek, dat is een opdracht en ook een mooie kans. Ik heb muziek uitgekozen van Simeon ten Holt, prachtige betoverende pianomuziek om bij de collecte en breken en delen naar te luisteren en 2 liederen van Leonard Cohen, die inmiddels 72 jaar is en bekend van de oorspronkelijke versie van “Susanne”. Cohen heeft een flink aantal jaar in een zenklooster gewoond en nu zijn ervaringen op muziek gezet. De twee liederen die ik uitkoos gaan over 2 spirituele ervaringen: de dankbaarheid om het alledaagse leven en het plotse samenvallen van je geest met de Eeuwige, in zijn bewoording: de Naam met de Nameloze.

 

Moge de viering van vandaag inspiratie geven in ons eigen groeiproces.

 

Overweging.

Toen ik verschillende mensen vroeg waardoor zij gegroeid zijn in het leven, kreeg ik van de een als antwoord dat ze is gegroeid door de sterke stimulans van goede docenten en door de boeken in de bibliotheek. Een ander benadrukt dat ze sterker is geworden na het overlijden van haar man. Een derde herinnert zich dat ze voor het blok is gezet om iets te doen wat ze doodeng vond, en dat was voorgaan in de Duif. Ze zijn gegroeid, met volle kracht vooruit ja – alle drie door uitdagingen aan te gaan, soms tegen eigen angst of verdriet in.

 

Groeien kan niet zonder tegenkrachten. Dat is een vreemde constatering. Een plant groeit tegen de zwaartekracht in –vreemd eigenlijk – zou een plant ook kunnen groeien zónder tegenwerkende zwaartekracht, in de ruimte bijvoorbeeld? Ik denk het niet, tegenkrachten lijken nodig. Een boom wordt sterk als er flink wat storm en wind is geweest, en droogte maakt dat hij dieper in de grond moet wortelen.

 

Kinderen hebben groeistuipen, als het lijf verandert is er groeipijn. Volwassenen hebben net zo goed groeistuipen. Groeien gaat van au. Een jong kind kan nog onbevangen nieuwe werelden tegemoet treden. Maar zo gauw het een paar keer iets moeilijks of engs heeft meegemaakt – dan komt de huiver en het besef van gevaar en heeft het steun en moed nodig.

Een mens heeft lef en kracht nodig om het bekende en vertrouwde los te laten. Dat gaat niet vanzelf, ons bange hart neigt het bekende vast te houden, zelfs als we weten dat we geen steek verder komen of als we het bekende al verloren hebben. We weten wat we hebben, niet wat we krijgen. We hebben dus ook veel moed nodig om de onzekerheid uit te houden, om in het diepe te springen, niet wetend waar het ons brengen zal. Ja, dat is eng.

 

Voordat er het lef om te springen en de start van groei, is er de tijd van het kiemen. Een zaadje heeft donkerte, vocht en warmte nodig om te kiemen. Eenmaal gekiemd heeft een plant licht nodig. Kiemen gebeurt in het donker, groeien in het licht.

 

Bij ons kiemt er ook voortdurend van alles. Je voelt je ongemakkelijk, er broeit iets, je weet vaak niet wat. Je voelt je ongemakkelijk. Soms zie je dat mensen ruzie zoeken op hun werk of in hun vertrouwde club omdat ze eigenlijk bezig zijn zich los te maken maar nog een zetje nodig hebben. Loslaten hoort bij kiemen, ja moet het bekende loslaten en ook je verwachtingen moet je loslaten om te kunnen groeien. Als je bijvoorbeeld nieuw werk zoekt is het zinloos om hetzelfde te zoeken wat je nu hebt maar dan wel met leuke collega's.

Je verwachtingen moet je loslaten omdat ze je vasthouden aan het bekende en niet echt verder helpen. Verwachtingen helpen je op zijn hoogst om het leven niet al te spannend te maken, maar je moet ze wel los kunnen laten als je iets nieuws wilt begroeten, als je echt wilt groeien.

 

Leven is groeien. Ken jij iets levends dat niet groeit? Wat niet langer groeit sterft.

Dus hou jezelf niet tegen, vertel jezelf niet dat je niet hoeft te groeien, dat je gewoon een makkelijk en lekker leven wil – makkelijke levens bestaan niet. Als je niet groeit ga je dood. Juist het leren, het groeien, je ontwikkelen, durven wat je eerst niet durfde maakt dat je leeft en dat je ook het gevoel hebt dat je leeft.

 

Heb het lef om het heft in eigen hand te nemen – niemand weet hoe jij moet leven – nergens staat het opgeschreven. Jij alleen kunt bepalen hoe jij wilt leven. We komen onze persoonlijke zwakheden wel tegen maar ook die zijn te overwinnen. Voor de een is het lastig te zeggen wat zij wil en wat zij niet wil. En wie in angst is grootgebracht zal moeten leren niet op te geven dat je de moeite waard bent – precies zoals je bent.

 

Augustinus heeft een prachtig boek Belijdenissen geschreven, waarvan we een stukje hebben gelezen. We kennen de tekst via Huub Oosterhuis, met zijn mooie lied. Laat heb ik u lief gekregen – o schoonheid, zo oud en nieuw. Gij waart binnen en ik was buiten en dáár zocht ik u. Gij waart bij mij en ik niet bij u. Spirituele groei bestaat uit deze constatering, vaak telkens weer opnieuw.

Gij waart bij mij, en ik niet bij u – dat doet zich voor als je niet in contact staat met je eigen schoonheid, maar probeert te voldoen aan een schoonheidsideaal van een ander en je realiseert je dat dit het niet is.

Gij waart bij mij, en ik niet bij u – het doet zich voor als je je door angst om krachtig te zijn laat weerhouden. Als je jezelf vertelt dat je niet stralend, getalenteerd en fantastisch hoeft te zijn, niet mag zijn zelfs.

Gij waart bij mij, en ik niet bij u – doet zich voor als je jezelf vertelt dat je alleen maar gemak en fijne dingen wil, dat je geen ontwikkeling hoeft – dat het te moeilijk is jezelf te veranderen.

Gij waart bij mij, en ik niet bij u – doet zich voor als je aan degenen die je lief hebt niet durft te laten zien waar je kwetsbaar bent; als je graag een mooier beeld van jezelf neerzet, opgepoetster dan je bent.

Je bent dan niet bij jezelf maar bij een buitenwereld, een buitenwereld die je zelf hebt verzonnen – uit kleinmoedigheid. Je houdt jezelf kort, je mag er niet zijn zoals je bent en je zoekt zo een veiligheid die er niet is.

Het leven is leuk, het leven is eng. Van leven ga je dood. Die zekerheid is er – dus gooi je er maar in en blijf bij wat binnen is, onvervreemdbaar jou.

Zelfs als dingen tegenzitten kun je gelukkig zijn. Juist dán kun je groeien. Het geheim zit erin dat zolang je leert en groeit, je gelukkig bent. Alleen als je groeit, alleen als je je ontwikkelt kun je echt dankbaar en blij met het leven zijn – en dat is waar geluk.

 

Veel mensen hebben van dit soort momenten dat je ineens weet in het leven waar het om draait. Ze zakken als het ware weer een stukje meer in zichzelf.

 

Na deze overweging zullen we luisteren naar een lied van Leonard Cohen waarin hij zijn moment verwoordt – het moment dat hij stof prachtig ziet dwarrelen in het zonlicht en beseft dat hij van datzelfde stof is gemaakt. Gestraald hebt gij, geschitterd en gegeurd – en dan zie ik: Gij was altijd al bij mij, mijn God en ik zijn niet gescheiden, wij zijn één. De lange zoektocht naar die eenheid, de zoektocht naar waar God is, rust, vrede – is de zoektocht naar het leven zelf. We noemen het leven, we noemen het groei – laten we beseffen dat daar ons geluk ligt.

Amen

 

 

Nodiging

Graag nodig ik u allen uit om samen dit voorbeeld te volgen:

Brood te delen als teken van leven

en wijn als teken van zijn.

Laten we beseffen dat we elkaar nodig hebben–

we groeien aan elkaar en met elkaar en door elkaar. Laten we delen, samen, hier en nu.

Vrede en alle goeds.

 

 

Voorbede

Mogen alle wezens gelukkig zijn.

Mogen ze leven in veiligheid en vreugde.

 

Mogen alle levende wezens,

of ze nu man of vrouw, mens of dier,

zwart of wit, hetero of homo, groot of klein zijn,

of we ze al dan niet kunnen zien,

of ze ons nabij zijn of veraf,

of we bevriend met ze zijn of ons aan hen ergeren:

mogen ze gelukkig zijn.

 

Laat niemand een ander bedreigen of enig schepsel

- tot welke staat het ook behoort - verachten,

laat niemand door boosheid of haat een ander schade willen berokkenen.

 

Zoals een moeder waakt over haar kind,

bereid haar leven te wagen om haar enige kind te beschermen,

laat ons zo met een onbegrensd hart alle levende wezens beschermen

en heel de wereld kleuren met onbelemmerde liefdevolle vriendelijkheid.

Amen

 

 

Zegenbede

Moge onze geliefde God dicht bij ons zijn de komende dagen

en alle dagen in ons verdere leven.

Moge Zij onze ogen en ons hart openen,

opdat we onverschrokken en vol mededogen voort kunnen gaan.

Moge Hij ons kracht en tederheid schenken

en vrede. Amen.

 
       
 

| Archief/Bijdragen | Archief 2008 en 2009 |

 
 

RG 2009-07-07 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl