|
||||
Bijdrage Maruja Bredie - zondag 19 juli 2009 Zomerserie 2009 - Kleuren van het verbond GEEL |
||||
Voorganger: Maruja Bredie Lector: Dorien Gransjean-Eldering Teksten: Psalm 25 uit Lao Tse
WelkomGoedemorgen lieve mensen, welkom hier vandaag in dit bijzondere godshuis de Duif. Het is vandaag de derde zondag van de zomerserie, de kleuren van het verbond. Het verbond van vrijheid in gebondenheid, vrijheid in onze relatie en betrekking met het goddelijke, gebondenheid met de mensen om ons heen, met de ander, de aarde en de wereld. Dat hele kleine stipje op die grote aardbol, dat stipje leeft in verbondenheid. Wat en hoe we leven maakt verschil niet alleen voor onszelf maar ook voor de anderen al hebben we dat niet altijd in de gaten. Al voelen we ons soms alleen of zijn we niet betrokken toch maakt ook ons leven een verschil en laten we in alles wat we doen een afdruk, een indruk achter. Vandaag vormt de kleur geel onze leidraad, geel de kleur van de hoop en de kleur van verwachting. De verwachting dat we verder kunnen als het moeilijk gaat, de hoop dat het wel weer goed komt. Geel de kleur van eindeloze energie, warmte, richting, van goddelijke liefde, het energiesnoer in ons leven. We lezen vandaag verschillende teksten namelijk een gedeelte van psalm 25 waarin gesproken wordt over liefde en trouw als de weg van Eeuwige. De 2e lezing is een tekst van Lao Tse, die ons laat nadenken over hoe en wat wij oordelen en wat daar de gevolgen van zijn. In de lezing van de woorden van de Boeddha worden we erop gewezen dat we eerlijk moeten zijn, eerlijk als het licht van geel, onze ware aard moeten laten zien en ons hart en geest zuiver moeten houden zodat ook anderen in de liefde kunnen delen. Laat u verrassen door de muziek van vandaag. Het is een wat bonte mengeling geworden precies zoals ons leven ook in elkaar zit. Laten we samen vieren.
Overweging.Wij zijn een stelletje aangeklede apen op een nietige zandkorrel in een uitzichtloos, onverschillig heelal die de hele dag lopen te roepen: 'Ik wil gelukkig zijn!' En we staan maar tegen de deur te duwen om het te krijgen, terwijl de deur van het geluk naar binnen opengaat. Met andere woorden: je kunt geluk niet forceren. We denken dat we voor alles moeten werken. Voor je carrière, voor je huwelijk, voor je slanke, strakke lijf. Fit en stérk moeten we zijn om op deze wereld te kunnen staan, anders zijn we bang dat we ervan af vallen. En het liefst zo snel mogelijk. Op alle terreinen, terwijl het juist gaat om overgave. Dat is het sleutelwoord. Want pas wanneer je je kunt overgeven aan het leven zal het geluk je toevallen. Geluk is een toegift." Dit zijn de woorden van Awee Prins, universitair docent aan de faculteit wijsbegeerte aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Volgens hem is alles wat we doen erop gericht om ons leven te optimaliseren, te veranderen, te winnen. Eigenlijk zijn we constant bezig om alles in ons leven “beter” te maken. En daar zijn we dus heel druk mee. Zo druk dat we vaak vergeten in het hier en nu te genieten en bij stil te staan. Maak mij met uw wegen vertrouwd en leer mij uw paden te gaan. Wijs mij de weg van de waarheid lezen we in psalm 25. De weg zou je zeggen is ons dus verteld en we kennen als het ware ons pad maar we hebben er zelf bij bedacht dat het snel moet of anders moet of ingewikkelder moet. Liefde en trouw zijn de weg. Liefde en trouw. Het klinkt zo simpel maar waarom zijn we er dan zo slecht in. Wat is dat toch in ons dat we alles in de hand willen houden, alles willen sturen, niet kunnen wachten, afwachten, hebben we nog steeds de illusie dat wij de wereld maken? Als vandaag de aarde niet ontploft dan weten we dat morgen de zon weer opkomt, de zon die met zijn zonnige gele licht een energiebaan over de aarde legt en liefdevol aanzet geeft om te ontluiken, te leven. Maar hoe doe je dat, liefdevol leven, dat klinkt zo onbereikbaar of in iedere geval zoetsappig en daar houden we ook niet zo van.
Lisette Thooft zegt het volgende: je hoeft niet liefdevol te gaan leven. Als je alles wat liefdeloos is - zoals angst, haat, wrok - uit jezelf hebt verwijderd, leef je vanzelf liefdevol. Want liefde is onze oergrond, onze diepste en meest waarachtige behoefte, zowel het vermogen om liefde te geven als liefde te ontvangen. Liefde voor onze partner en onze kinderen, liefde voor de buren, voor collega's, liefde voor dieren, voor de natuur, en liefde voor onszelf. Liefde is de allerdiepste grond van ons bestaan, en naar die simpele staat van liefde blijven we zoeken, de rest van ons leven. Het is ons diepste verlangen om spontaan en vrij te kunnen leven en toch hecht verbonden te blijven met de rest van het heelal, met de goddelijke orde, de harmonie die de zon en de sterren beweegt, de liefde die maakt dat alles één is.
Op onze weg in dit leven zijn we onderhevig aan allerlei emoties en gevoelens. Onze ervaringen maken ons achterdochtiger, minder onbevangen ja zelfs angstig of afgunstig. Onze gedachten delen alles in hokjes of stukjes, liefst met een labeltje eraan. Jij bent leuk, ik vind jou niet lief, dat is stom. We zijn ook goed in superlatieven. Gruwelijk stom, of eindeloos hopeloos, ontzettend akelig. Ons huis is mooier dan dat van de buren, wij hebben ook een grotere auto voor de deur en natuurlijk heb ik een betere baan, we zeggen het niet altijd, nee nee, maar we zijn er veel en vaak mee bezig niet alleen met vergelijken maar vooral ook met rangschikken. Het is heerlijk als we de wereld zo kunnen ordenen, lekker zwart-wit, dit krijgt van mij een zesje met pijn en dan klaar.
Maar hoe zou de wereld en vooral onze eigen wereld eruit zien als we dat niet zouden doen, als we iets beschouwen zonder iets te doen, als we dingen en gebeurtenissen niet zo belangrijk of ambitieus maken maar laten komen wat komt, laten gaan wat gaat en zouden kijken met de kleur van ons hart ? Wie oog heeft voor het ware leeft vanuit zijn hart lezen we vandaag, woorden die aan de Boeddha worden toegeschreven. Niet alleen je mond roeren over hoe het allemaal wel moet en hoe het beter zou kunnen maar vooral ernaar handelen en ernaar leven, je eigen leven en je eigen daden als weg, een weg naar waarheid en vrede. Zo zijn we in staat met anderen te delen. Als we geven om een ander, proberen we met hem of haar in balans te zijn, een balans die leidt tot schoonheid. In muziek, in schilderen, in een relatie. Een juiste balans betekent niet dat je alles maar moet slikken om de vrede te bewaren, want als je over jezelf heen laat lopen, ben je niet in balans met jezelf. Soms moet je zelfs tegen een ander ingaan om uiteindelijk verder te komen, ook samen. Maar wanneer? Eigenlijk alleen als je de ander echt wilt helpen, en niet als je die andere wil veranderen omdat dat jou beter uitkomt. Gelukkig is het niet zo ingewikkeld als het klinkt en is het vaak voldoende om even bij een ander stil te staan. Wat aandacht schenken, een telefoontje zonder directe aanleiding, zomaar een bloemetje geven, gewoon proberen aardig te zijn en je zal zien de wereld wordt er een stuk leuker door.
Als je iemand werkelijk liefhebt, dan hoef je daar niets voor terug te hebben. Je bent dan dus niet emotioneel afhankelijk van hem of haar. Als we eerlijk kijken naar de betrekking tot de mensen van wie we houden, dan merk je dat er wel degelijk allerlei voorwaarden aan die liefde verbonden zijn. Misschien doe je aardig, omdat je bang bent dat je wordt verlaten. Of misschien denk je dat je van iemand houdt, omdat je vindt dat je dat aan diegene verplicht bent. Er spelen soms allerlei soorten emoties mee, die niet bepaald te maken hebben met de eerlijke wens dat de ander gelukkig wordt. Wie kleur bekent komt voorbij de angst in het zonnige stralende licht. Wie zijn simpele best doet en steeds opnieuw begint, standvastig blijft, en niet van kleur verschiet, zal geluk ervaren. Onbevreesdheid is een van de verlichte kwaliteiten van de Boeddha, zegt Glasman. In de eerste afbeeldingen die er van hem verschijnen, staat hij met zijn arm geheven op borsthoogte, palm van de hand vooruit en vingers omhoog wijzend, als teken dat hij je vol vertrouwen, zonder wapens en als vriend tegemoet komt. Ideaal gesproken zou je met diezelfde houding elke situatie kunnen verwelkomen. Met beide benen op de grond en een open vizier, zodat je niet door de kracht van je emotie wordt weggeblazen. Met het volste recht om er te zijn. Erop vertrouwend dat het hoe dan ook goed gaat komen. Dat het eigenlijk al goed is. Kom maar op! Laat het allemaal maar op je afkomen. Jij staat je mannetje vrouwtje wel. En zo zij het.
|
||||
|
||||
RG 2009-07-19 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl |
||||