Bijdrage Helma Schenkeveld -
zondag 30 augustus 2009

 
 

Voorganger:  Helma Schenkeveld

Lector: Fieke Kuiper

Fieke Kuijper

Thema: Wat een rijkdom!

Lezingen:

Zacharia 7; 9-11 en 8; 4-8 en 20-23

Marcus 8; 20-24

Luisterlied: Stef Bos / Stad van goud

Welkom en inleiding.

Beste mensen, welkom vandaag in De Duif. Welkom aan allen, die op deze zonnige dag bijeen willen zijn in dit prachtige gebouw. Voor een aantal van ons is dit een vaste gewoonte. Voor anderen is het een keuze op die dag zelf. Een speicaal welkom ook voor diegenen die vanochtend al om acht uur in de auto zaten om hier nu in De Duif te kunnen zitten. Fijn dat jullie er zijn.

Vandaag staan we stil bij de rijkdom van ons leven. De rijkdommen, die w egekregen hebben, rijkdommen die soms al vanaf onze geboote in ons leven zijn. Rijkdommen, die we zo gewoon vinden dat we er ziende blind voor kunnen zijn.

Ik denk hierbij niet aan stapels bankbiljetten, juwelen en diamanten. Nee, het gaat over leven in vrijheid, over huisvesting en onderwijs, over de mogelijkheden die ieder van ons heeft om iets te presteren.Om je talenten te ontwikkelen en een bijdrage te leveren aan vreugde in het leven. Over het kunnen genieten in deze stad, met al z'n gastvrijheid en terrassen, evenementen en kleurrijke bevolking. En bovenal dit: het gaat over mogen gelovben in een God, die Liefde en genade is. het gaat ook over Liefde, die een plekje heeft in jou.

De zeven kleuren van het verbond stralen bij Maria, mogen wij dit verbond ook voelen in ons hart.

Fieke en ik wensen ons allen een hartveraremend en inspirerend uur toe. 

 

Overweging.

Zaterdagochtend 30 augustus 2009, ik lees de krant voordat ik begin aan het schrijven van mijn overweging. “Ik ben een bevoorrecht mens”, is de kop op pagina 32, afdeling SPORT. Ik ben Gregor Stam, 47 jaar oud, drievoudig Nederlands triatlonkampioen en Europees kampioen. `Ik ben een bevoorrecht mens, want ik heb geleerd om pijn te lijden, en pijn te verdragen. Ik kan en kon de knop omdraaien, lichaam en geest scheiden. Ik ben in mijn jeugd stelselmatig seksueel misbruikt.`

 

Zo, die komt hard bij me aan. Mijn ogen dwingen me om verder te lezen. `Jarenlang heb ik met dit geheim rondgelopen. Sport was mijn ontsnapping aan deze realiteit. Sport verschafte mij een eigen identiteit. Door iets te presteren, werd ik weer iemand. Ik wilde bewijzen dat ik iemand was, die iets kon. Dat ik niet slecht was. Want dat ga je vanzelf denken als je seksueel misbruikt wordt.` Gregor Stam, een bevoorrecht mens. Een mens, die zich niet heeft laten breken door zijn omstandigheden. Een mens die wilde laten zien dat hij iets waard is. Een mens die zijn barre omstandigheden tot zijn sterkste troef maakte. Een jongen die constateerde dat een ander wel bezit kan nemen van jouw lichaam, maar niet van jouw ziel. Een man die leerde lichaam en geest te scheiden, en daarmee zijn ziel kon redden voor zichzelf. Gregor Stam laat zien dat echte rijkdom niet gekocht en niet gestolen kan worden.

 

En dan de vrouwen in het luisterlied van Stef Bos, zij zijn bevoorrechte vrouwen. Deze vrouwen, zij buigen wel, maar zij breken niet. Zij buigen voor de omstandigheden waarin zij leven. Zij begrijpen dat leven betekent op pad gaan. Op pad gaan, zoals zovele duizenden in al die eeuwen voor hen hebben gedaan. Op pad gaan voor een betere toekomst. En zij gaan op pad, ook al betekent dit dat zij huis, man en kinderen, familie en vrienden moeten achterlaten. Zij gaan op pad, omdat in hun dorp, hun land, geen economische toekomst en mede daardoor weinig geluk te verkrijgen is. Zij trekken voort, op zoek naar een plek waar zij kunnen werken aan een toekomst, voor henzelf en voor hun kinderen. Zij gaan op zoek naar een stad, waarin zij welkom zijn. Een plaats, waar zij hun tijd, arbeidskracht en energie mogen inzetten ten behoeve van die gemeenschap én ten behoeve van henzelf, en hun kinderen in den vreemde. Waar is die plek, waar zij mogen en kunnen bouwen aan een toekomst?

 

Wat een rijkdom hebben zij. Materieel gezien hebben zij bijna niets, maar hun hart is vol van wat zij willen bereiken. Zij klagen niet en zeuren niet, zij gebruiken hun tijd en energie om een bestaan op te bouwen voor henzelf en voor hun kinderen. Het doet mij denken aan mijn eigen ouders. Zij zijn geboren in de twintiger jaren, beide een kind van een heel groot gezin. Het eerste wat zij leerden was om te delen. Het eten dat er was, met z'n allen aan tafel. Maar ook deelden zij de fiets, soms wel met z'n tienen. En hun slaapkamers werden gedeeld, en schoenen en jassen, want die waren er niet voor iedereen. Dus gingen ze nooit met z'n allen tegelijk naar de kerk… Zij hadden de rijkdom van de saamhorigheid, het zorgen voor elkaar. En ze hadden als doel om te bouwen aan een beter bestaan, te zorgen voor de kinderen en voor brood op de plank. En mijn ouders hadden als ideaal dat wij kinderen wel konden doorgaan met leren na de basisschool, iets wat voor hen nog niet was weggelegd.

 

Wat een rijkdom hebben deze vrouwen, die besluiten niet te klagen, te zeuren, of bij de pakken neer te gaan zitten. Wat een rijkdom hebben zij, die zich niet laten breken, maar meebewegen met de omstandigheden, en het initiatief nemen om iets te maken van hun toekomst. Wat een zinvol bestaan hebben zij, die zich een doel voor ogen stellen.

 

En…hoe zit het met de bazen en de bovenbazen? Hoe zit het met de rijkdom van alle Nederlanders en medelanders, wiens huizen, kasten en koelkasten uitpuilen van de spullen? Hoe zit het met de rijkdom, die zij nog willen verwerven? Fatima Elatik zegt hierover het volgende: “ Nederland heeft de meest barmhartige samenleving van het Westen. Zelfs als je het voor jezelf verknalt, bieden de overheid en samenleving je nog onderdak en een bord eten. Wij mogen en kunnen trots zijn op ons land en op de normen die ons Nederlanders tot Nederland maken. Vrijheid, democratie, saamhorigheid, barmhartigheid en mededogen. Dat is de echte rijkdom van mensen die wonen in Nederland, dat is de echte rijkdom, ook van onze bazen en bovenbazen. Maar deze rijkdom staat wel onder druk. Het lijkt er soms op dat het leven van vele Nederlanders en medelanders grauw en vreugdeloos is, vol grote zorgen. Grote zorgen, omdat we heel veel al hebben, en bang zijn dat we er iets van zullen verliezen. Zorgen en onrust in ons dagelijks bestaan, angst voor de ander en voor de jeugd, omdat we niet weten hoe we met ze kunnen omgaan. En ook de angst, omdat we niet weten hoe we onze welvaart kunnen delen met al die anderen, die kloppen aan onze deur. En dat maakt het leven moeilijk en vreugdeloos, omdat we alles al hebben en niets beters kunnen bedenken dan dat we nog meer of nog grotere spullen nodig hebben. Zinloos, omdat we onze ogen gesloten houden voor de werkelijke rijkdom en daardoor niets van waarde kunnen toevoegen, al geven we er nog zo veel geld aan uit…De bazen en de bovenbazen van Marten Toonder, de rijkeren in Nederland, zij hebben het zwaar. Geldt dat ook voor ons?

 

De kracht van Nederland bestaat al eeuwenlang uit onze koopmanschap en ons vermogen, om mensen van verschillende afkomst op te nemen in onze gelederen. Hugenoten, Joden, Portugezen, Fransen, Hollanders, Friezen ….al eeuwenlang bestaan Nederlanders uit mensen van vele verschillende stammen en afkomst, die gezamenlijk een doel voor ogen hadden. Het land behoeden voor het water, en dat betekent letterlijk en figuurlijk samen werken en polderen om geen natte voeten te krijgen, of erger nog, te verzuipen. En samen aan de slag om het leven rijker te maken: met specerijen, met mooie stoffen, met arbeidskrachten uit de hele wereld. De handel en wandel van onze voorouders heeft ons geen windeieren gelegd. En nu, nu we zelfs onderdak,voedsel, onderwijs en transport kunnen bieden aan iedereen die in Nederland verblijft, nu lijkt het alsof angst ons om het hart slaat, dat er niet genoeg zou zijn voor iedereen. De koopmanschap en het samen werken lijkt om te kunnen slaan in ieder voor zich. In hebben en houwen wat je hebben kunt, ook al puilen je kasten uit. Maar hoeven we dan alleen te vertrouwen op een God voor ons allen? Ik denk het niet. Ik denk dat Nederlanders bij hun roots moeten blijven. Dat zij door moeten gaan met investeren in elkaar, met investeren in samen werken. Er is nog genoeg te doen, en er is nog zoveel ware rijkdom te ontdekken. De rijkdom van de mensen in jouw straat, die verhalen hebben die jij nog niet kent. De rijkdom van kinderen die kunnen spelen en lachen, en jou daarmee plezier kunnen geven. De rijkdom van een kopje koffie drinken met een ander, even aandacht voor elkaar. De rijkdom van deze stad, vol evenementen en prachtige mensen, die je kunt ontmoeten.

 

Zacharia was op zoek naar een stad, waar tien mensen uit tien verschillende volken de slip van een Joodse man wilden vasthouden, omdat zij zich bij hem wilden aansluiten. In ons Amsterdam zijn duizenden mensen uit meer dan 150 verschillende volken, die graag de hand van onze Joodse man willen schudden. Zij willen meewerken aan hun toekomst en willen meedelen in onze waarlijke rijkdom: vrijheid, democratie, saamhorigheid, barmhartigheid en mededogen.

 

Onze ware rijkdom is niet te koop, en kan ook niet gestolen worden. Laten we genieten van onze ware rijkdom,en onze ogen openen voor de mogelijkheden om die met nog veel meer mensen te delen. Geef ons de kracht, inspiratie en creativiteit, om hier doortastend en volhardend samen aan te werken. Want van U is dit koninkrijk, en de kracht en deze heerlijkheid, die morgen echt niet over is. Nee, die kan duren tot in eeuwigheid. Amen

 

 

 

 
       
 

| Archief/Bijdragen | Archief 2008 en 2009 |

 
 

RG 2009-09-06 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl