Bijdrage Rob Gijbels, viering 6 september 2009
 
 

Voorganger: Rob Gijbels

Lector: Cees Blaauw

Lezingen:

Jakobus: Geloven en doen  1; 19 - 2;5

Marcus 7; 31-37

 

Welkom en inleiding.

Hartelijke goedemorgen en welkom hier in deze mooie Duif, mede namens Cees Blaauwe die deze ochtend me voor gaat. Deze plek waar God en mensen elkaar al meer dan 150 jaar ontmoeten. Welkom alle bekenden en nog-niet-bekende mensen.

Deze nazondagochtend reikt ons een miraculeus verhaal aan. Het gaat over horen en verstaan, maar daarbij ook over geloven en doèn.

We lezen uit een brief van Jakobus, die men ook wel ziet als een broer van Jezus, die in de eerst tijd een belangrijke en leidende rol speelde in een eerste christengemeenschap. Je zou kunnen zeggen: iemand die dicht bij het vuur stond en ogen en oren niet in zn zak had.

 

Hij schrijft heldere, eenvoudige taal . Over wat we vandaag zouden benoemen als: Eérst het luisteren, dàn het spreken. Hij zal waarschijnlijk de nalatenschap van Marcus gekend hebben en daarmee het evangelieverhaal van deze ochtend.

“Effatha – ga open. De weg van geloven en van doèn.

De derde lezing (uit Jesaja) lezen we in een vrije vertaling. Aan het einde van de viering na het breken en delen.

Laten we enkele ogenblikken stil worden en ruimte in ons hart maken om daarna gezamenlijk af te sluiten met het gebed in het boekje.

Overweging.

In de joodse traditie en verhalen speelt het oor een heel specifieke symbolische rol. Er wordt zelfs gezegd, dat de ledematen pas echt functioneren, zeg maar: tot leven komen via het oor.(Midrasj Rabbah, Deut. X.1) Kern van dit gezegde is, dat er een diep verband bestaat tussen hóren en léven. Wie hóórt, zal léven; en echt leven, begint met hóren of scherper gezegd, met luisteren!

 

Doof-zijn en niet kunnen spreken is een enorme handicap; je bent letterlijk afgesloten van de wereld en wat er om je heen gebeurt. Je leeft buitengesloten, geïsoleerd – leeft in je eigen, kleine wereld. En zo is doofstomheid vaak beeldspraak voor mensen, die zó vervuld zijn van zichzelf dat ze doof zijn geworden voor de situatie van anderen. Hun tong is zo gebonden, zó gebrekkig, dat er nooit een bemoedigend woord over de lippen komt. Ook dàt is een triest isolement; een gouden - kooi naar wereldse maatstaven (soms rijk met veel buitenkant), maar in elk geval te weinig binnenkant. En tegen zulke mensen zegt Jakobus oa. geen onderscheid temaken, zeker niet op basis van uiterlijkheden.

 

Maar wat doen wij hiermee deze ochtend? Misschien moeten we eerst eens beter luisteren naar dat verhaal van Marcus. Vrienden van een dove dorpsgenoot hebben gehoord dat Jezus onderweg is. Het bericht gaat rond dat hij mensen kan bevrijden en over hun eigen grenzen en beperkingen heen kan helpen met woorden, gebaren en kracht van God. Zij hopen, gelóven dat déze man hun laatste kans is voor die dove dorpsgenoot. Een paar elementen til ik eruit:

- zij luisteren allereerst naar zichzelf en naar elkaar en komen tot de conclusie dat zij zelf de dove niet konden bereiken, waardoor die in zijn isolement blijft hangen.

- zij hebben oog en oor voor de stemloze en brengen hem naar wat zij hopen, dat het zijn laatste kans is.

- Jezus gaat in dit bewogen luisteren mee. Hij neemt de dove, stemloze man apart en richt zich heel persoonlijk tot hem.

Dat is op zich al heel bijzonder. In Dekáplis wonen met name niet-Joden (dus mensen die zeg-maar doof zijn voor de Wet en een andere taal en gewoonten hebben). Het is de streek van de afgoden waarvan men zei: ze hebben oren, maar horen ziet, ze hebben ogen maar zien niet, ze hebben handen, maar tasten niet … Joden mochten niet-Joden niet aanraken, omdat zij onrein zouden zijn.

Maar dàt maakt Jezus blijkbaar niets uit. Hij stapt gewoon over die door mensen verzonnen wetjes en regels heen en er gebeurt hier iets prachtigs: het gaat ineens over doèn: vingers, oren, speeksel, tong, ogen, kijken, zuchten, adem, spreken en open gaan. Hij raakt hem aan op een intiem lichaamsdeel: de tong. Het is dus een onmiskenbaar dubbel signaal:

Hier gaat een levende mens naar de ander toe en zegt tegen hem: Effata, ga open. Lééf en wees een open en bevrijd mens! Met dit optreden – dit doèn – begint een nieuwe schepping (nota bene juist voor iemand die niet ‘tot de club' hoorde!)

 

Marcus heeft dit miraculeuze verhaal opgeschreven als levensles met meerdere lagen - voor onszelf. Laten we primair eens bij onszelf beginnen en ons de kritische vraag stellen: herkennen wij ons als hoorders of als doven? Of zijn we doof als het ons goed uitkomt? Zijn we doof voor onszelf of anders gezegd: neem je de tijd om naar jezelf te luisteren en bewust te zijn wat je ten diepste beweegt en zo dichter bij je innerlijke kracht te komen? Leven uit innerlijke kracht brengt je in balans en geeft ruimte aan de ziel.

 

Parallel klinkt hier een appèl in door aan iedereen - aan jou en aan mij - om elkáár tot bevrijding te zijn. Dat is in de volle breedte van het woord: volle aandacht schenken aan elkaar en oprecht belangstelling tonen. Op deze manier in het leven staan, stelt je in staat om gebroken en gesloten mensen weer héél te maken.

 

Luisteren brengt mensen bij elkaar en bevrijdt. Twee voorbeelden uit onze nabijheid.

Catrinus Mak memoreerde onlangs nog dat (alweer enige jaren geleden) een roep om hulp van uitgeprocedeerde asielzoekers, Marokkanen, Iraniërs hier in onze Duif niet tegen dovemansoren was gericht. Het open oor van deze gemeenschap werd zonder lange discussies omgezet in doèn; gastvrijheid, een luisterend oor bij een pannetje soep of koffie drinken tot in de late uurtjes hielpen om gebroken levens te helen en weer toekomst te geven; verdrukking, angst en onzekerheid maakten plaats voor vrijheid en geluk. Tweede voorbeeld: Diakonie en hulpprojecten van de Raad van Kerken in Amsterdam die bv. via het Houten Huis een oor bieden aan daklozen, verslaafden. Had u daar ooit van gehoord? Ooit aandacht aan geschonken?

 

Luisteren bevrijdt en maakt open.

Luisteren, je oren gebruiken is de entree tot het hart en daar de genade en kracht vinden die je al vanaf het prille begin in je hebt. En als je daarin de stem van de Eeuwige herkent ben je naar mijn idee extra rijk, ongeacht door welke religieuze richting of stroming jij je het meest voelt aangesproken. Als wij onze oren sluiten voor bevolkingsgroepen, hen isoleren, hen achterlijk noemen of zelfs smerig dàn ben in die woordenbrij goed stom bezig! Dàt noem ik “ongeoorloofd onderscheid” (om woorden van Jacobus te citeren) en kan dit niet rijmen met de boodschap van zachtmoedigheid en liefde.

 

We zullen met elkaar in onze stad, in en om onze Duif dit luisteren en doen moeten blijven beoefenen. Het moet ons lukken om tijd en aandacht te nemen voor elkaar.

Twee vragen daarbij:

- ren je straks na het laatste lied snel weg of benut je dat kwartier of halfuur om elkaar ècht te ontmoeten, elkaar te bevragen? een luisterend oor te zijn? Een arm om je heen is óók luisteren!

- gaan we vanuit De Duif straks helpen om de actie ‘Kerk en ambt” echt een doorstart te geven? Oeps – nooit van gehoord? Een open oor zijn voor kerken die door een katholiek hiërarchische regime onder druk worden gezet en hoe kunnen wij als vrije gemeenschappen – waaronder De Duif - hen houvast geven en een steun in de rug zijn? Als kadootje tgv. 35 jaar duifse vrijheid?

 

Bewust van de rijkdom in jezelf, ben je sterk genoeg om door te schakelen naar het “doen”. Er zijn talloze kansen om de ander een luisterend oor te bieden; jong – oud, ziek, gezond, jood, moslim .. Luisteren en ècht aandacht schenken creert saamhorigheid en verbondenheid, omdat er een God is die ons luisteren aanschept om te ontdekken waar angst en verdrukking heerst. En omdat er van God gezondenen zijn – grote en kleine mensen – die in staat zijn oren te openen. Gebaren van begrip en verbondenheid – ook zo'n simpele arm om je schouder - maken mensen van binnen open. Dàt zijn keerpunten in het leven en dat klinkt heel anders in ons snelle tijdperk van ff chatten en one-liners.

 

Leven vanuit zo'n grondhouding is elkaars steppe tot bloei brengen. Is in wezen tot leven brengen van waartoe de profeet Jesaja je aanzet te gaan doèn:

Wat kreupel was en niet meer mee kon? - Zulke mensen zullen weer dansen.

Droog en uitdroogd? - Het wordt weer vruchtbaar.

Je bent deel van de nieuwe schepping. Zo moge het zijn.

 
         
   
         
     
         
   
           
 

| Archief/Bijdragen | Archief 2008 en 2009 |

 
 

RG 2009-09-06 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl