|
||||
Bijdrage
Helma Schenkeveld, |
||||
Voorganger: Helma Schenkeveld Lector: Cees Blaauw Thema: Dringt het door? Lezingen:
Welkom en Inleiding Lieve mensen, Vandaag zijn wij bijeen op deze eerste zondag in oktober. Na een heerlijke lente en een prachtige zomer, zien we dit weekend dat de herfst nu toch is begonnenn. En vandaag, vandaag mag ik hier staan om u allen welkom te heten in ons mooie gebouw De Duif. Welkom aan de Duiven, die ik hier bijna elke week ontmoet. Welkom ook aan onze andere Duifbezoekers, die hier een paar keer per jaar komen. En natuurlijk ook een hartelijk welkom aan hen, die vandaag voor de eerste keer een dienst in de Duif willen meemaken. En welkom aan de kinderen, die er vandaag ook bij zijn, op de eerste zondag van de maand. Komen jullie maar alvast naar voren. De titel van vandaag is: dringt het door? Dringt het zaadje door in de baarmoeder, zodat er een nieuw kindje geboren kan worden? Dringt het tot ons door naar welke teksten we beter wel kunnen luisteren, en welke ideeën we beter kunnen laten voor wat het is? Dringt het tot ons door wat er leeft in ons hart, en…hoe we hiermee aan de slag kunnen gaan. Vandaag zijn we hier bij elkaar, met tientallen mensen in alle leeftijden. Van 4 tot 94, wij zijn hier bij elkaar om te zingen, te bidden en te luisteren. Om ons open te stellen voor nieuwe inzichten, en onze verbeeldingskracht te laten groeien. Om onze harten te verwarmen en onze geest te inspireren. De kinderen mogen naar boven, en kunnen daar ook naar hartelust mooie dingen maken. En…alvast bespreken wie van jullie ons straks gaan helpen met het breken en delen. We zien jullie straks weer terug. Overweging Een overvloed aan ideeën. Een overvloed aan teksten, aan woorden, aan klanken die nog natrillen in mijn lichaam. Een overvloed aan informatie. Dringt de essentie tot me door? Het begint in die baarmoeder. Daar, in die baarmoeder heeft een zaadje van de man een eitje van de vrouw bereikt. En daar, in die baarmoeder gebeurt wat Marcus beschrijft: “ Een man zal zijn vader en moeder verlaten en zich hechten aan zijn vrouw, en die twee zullen één worden.” Ze zijn niet langer twee, ze zijn één geworden in dat aller prilste begin, dat in negen maanden zal uitgroeien tot een mensenkind. En dat zaadje en dat eitje, die met elkaar verbonden zijn, dat kan geen mens meer scheiden. Het wonder van leven in die baarmoeder. Daar, in die warme donkere ruimte van aarde en water. Daar was het veilig, stil, donker. Daar was geen overvloed aan woorden en ideeën en klanken en beelden en mensen….Daar hoorden we slechts één geluid, het geluid van het hart, boink…boink…boink…. En het leven gaat verder. De wetten van de natuur zijn onverbiddelijk. Op een gegeven moment is het zover dat we onze veilige, warme plaats achterlaten en het leven op aarde begint. Veel licht, waar we in eerste instantie voor terugschrikken. Veel geluiden. En als die geluiden niet zachtjes en rustgevend zijn, maar hard en schel, dan blerren we het uit, om onze angst een plaats te geven. En heel graag liggen we op het lichaam van onze moeder of vader, om de warmte te voelen, en het rustgevende geluid van hun hart, boink…boink…boink… En we groeien op. We ontdekken de wereld, stap voor stap. We leren eten en drinken, steeds meer nieuwe spijzen en smaken, die we proeven. We leren aandacht vragen, door lief te zijn of ondeugend of juist stout….en we leren ook aandacht en liefde te geven. En tijdens onze ontdekkingstocht in dit leven, ontluiken onze idealen, onze dromen, waar we vorm aan willen geven. En die vertel je aan anderen, omdat je er trots op bent. Of je vertelt ze niet, omdat je bang bent dat ze je zullen uitlachen. En je zweert aan jezelf dat jij trouw zal blijven aan jouw idealen, dat ook de liefde voor een ander mens deze idealen niet in de weg mag staan. En dan dendert de puberteit je leven in, en de hormonen gieren door je lijf. De wereld staat op zijn kop, je herkent je eigen lichaam nauwelijks meer. Het verandert waar je bijstaat, en het lijkt regelmatig zijn eigen gang te gaan. Je wordt verliefd, het gaat aan en het gaat weer uit, je hebt twee vriendjes of drie vriendinnetjes of plotsklaps geen één…. Je gaat samenwonen, met een hetero of een homo, met een Nederlander of een Turk, een Surinamer of een Afro-Amerikaan, alleen of in een groep… Hoe anders is onze wereld, dan de wereld die door Maleachi wordt beschreven. Hoe veel meer mensen uit verschillende volkeren kruisen dagelijks ons pad. Hoe veel meer samenlevingsvormen zien wij om ons heen. En ook: hoe anders kunnen wij nu aankijken tegen mensen, die van elkaar scheiden. “ Je trouwt zo jong, en leeft zo lang samen, je raakt getraind. Je leert – het is bijna een soort studie – je leert je aan je partner aan te passen.” Dat is ook wat mijn ouders in hun opvoeding meekregen: de rollen zijn helder verdeeld, hij zorgt voor het inkomen, zij voor de kinderen en het huishouden. En in bed, is zij er voor hem, wanneer hij dat wil. “En als je een partner hebt getroffen, die niet met zijn emoties om kan gaan, die bijvoorbeeld zijn woede niet kan beheersen? Dan train je jezelf erop niet op die woede te reageren, niet te voelen, er niét op in te gaan, om kalm te blijven en altijd je kalmte te bewaren. Maar…. Dat maakt je kapot, het doodt je ziel! Je wordt gevoelloos.” En in zo’n situatie, is het dan de bedoeling dat deze mensen voor eeuwig bij elkaar blijven? Is dat, lieve mensen, wat de bedoeling kan zijn van de teksten in de Bijbel? Is het zo harteloos en koppig bedoeld? Ik denk het niet! Ik denk dat trouw zijn aan onze ziel van hogere waarde is dan trouw blijven aan onze partner. Ik denk dat wij mensen, zeker wanneer wij jong zijn, nog onderschatten hoe moeilijk het is om een relatie te onderhouden en uit te bouwen. Een relatie, waarin je trouw kan blijven aan jezelf, aan jouw ziel en je hogere idealen, en tegelijkertijd trouw kan blijven aan je partner. En ik ben van mening dat een relatie onderhouden en uitbouwen levenslang leren is. En het is prachtig en heel waardevol, als het lukt. Maar het is aan niemand om anderen te veroordelen, wanneer dit niet lukt. De pijn en het verdriet voor de betrokkenen is groot, zij verdienen onze steun en aandacht in hun weg om in ieder geval trouw te blijven aan zichzelf. Laten wij trots zijn op de sociale en economische mogelijkheden, die wij hebben gecreëerd, om ervoor te zorgen dat vrouwen en mannen, en ook hun kinderen, op een menswaardige manier kunnen leven. Dat wij accepteren dat zij alleen wonen, of als gezin met één of twee ouders, als homo’s met of zonder kinderen, in een groep, of twee of drie generaties in één huis. In sociaal opzicht hebben wij nu zo veel meer vrijheid dan mijn ouders hadden. Daar was het nog een probleem om te trouwen met een Nederlander met een ander geloof: twee geloven op één kussen, daar ligt de duivel tussen! De wereld is de afgelopen vijftig jaar al zo enorm veranderd, hoe moeten we dan de teksten begrijpen van meer dan tweeduizend jaar terug? Ben Okri, een man die is geboren in West-Afrika en nu in Londen woont, schrijft hierover: “Zie de werkelijkheid onder ogen. Bevrijd het verleden, en laten wij de achterstand op onszelf inlopen.” Het zijn niet de teksten van tweeduizend jaar geleden, die wij nu nog steeds naar de letter moeten volgen. Het is onze eigen werkelijkheid, die wij iedere dag vorm kunnen geven. Dringt het tot ons door waar het in het leven werkelijk om gaat? Wat zijn de dromen van onze jeugd? Wat zijn de idealen, die wij toen voor ogen hadden? Wat zijn de diepe, stille verlangens, die misschien nog sluimeren in ons onderbewustzijn? Wat is de bijdrage die jij vandaag, en morgen, en overmorgen kan geven aan jezelf en aan de mensen om je heen? Wees niet bang om een glimlach te geven, misschien krijg je er eentje terug. Wees niet bang om een onbekende te groeten, het kan je eigen hart verwarmen. Wees niet bang om iedere dag opnieuw de zonnige kant te zien, ook al begint buiten de herfst. Wees niet bang om te genieten van het goddelijke leven, dat je elke dag opnieuw wordt gegeven. En laat niet af om naar het hogere te streven; de mogelijkheden in onze wereld zijn eindeloos. Laat je niet weerhouden door anderen die er niet in geloven, maar vertrouw op jezelf. Begin met te zeggen, wat je wil, wat jouw dromen zijn. Zeg het hardop tegen jezelf, zeg het zachtjes tegen anderen. Zie hierbij de aangename en onaangename waarheden onder ogen. Laat je wegvoeren van je angst naar de vrijheid. Sta op voor jouw dromen in de morgen, laat je leiden op het pad naar het licht, je bent niet alleen. |
||||
|
||||
RG 2009-10-06 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl |
||||