Bijdrage Diana Vernooij, zondag 7 maart 2010

 
 

Voorganger:  Diana Vernooij

serie: Vasten 2010 Levend midden

Thema: Verslaafd aan gedoe.

Inleiding

Lieve mensen, hartelijk welkom bij deze derde zondag in de veertig dagen tijd voor Pasen. We hebben een speciaal thema deze zeven zondagen: ‘Afstemmen op het Levende Midden'. Het levende midden is de goddelijke waarheid die wij allen kennen maar zo moeilijk verwoorden kunnen. Het is de kern van ons bestaan, niet te grijpen in beelden of woorden. Hoe kunnen we ons afstemmen op het levende midden? Daar gaat het deze zondagen over.

 

Vandaag is het thema ‘Verslaafd aan gedoe'. Een stukje tv, even je mail beantwoorden, nog even kijken op een van je geliefde weblogs, druk, druk, druk. Nog even dit, nog even dat en de avond is alweer om. Het lijkt op een verslaving, we kunnen het zo moeilijk laten. Er zijn zoveel prikkels van dingen die ons afhouden van stilte, van contact met het levend midden van ons bestaan. We zoeken ze met graagte op, de afleiding, drama in ons leven, het gedoe.

 

Straks gaan we teksten lezen die ons een handreiking geven, gereedschappen en een richting.

Maar nu eerst de kinderen.

 

Overweging.

Kort geleden werkte ik mee aan een brochure over Onthaastpaden midden in Amsterdam. De paden van het Museumplein zijn omgedoopt tot Onthaastpaden met prachtige namen als Compassie Pad en Loslaat Weg, Geest Drift en Slakken Gang. Bij deze paden zijn opdrachten geschreven om je te bezinnen en de stilte te ervaren midden in de drukke stad. Het thema van Loesje op de voorkant komt van de brochure. “Je kunt alleen tijd verspillen, als je vergeet er van te genieten.” Het is altijd verspilling van tijd als je er niet van genoten hebt, als je er niet bij bent geweest, als je het niet hebt vastgepakt en je eigen hebt gemaakt. Het is verspilling van tijd als je zit op een bankje en je denkt eraan dat je de flessen naar de glasbak moet brengen. Het is verspilling van tijd als je ernaar verlangt op een bankje te zitten terwijl je flessen naar de glasbak brengt. Een belangrijke zenwijsheid is: “Hak hout en draag water”. Oftewel in huidige termen: “Pak de flessen en loop naar de glasbak”. Niets bijzonder, doe wat moet gedaan. Op zich kunnen we dat ook wel, de dingen doen die gedaan moeten worden. Dat gaat ons meestal goed af. Maar vaak ervaren we het als verspilling van tijd, besteden we het schoonmaken liever uit, doen we de glasbak even snel tussen de boodschappen door en zijn we met onze gedachten alweer bij het volgende plan.

Het leven gebeurt aan je, terwijl je bezig bent andere plannen te maken (John Lennon). De activiteiten in je leven rijgen zich aaneen als schakels van een strakke ketting. De belofte dat het straks beter wordt laat je naar de volgende schakel grijpen. Het levende open midden in je bestaan ontgaat je, je rent aan de kostbare leegte voorbij, op weg naar het volgende gedoe. Dat zou toch anders moeten kunnen.

 

De Boeddha zegt dat er iets is dat, wanneer het gecultiveerd wordt en regelmatig beoefend, tot het toppunt van wijsheid en bewustwording leidt, tot vrede, en nog tot heel veel meer mooie dingen. En wat dat is, het is de aandachtige concentratie op het lichaam. Aandachtige concentratie op het lichaam. Nou, zou je denken, is dat het nu waar we op zitten te wachten – door op de processen in je eigen lichaam te concentreren kun je tot het toppunt van wijsheid komen? Het klinkt simpel en bevestigt alle vooroordelen over meditatie en navelstaarderij.

Maar toch…, nee, eerst een omweg.

 

In Lucas lezen we een gelijkenis van Jezus, over de zaaier die zaait en het zaad dat op de weg valt, zaad dat ontkiemt op rotsachtige bodem, zaad dat tussen de distels valt en zaad dat in vruchtbare aarde valt. En het zaad, zegt Jezus erbij, is het woord van God dat rijkelijk verspreid wordt, verspilt zelfs omdat het op de gekste plekken nog kan aanslaan. En wij, wij zijn de bodem waarop het valt. Wij zijn de bodem die honderdvoudig vrucht draagt, als wij vruchtbare aarde zijn. Een woord van God, een woord van wijsheid dat wij echt laten aankomen, waar we echt aandacht voor hebben, dat ons echt raakt: honderdvoudig zal het effect zijn. Ik denk dat we het niet ver hoeven te zoeken, dat we het allemaal meemaken. Dat besef dat soms inzicht wordt genoemd, een moment waarin je beseft dat je onderdeel bent van een groter geheel. Een voorbeeld: Je verlangt iets van je partner en je krijgt het niet. Dat doet pijn. Je wilt je afwenden van je partner, je neigt je verongelijkt te voelen. Maar als je dan aandachtig kijkt naar die ander kun je het ineens zien. Je ziet bijvoorbeeld dat je partner zelf iets nodig heeft. Hij is nu niet in staat je te geven waar je naar verlangt. Je bent ineens vrij van je pijn, je eigen behoefte kun je relativeren. En mededogen ontstaat: het is mooi om te beseffen dat we tenslotte allemaal mensen zijn met verlangens en pijn.

 

In het boek Wijsheid worden we aangesproken als ‘heersers van de aarde'. Dat wil zeggen, wij zijn verantwoordelijk en meer nog: wij worden in staat geacht alles in huis te hebben om de wereld te besturen. En wij worden opgeroepen er iets van te maken. Wijsheid is hetgeen we nodig hebben om gelukkig te zijn. En wijsheid zoekt geen onder­komen in een ziel die sluw is, niet in een lichaam dat door dwaling wordt beheerst. Oprechtheid, aandacht, je boerenverstand gebruiken en rechtvaardig­ oordeel zijn belangrijke gereedschappen. Daar kunnen we het mee doen, en het is ook genoeg om bestuurders van ons leven te zijn.

Wij hebben dus alles in huis om onze bodem vruchtbare aarde te maken, de bodem is er en de gereedschappen om er vruchtbare aarde van te maken bezitten we. Misschien zijn onze gereedschappen niet geslepen: zijn aandacht, oprechtheid, verstand, vasthoudendheid en rechtvaardig oordeel niet goed aangescherpt. Misschien zijn ze bot en slecht gebruikt, maar we hebben ze wel en we kunnen ze leren gebruiken.

En laten we het maar heel letterlijk nemen: ons lichaam is die dichtgeslagen grond, die rotsachtige bodem, aarde met veel distels en ons lichaam is ook die vruchtbare aarde.

Gods woord stuit op een muur van afwezigheid, Gods woord komt in de distels van ons dagelijks drama en gedoe terecht. Het gedoe houdt ons ervan af om inzicht te krijgen in hoe de wereld draait, hoe mensen in elkaar zitten, hoe lijden kan worden opgelost. Gelukkig is er in ons ook altijd vruchtbare grond waar de wijsheid opschiet en honderdvoudig vrucht draagt. Dat is bemoedigend om onze gereedschappen aandacht, oprechtheid, vasthoudendheid enzovoorts verder te ontwikkelen. Het is onze kunst, onze ambacht om die vruchtbare grond leeg te houden, om de distels van ons gedoe eruit te wieden, om onze grond niet plat te laten stampen door teleurstelling en bitterheid.

 

Zo zijn we weer terug bij de uitspraak van de Boeddha: de aandachtige concentratie op het lichaam is de invalshoek voor wijsheid, vrede, geluk. Als wij wijs willen worden dienen wij te weten wat er in ons lieve lijf omgaat, zowel de emoties als de lichamelijke verhardingen of verkrampingen. We hoeven er niet in te zwelgen, neen, juist niet. Ervaren betekent verwerken en loslaten. Als we merken dat iets in ons lichaam verzuurt en verhardt, dan helpen onze gereedschappen om te zorgen dat we ontspannen, dat we verzachten en ons weer openen voor. Zo komt er ruimte voor de verwondering over het leven, over Gods woord, over het levende midden.

 

Het is lang niet eenvoudig om eens een keer stil te zitten en naar binnen te kijken hoe ons lichaam er aan toe is. Als de zon schijnt en we aan het water zitten met een biertje wil het nog wel lukken om de behaaglijkheid in ons lijf te voelen, als we muziek luisteren op de bank ook. Maar om stil te zitten en je lichaam, je eigen levende midden, te voelen midden in het gewone dagelijkse leven – dat is lastiger. Het is om de dooie dood niet makkelijk om door te krijgen wat er zich allemaal in je hoofd en in je lijf afspeelt, en om het te doorstaan.

In het spitsuur in de stad als het verkeer om je heen raast is je lichaam niet ontspannen – als je erop let voel je de weerstand tegen lawaai en stank in je, je drang om grof te reageren op iemand die je de weg afsnijdt. Als je stil houdt midden in het spitsuur op je werk, dan voel je de stress door je lijf gieren en je neiging om kortaf te zijn – dat is heel wat lastiger om bij stil te staan. We willen er liever niet mee geconfronteerd worden hoe druk het in ons hoofd is, of dat er afschuw is, pijn of onrust of angst. Wie zoekt die ellende nu vrijwillig op?

Dus lopen we ervoor weg. En helaas is het zo dat wat we niet van binnen willen voelen op een andere manier een uitweg vindt. We winden ons op, reageren gestresst, zijn snel geïrriteerd, spannen ons lichaam, krijgen hoofdpijn of een andere lichamelijke kwaal.

 

En zo kun je ontdekken dat jij het zelf bent die je afhoudt van waar het werkelijk om gaat. Je doet je best om dat levende midden te bedekken, er niet aan toe te komen, het niet te ontmoeten. Afleiding, genoeg te doen, zorgen, druk, druk, druk. Kortom het “gedoe” houdt je weg van het levende midden. Het is immers allemaal doodeng, toch?

 

Joko Beck, een van mijn geliefde auteurs, schrijft dat we ons ons hele leven lang proberen te verstoppen voor wat er echt in ons omgaat. Het ‘geheim' van een spirituele leefwijze is om terug te keren naar wat er echt in ons omgaat. En dat is het ervaren wat zich in ons lichaam afspeelt, niet alleen als we rust zoeken maar zelfs wanneer we ons vernederd, mislukt, verlaten of onrechtvaardig behandeld voelen.

Het geeft je uiteindelijk rust om te doorstaan wat er zich in je lichaam en je geest afspeelt. Het geeft je mededogen met jezelf, het doorbreekt je genadeloze oordeel over jezelf. Voelen wat er in je omgaat weerhoudt je ervan je af te reageren op anderen. Het helpt je om begrip voor anderen te hebben die gestresst zijn – je weet immers zelf hoe moeilijk het is om je niet af te reageren. En uiteindelijk laat het je ook zien dat alles overgaat, dat alles, hoe akelig ook, weer verdwijnt.

Onthaast, verspil geen tijd, wees erbij, voel wat het je doet en geniet het leven. Amen.

 

Nodiging

Hier aan deze tafel bent u allemaal, zonder uitzondering, genodigd om brood te breken en wijn te delen. We doen dit in herinnering aan hem die ons een weg gewezen heeft waar brood en liefde genoeg is voor allen.

Laat dit samen breken en delen ons scherpen, opdat wij aandacht hebben voor wat er in onszelf en in ieder van ons omgaat.

Laat het ons helpen om niets af te reageren op anderen maar om open te staan voor ons eigen nood en die van anderen.

Laat het ons helpen om vrede te vinden en vrede te brengen.

Vrede en alle goeds.

 


Voorbeden

Laat ons bidden voor onszelf,

en iedereen die zoekt naar vervulling in het leven.

Dat wij onze waarheid onder ogen durven komen

en contact durven maken met het Levend Midden in ons.

 

Laat ons hart zijn bij de mensen die ons na staan,

en laat ons net zo veel liefde voelen voor wie we niet kennen.

Moge ons hart overlopen van mededogen en warmte.

 

Laat ons bidden voor mensen die ziek zijn of wanhopig,

mensen die angst hebben of in tergende onzekerheid leven,

Laat ons bidden voor alle mensen die lijden aan het leven,

dat zij de troost van onze Levende God midden in hun leven zullen ervaren.

Amen.

 

 

Zegenbede

Moge de Krachtige en Tedere dicht bij ons zijn de komende dagen,

en alle dagen in ons verdere leven.

Moge zij onze ogen en ons hart openen,

Opdat wij onverschrokken en vol mededogen voort kunnen gaan,

Moge hij ons kracht en tederheid schenken

En vrede,

Amen.

 

 

 
       
 

| Archief/Bijdragen | Archief 2008 en 2009 |

 
 

RG 2010-03-14 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl