Bijdrage Maruja Bredie zondag 14 maart 2010

 
 

Voorganger:  Maruja Bredie

serie: Vasten 2010 Levend midden

Welkom

Goede morgen allemaal, fijn dat u ook vandaag aanwezig wilt zijn in dit bijzondere godshuis de Duif. Het is vandaag de 4 e zondag in de vastentijd en dat betekent dat we al een eindje op weg zijn naar dat bijzondere gebeuren dat we Pasen noemen. Pasen als decor voor het levende midden. Het centrum of misschien zelfs het startpunt van het liturgisch jaar en voor ons een ijkpunt voor ons zoeken naar antwoorden op de vele vragen die we hebben.

Wie ben ik, wat doet mijn leven ertoe, wat is zin en vooral ook onzin?

Het valt niet mee om bij de les te blijven terwijl er zoveel om ons heen gebeurt, u hoeft de kranten en andere media maar te volgen om te zien dat er veel onrust is, veel onduidelijkheid, veel gepraat en gedoe. En als we dan naar ons eigen wereldje kijken, ik weet niet hoe het u vergaat, ik kan alleen over mijn eigen wereldje praten, dan is die ook niet bepaald rustig, eerder gestrest en vol. Het valt dan ook niet mee om in alle hektiek bij jezelf te blijven, bij wat de essentie is, daar waar het omgaat, dat wat je als mens drijft en vooral inspiratie en voeding geeft.

Daar gaan we het dan ook vandaag met elkaar verder over hebben, wat is voor ieder van ons de voedende bron van waaruit je met twee benen op de grond in het leven staat en ook leven kan. We lezen daarvoor vandaag allereerst een gedeelte van Psalm 36, een lofzang op de liefde van de Eeuwige als bron van leven, ons leven. De 2 e lezing is genomen uit spreuken waarin we worden toegesproken zoals misschien een goed ouder spreekt tot zijn kind of een zoals iemand die het goed met ons meent ons wil voorzien van advies en wijze raad. We krijgen met name het advies om over ons hart te waken, ons hart als bron van ons leven. De derde lezing laat ons zien dat geloof en vertrouwen de wegen zijn om ons hart open te stellen om ons te kunnen richten op dat waar het in het leven werkelijk omgaat:

er zijn voor elkaar om samen met elkaar het leven te delen, te vieren en te zijn.

Laten we ons vandaag voeden door de woorden die ons worden aangereikt en laten we samen zingen over een god van liefde die ons bij de hand neemt naar een waterval van licht.

 

Overweging

Hoog als de hemel is uw liefde, bij u is de bron van het leven, door uw licht zien wij licht. Uit deze prachtige woorden spreekt niet alleen een onmeetbaar godsvertrouwen, het zijn ook woorden van liefde, van blijheid. Wat heerlijk als je dat voelt en weet, je wordt niet alleen gedragen, je wordt gevoed en voorzien van liefde. Daar zijn we mooi klaar mee, zou je zeggen. En gelukkig ervaren we dit ook maar er zijn ook vele momenten in ons leven aan te wijzen dat we ons alleen voelen, dat we denken dat het nu toch echt niet meer goed komt, dat de wereld ons opslokt en er nergens houvast lijkt te zijn. Hoe groots zijn we dan, waar blijft dan ons creativiteit en ons door liefde gedreven actie. Juist bij tegenslag hebben we als mens de neiging om ons op te sluiten, om weg te draaien, nee hoor met mij gaat het goed en doen we dingen die we anders nooit zouden doen, soms door blinde paniek en soms door onze eigen onzekerheid. We vinden op dat moment geen aansluiting met onze eigen krachtbron en sluiten ons af voor bronnen van buitenaf, voor anderen.

Brandon Bays, de Amerikaanse auteur van het boek de helende reis zegt daar het volgende over: op het moment dat we vastlopen en het niet meer weten of op het moment dat de onrust en alles wat er om ons heen gebeurt ons beangstigt of opslokt kun je proberen deze ketenen van angst af te schudden en je te je wenden tot grace. En grace is volgens haar is het oneindige veld van ongekende mogelijkheden, de goddelijke potentie. Je zou grace de bron kunnen noemen, de ziel, god of de waarheid. Het is het organiserende principe, een onzichtbare maar voelbare aanwezigheid. Het is je eigen essentie, je ziel, het deel van je dat je ogen doet stralen, je hart doet kloppen. Het is onze eigen ziel, gevuld met licht en liefde die heel het leven omarmt en ons in staat stelt alles wat ons beperkt, wat ons vast zet op te heffen en te veranderen. In de voorbereiding van deze dienst hebben we met elkaar gepraat over wat voor ieder van ons werd gezien als voedende bron, bron van inspiratie, misschien wat ons drijft of wat ons reden geeft om door te gaan ook als het niet zo goed met ons gaat. Ik noem u enkele voorbeelden: het luisteren naar muziek, de melodie of de tekst kan je meenemen en je minder bedroefd of blij maken, een goed boek waarin je helemaal kan verdrinken en weg bent van dat moment. Een bron kan zijn familie, kinderen en kleinkinderen, de energie die dat geeft. Vriendschap, samen praten, samen delen. Het kijken en voelen van de energie van andere culturen, dat geeft extra kleuring aan je leven. Het in gesprek zijn met mijn schepper, open en eerlijk praten.

Dit zijn zomaar wat voorbeelden ik denk echter dat ze heel goed illustreren dat wat we allemaal weten en voelen dat we als mens met veel zichtbare en onzichtbare lijntjes verbonden zijn met anderen. En dat we dat ook nodig hebben juist om te weten wat belangrijk is juist om ons zelf richting en zin te geven hebben we anderen nodig. Laat je hart mijn woorden bewaren en waak vooral over je hart, het is de bron van je leven. Het is in je hart dat we al die anderen met ons meenemen en die zorgen ervoor dat we ons niet alleen voelen en gesterkt zijn. Geloof en vertrouwen zijn gebaseerd op het opengaan van ons hart. Geloof en vertouwen in de keuzes die we maken, in de weg die we gaan en in de bron die ons voedt en leidt. Er is eerbied en dankbaarheid voor eeuwenoude tradities, voor verhalen van bijzondere profeten, voor ideeën en gedachten van anderen, voor alles dat ons inspireert en menselijk maakt.

Toen ik hierover aan het nadenken was toen moest ik heel erg denken aan mijn eerste avontuur voor mijn studie toen ik drie maanden naar Thailand ging en me voor het eerst in een vrouwentempel bevond. Ik was eigenlijk zo bezig met waar ben ik nu toch mee bezig , wat doe ik hier en wat gebeurt er allemaal en ik was totaal niet bezig met afstemming op het nu, op dat moment. Mijn geest fladderde constant heen en weer. Hoe kreeg ik mezelf toch in dat midden waarover gesproken werd. Als ik er nu op terug kijk dan moet ik er wel een beetje om lachten maar die worsteling op dat moment was niet echt leuk. Wat ik hiermee wil zeggen is dat het niet zo eenvoudig is en zo simpel is als we zouden willen. Om onze ziel, ons hart en ons zijn open te stellen en richting te laten geven dat is dus niet iets waar je bij achterover kunt leunen en kan denken het zal wel, je moet er aan werken je moet er wat voor doen. Het is zoals de Boeddha ons vandaag vertelt belangrijk dat we steeds het stof uit onze ogen verwijderen dat we ons los maken van onze vooronderstellingen onze vaste idee?n, van zo is het en zo zal het altijd zijn. Het vraagt dat ons hart en onze geest samenwerkt zodat we in staat zijn liefde te voelen.

Kunnen we geen liefde voelen dan zal het ons geen vervulling schenken. Het is zoals een oude Indiase wijsheid ons voorhoudt: Heb je de overvloed aller wensen bereikt – en dan? Heb je op het hoofd van je vijand de voet gezet – en dan? Heb je je vriend met rijkdom en macht beloond – en dan?

Behoud je je lichaam en leven duizend eonen lang – en dan? Op ieder geslaagde prestatie, op iedere overwinning in ons leven volgt een besef van onvoldaanheid. Is dit alles? Dat zit als het ware een beetje in ons menselijk bestaan ingebakken.

We zongen net vroeg in morgen zijn wij gegaan, onstuimig en verward, om nergens om, om jou, om liefde over grenzen heen. Laten we ons hart open stellen voor de liefde van de eeuwige, laten we ons richten op dat levende midden, bron van ons menselijk bestaan en ons menselijk handelen. We kunnen dankbaar zijn dat we nu iets gevonden hebben wat de moeite waard is om in ere te houden

En zo zij het.

 

 

 

 
       
 

| Archief/Bijdragen | Archief 2008 en 2009 |

 
 

RG 2010-03-14 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl