Voorganger: Frans Gerritsma
Lector: Lida Alberse
Lezingen
Zacharia 12;10-11
Lucas 9;18-24
Openingsgebed.
In uw Naam zijn wij hier bijeen
Eeuwige,
Wees bij ons dit uur,
waarin wij ruimte scheppen
voor U en voor elkaar.
Wees in ons leven
een lokkend perspectief
van ruimte en verbondenheid,
waarin wij liefde mogen ervaren.
Welkom
Welkom op deze zondagmorgen
Ook namens Lida Alberse, die mee voor gaat.
Wij mensen leven van hoop
Van uitzicht en toekomst
En daar hebben we vaak veel voor over.
Het is onze drive,
Om van het leven iets te maken.
Wanneer we anderen toekomst kunnen geven,
maakt dat ons gelukkig.
Iedereen toekomst gunnen,
het is in onze tijd, ook in ons land, niet vanzelfsprekend meer.
Mensen hebben zondebokken nodig,
om de crisis te bezweren
om zich gerust en veilig te voelen.
Vandaag, staat in het evangelie Jezus weer in ons midden, met de vraag
Wie denken jullie dat ik ben.
Of ander gezegd
Weet je waar het in mijn leven om te doen is,
Waar het God om te doen is.
Een indringende vraag
Waar we bij willen stilstaan.
Eerste lezing - Zach.12;10-11
Het huis van David en de inwoners van Jeruzalem echter zal ik vervullen met een geest van mededogen en inkeer. Ze zullen zich weer naar mij wenden, en over degene die ze hebben doorstoken, zullen ze weeklagen als bij de rouw om een enig kind; hun verdriet zal zo bitter zijn als het verdriet om een oudste zoon. Op die dag zal men in Jeruzalem zo luid weeklagen als er in de vlakte van Megiddo wordt geweeklaagd om Hadad-Rimmon.
Tweede lezing - Lucas 9;18-24
Toen Jezus eens aan het bidden was en alleen de leerlingen bij hem waren, stelde hij hun de vraag: ‘Wie zeggen de mensen dat ik ben?’ Ze antwoordden: ‘Johannes de Doper, maar anderen zeggen Elia, en weer anderen beweren dat een van de oude profeten is opgestaan.’ Hij zei tegen hen: ‘En wie ben ik volgens jullie?’ Petrus antwoordde: ‘De door God gezonden messias.’ Hij beval hun op strenge toon dat tegen niemand te zeggen. Hij zei: ‘De Mensenzoon zal veel moeten lijden en door de oudsten, de hogepriesters en de schriftgeleerden worden verworpen en gedood, maar op de derde dag zal hij uit de dood worden opgewekt.’
Tegen allen zei hij: ‘Wie achter mij aan wil komen, moet zichzelf verloochenen en dagelijks zijn kruis op zich nemen en mij volgen. Want ieder die zijn leven wil behouden, zal het verliezen; maar wie zijn leven verliest omwille van mij, zal het behouden.
Overweging
Om iemand goed te leren kennen moet je ook iemands geschiedenis leren kennen. Mensen vertellen elkaar verhalen, laten foto’s en films zien over hun jeugd, verhalen over waar ze gewoond en gewerkt hebben, om zo elkaar inzicht te geven in wat hen drijft en gevormd heeft. Want dat willen we van elkaar weten. We willen in elkaar herkennen wat ons drijft, bezielt, inspireert. In de hoop dat het ook ons raakt en we elkaars bondgenoten kunnen worden. Om zo samen toekomst te maken voor onszelf en voor anderen.
Het is niet zo gek dat Jezus in het evangelie van vandaag aan zijn leerlingen vraagt of ze wel zeker weten wie hij is. Weten waar het in zijn leven om gaat. Wat zijn diepste drijfveer is. Het blijkt een cruciale vraag. Van het antwoord zal afhangen of die diepste bedoeling van zijn boodschap is overgekomen. Want dan pas kan zijn taak vervuld worden.
Eerst wordt de vraag in het algemeen gesteld. Wie zeggen de mensen dat ik ben. Hij krijgt er dan ook een algemeen antwoord op. En dat antwoord is nog niet eens zo onbevredigend. Voor de een doet zijn optreden aan de indrukwekkende verhalen, die ze allen kennen, over Johannes de Doper. Anderen denken meer aan Elia en weer anderen houden het algemener, een van de profeten. Ze zitten in de goede richting. In die traditie staat hij, wil hij staan. Gedreven door dezelfde geest.
Maar Hij wil meer horen, althans van zijn leerlingen.
Want zijn leven is, terwijl hij rondtrekt al, een teken van tegenspraak. Wat zal het worden als Hij er niet meer is. Ook Hij zal afgerekend worden op zijn woorden en daden. Over Hem wordt nogal verschillend gedacht.
Hebben zijn woorden niet te veel goddelijke pretentie. Stelt Hij zich voor als de Gezalfde, dan wordt hem verweten, dat Hij godlasterlijk spreekt. Hij is toch niet meer dan de zoon van een timmerman, we kenen zijn familie. Bevrijdt Hij mensen van boze geesten, dan wordt hem verweten dat hij door de duivel bezeten is. Dan moet ook Hij het lot ondergaan dat de wet voorschrijft. Het lot van menig profeet. Dan moet aan Hem en aan zijn boodschap de doodsteek toegebracht worden, om God te redden.
Er is onwil om ook maar iets van goddelijke kracht in zijn leven te zien.
Geen geest van welwillendheid en gebed, waar Zacharia over spreekt, die mensen laat inzien, laat zien wat God met deze mens voor heeft. Pas achteraf zullen ze inzien wie ze het zwijgen hebben opgelegd. Erkennen dat God in Hem aan het werk was Zoals de centurio die bij het zien van wat er met Jezus aan het kruis gebeurde, getuigt dat Hij een rechtvaardige, een Zoon van God, is.
Hij wordt afgerekend naar zijn woorden en daden.
Zijn ze te menselijk, dan heeft het niet met God van doen. Hij gaat om met tollenaars en zondaars. Hij spreekt over het afbreken van de tempel. Hij geneest zieken. Hij verwijt mensen schijnheiligheid, door hun vasthouden aan de mensonterende interpretatie van de wet. Hij komt op voor de menselijke waardigheid van zondaars en zijn leven is niet meer zeker.
Voelt Hij, dat Hij door zijn doen en laten de greep op zijn leven verliest. Wordt het hem duidelijk dat de verlies en winst rekening van het leven er wel eens anders uit zou kunnen zien dan wat mensen daar in het algemeen onder verstaan.
Winst is dan: Geluk, eer macht en rijkdom, verhevenheid boven andere mensen. Als het daar om gaat en dat wil hij ons, zijn leerlingen, vandaag duidelijk maken, heb je bij Hem niets te zoeken. Daar heeft Hij zijn leven niet voor over. Bij hem gaat het om een geest van welwillendheid en gebed. Welwillendheid naar mensen, welwillendheid en een betrokkenheid op de mogelijkheden en kansen die God in ieder mens gelegd heeft. Door de geschondenheid en misvorming heen zien. Opkomen voor de ziel van de mens, de goddelijke kracht in ieder mens. Daar voor opkomen, je daar voor in te zetten. Daar ruimte aan geven.
Dat is verlies op de rekening van macht, eer en aanzien. Dat is verlies op de rekening van de wet, die formeel gelijk kan geven, maar menselijk gezien ongenadig is.
Dat is winst op de rekening van inzet en liefde, op de rekening van welwillendheid en compassie van de gebrekkige, die wij ook zijn. Dat geeft leven .
Petrus herkent in Jezus de Gezalfde. De Gezalfde die vol van Gods Geest is.
Petrus heeft het begrepen. Maar hij moet nog een leerschool ondergaan, om werkelijk te beseffen wat hij zegt. Want diezelfde Petrus zal ook zeggen, wanneer zijn leven zelf in het nauw komt, dat hij deze Mens niet kent. Hij durft Hem dan niet eens bij zijn naam te noemen, zo bang is hij voor zijn eigen leven..
Jezus is en blijft een teken van tegenspraak, ook in onze dagen.
Voor de een is hij de ideale mens, een voorbeeld mens, die ons op weg zet en gaande houdt.
De man van Nazareth die zijn voetsporen verdiend heeft op het gebied van liefdevol omgaan met mensen, hoe gebrekkig ze soms ook zijn. Die liefde boven de wet gesteld heeft.
Een onvergetelijke mens.
Voor een ander is hij één van de drie goddelijke personen, die zit aan de rechterhand van de Vader. Die oordeelt over levenden en doden. Tot wie je kunt bidden en je leven in zijn handen kunt leggen.
Wie zeggen jullie dat ik ben.
Het is niet zo gemakkelijk om daar een eenduidig antwoord op te geven, met alle consequenties van dien. Wel is duidelijk dat zijn leven ons niet los laat. Tot aan deze dag volgen we zijn voetspoor, met vallen en opstaan.
Wie zeggen jullie dat ik ben.
Het is een vraag die je stil maakt en in jezelf doet keren.
Een vraag die in welwillendheid en in gebed, in het open toelaten van zijn leven in jou leven, een antwoord kan vinden.
Wie zeggen jullie dat ik ben.
Het is goed om deze vraag in stilte, enige tijd voor onszelf te overwegen.
Geloofsbelijdenis
Wij geloven
dat God de wereld gemaakt heeft;
dat Gods zoon voor ons mens werd,
dat Gods heilige Geest ons leidt
en ons de ware levenswijsheid leert;
dat wij door onze liefde op God gaan gelijken,
de liefde, die niet uit is op eigenbelang,
en die met de anderen lijdt:
dat wij bij God steeds opnieuw mogen beginnen en dat lijden en dood niet het laatste woord hebben
Amen.
Tafelgebed (t.Huub Oosterhuis, m.Tom Löwenthal)
Deze bijeenkomst zij ons tot zegen
Dit komen tezamen van mensen, gezichten en zielen
van hier en overal, aarde en hemel,
deze seconde der uren der eeuwen
zij ons tot zegen.
Moge de donkere nacht onze dagen behoeden
deze nieuwe dag ons zuiveren, sterken
dat onze boeien geslaakt
onze honger gestild
dat niet de dood op ons valt.
Moge het licht van de morgen
over ons opgaan, nieuw alle dagen.
Moge de kracht in ons varen
van Jezus uw dienstknecht uw kind.
Dat ons voor ogen staat hij door u geroepen
bestemd en bezield om in ons midden,
eens en voorgoed,
te zijn uw woord uw voorbeeldmens
aldoende liefde, recht –
brood uit de hemel, water uit de rots
wijnstok wereldwijd vertakt –
Dat waar wij gaan zijn geest ons overschaduwt
liefde sterker dan de dood.
Die mens gedenken wij
als een van ons, als een met u.
Moge het delen van dit brood en deze beker
ons sterken in de hoop
dat hij leven zal in ons
uit kracht van u.
Dat een nieuwe wereld komen zal
waar brood en liefde is genoeg voor allen.
Kom bevrijden wees genadig
ere zij u in den hoge
diep in ons midden
vrede op aarde
kome wat komt.
Onze Vader
Onze Vader verborgen,
uw naam worde zichtbaar in ons.
Uw koninkrijk kome op aarde,
Uw wil geschiede
een wereld, met bomen tot in de hemel,
waar water, schoonheid en brood,
gerechtigheid is en genade
waar vrede niet hoeft bevochten,
waar troost en vergeving is
en mensen spreken als mensen,
waar kinderen helder en jong zijn,
dieren niet worden gepijnigd,
nooit één mens meer gemarteld,
niet één mens meer geknecht.
Doof de hel in ons hoofd,
leg uw woord op ons hart,
breek het ijzer met handen,
breek de macht van het kwaad.
Van U is de toekomst kome wat komt.
Wegzending en zegen
|