|
|||||||
Bijdrage Frans Gerritsma - zondag 18 juli 2010 Zomerserie : Op verhaal komen. |
|||||||
Voorganger: Frans Gerritsma Lector: Lida Alberse
Zomerserie 2010; deel 2: Franciscus van Assisi, de man van niets
Openingsgebed. U hebt ons hier bijeen gebracht Eeuwige om het leven te vieren en onze verbondenheid te versterken met u en met elkaar Wees hier aanwezig als een bron van licht en leven. Dat we u mogen herkennen in al wat geschapen is en uw grootsheid ervaren. Wees ons levend midden een verwarmend vuur. Dit uur. Amen.
Woord van welkom Welkom bij deze viering. De tweede in de zomerserie. Ook namens Lida Alberse, die mee voorgaat. Vandaag vullen we het vakantie koffertje met een nieuw verhaal. Vandaag het verhaal van Franciscus van Assisi, die leefde van 1182-1226. Franciscus, de man van niets. Zo heb ik het genoemd, in het thema van deze viering.
Toen hij zijn droom om alles te worden, om ridder te worden, moest opgeven, omdat hij ziek uit de oorlog tussen Perugia en Assisi kwam en niet meer wist wat hij moest, voelde hij zich waardeloos. Niets.
Hij zwierf buiten de veiligheid van de stad, rond Assisi, waardoor hij anders tegen de wereld aankeek dan daarvoor. In de ontmoeting met een melaatse, die vanwege zijn ziekte buiten de stad moest rondzwerven, ontdekte Franciscus een nieuw doel, een nieuwe weg, waar het niet meer om hemzelf ging, maar om Christus, die hij in de melaatse herkend had.
Hij doet afstand van alles, Naakt staat hij voor zijn vader, Hij wil niets bezitten.
Een paar zakken, bijeen gehouden door een koord, zijn zijn kleren.
Vandaar als symbool, een koord, dat hoort bij de pij van Franciscanen. Een koord met drie knopen: Geloof, hoop en liefde bijeen. Toewijding, Integriteit en risico durven nemen.
Het is niet los verkrijgbaar, het is met elkaar verbonden.
Een koord, dat eeuwen overbrugt. Het gedachten goed van Franciscus bijeenhoud. En mensen kan binden Om in de geest van Franciscus Uiteindelijk alles terug te geven aan de Schepper, Waar mens en natuur een afstraling van zijn.
Daar willen we in deze viering met elkaar van gedachten over wisselen.
Eerste lezing Uit een brief van Franciscus Moge de Heer je zegenen. Over de toestand van je ziel zeg ik je, zoals ik dat kan: de dingen die je belemmeren de Heer God te beminnen en ieder die een belemmering voor je vormt, broeders of anderen, zelfs al sloegen ze jou, dit alles moet je als genade beschouwen. En zo moet je het willen en niet anders. En dit moet voor jou zo zijn krachtens de echte gehoorzaamheid aan de Heer God en aan mij, want ik weet zeker dat dit echte gehoorzaamheid is. En heb hen lief, die je dit aandoen. En je moet niets anders van hen willen dan wat de Heer je geeft. En heb hen daarom lief en je moet niet willen dat zij betere christenen zijn. En dit moet jou meer waard zijn dan een kluizenarij.
Tweede lezing Matheus 6.25-34
Gesprek rond van Franciscus
Gebed (toegeschreven aan Franciscus van Assisi)
Heer, maak van mij een werktuig van uw vrede. Laat me liefde brengen waar haat overwoekert. Laat me vergeving brengen waar beledigd werd. Laat me eendracht brengen waar tweedracht heerst. Laat me waarheid brengen waar mensen dwalen. Laat me geloof brengen waar getwijfeld wordt. Laat me hoop brengen waar gewanhoopt wordt. Laat me licht brengen waar duisternis heerst. Laat me vreugde brengen waar droefheid is.
En dat ik bij dit alles mag zoeken, niet zozeer getroost te worden, als te troosten, niet zozeer begrepen te worden, als te begrijpen, niet zozeer bemind te worden, dan wel te beminnen.
Want het is door te geven dat men krijg, Door zichzelf te verliezen dat men vindt, Door te vergeven dat men vergeving krijgt En door te sterven dan men verrijst Tot eeuwig leven.
|
|||||||
|
|||||||
RG 2010-07-27 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl |
|||||||