Diana Vernooij - zondag 12 september 2010

Voorganger: Diana Vernooij
Lector: Hedwig Buren

Thema: Afdwalen en weer gevonden worden

Lezingen:

Exodus 32; 7-14

Lucas 15; 1-10

Inleiding

Goede morgen lieve mensen. Welkom bij deze dienst van schrift en tafel. Afdwalen en weer gevonden worden - het is een mooi thema voor de dag na 9/11, 11 september negen jaar later, twee dagen na het Islamitisch Suikerfeest, en de dag voor we horen of dat rechtse kabinet er nu gaat komen of niet.

Het is maar goed dat we gevonden worden als we afdwalen, het komt zo vaak voor dat we afdwalen. We noemen het niet voor niets een levenspad, met van oudsher de moeilijk begaanbare rechte weg en de dwaalwegen die zoveel interessanter lijken. Waarom lijkt dat zoveel interessanter, makkelijker, aantrekkelijker die dwaalweg? En waarom is het dat niet?

 

Mooie vragen voor een dag als vandaag. Naast alles wat ik al opnoemde als horend bij vandaag is het ook nog eens de officiële startzondag van De Duif, we beginnen een nieuw jaar. De zomer is voorbij, gisteren proefden we nog een verrukkelijke nazomerdag. Vakanties voorbij, werk, school, de herfst en de regen, het serieuze leven is weer gestart.

Ik heb Hedwig gevraagd mee voor te gaan om onze start te versterken. Hedwig, als voorzitter, staat het meest dicht bij alle nieuwtjes en plannen van de Duif en een paar dingen zal ze ons bij de mededelingen daarover vertellen.

 

Nog een praktische mededeling over het inlegvel dat u bij uw boekje vindt. We wilden als koor deze startzondag een nieuw lied zingen 'Zwemmen en varen', maar onze bezetting liet het helaas niet toe. Het lied op het inlegvel zingen we in plaats daarvan. Ik grijp meteen de gelegenheid om een oproep te doen voor wie zingen kan en zingen wil: sluit je aan bij het koor - het is heerlijk om te zingen, we zijn een club leuke mensen, hebben een uitstekende dirigent en een fantastische pianiste en met een beetje versterking staan we hier ook wat steviger op zondag. Woensdagavond repeteren we tegenwoordig. Ik zou zeggen: komt allen, want niemand is uitgezonderd.

 

Hedwig en ik wensen ons allen een goede viering.

 

Overweging. 

Een foto van een konijn, zo'n ouderwetse badstoffen kinderknuffel: met lange oren en een gespikkeld jasje aan. Hij stond tentoongesteld in een expositie over 'Geluk'. Hij was gebracht door iemand die zijn voorwerp van 'geluk' heeft aangeleverd. Als tekst over geluk stond erbij geschreven: "Waar was je al die tijd?" vroeg konijn met zwakke stem. "Groot worden en de kost proberen te verdienen." zei ik.

Afgedwaald en weer gevonden - dat is ons thema vanmorgen. Dat gaat over kleine dingen, hervonden kindergeluk bijvoorbeeld zoals met dit konijn. Het gaat over oververmoeidheid en hervonden rust of over angstig zijn en je vertrouwen hervinden. Het gaat over grote dingen, de weg in je leven kwijt zijn en met je hoofd tegen de muur lopen en dan weer een weg weten. Het gaat ook over ons land dat zoekt naar een weg uit de crisis, en moet kiezen wat een dwaalweg is en wat een goede weg is. Hoe vaak schieten we niet uit, zijn we even de weg helemaal kwijt? En hoe heerlijk is het als je weer terugvindt hoe het moet. Hoe heerlijk als een ander je bij de hand neemt en je bemoedigt en een eindje de juiste richting mee oploopt.

 

Ons thema start een dikke drieduizend jaar geleden, 13 e eeuw voor Christus. Mozes is al meer dan 40 dagen en 40 nachten weg, die komt vast niet meer terug. Wat nu? De mensen hebben God nodig om hen de weg te wijzen, om houvast te zijn onderweg, om voor hen uit te trekken door die barre woestijn in de zoektocht naar een goed en vruchtbaar land. Met Mozes heeft het volk zijn lijn naar God verloren. Dan maar zelf een heilige koe gefabriceerd met vuur en goud. En gerustgesteld door hun eigen maaksel vieren ze feest.

 

Terugkomen op het juiste spoor gaat in Exodus letterlijk niet zonder slag of stoot. Mozes wint het afgedwaalde volk terug met harde hand. Het vervolg van het door ons gelezen verhaal liegt er niet om. De Eeuwige lijkt het volk vergeven te hebben, dankzij de pleitrede van Mozes, maar Mozes denkt daar anders over. Mozes is zo kwaad dat hij zijn door God geschreven stenen tafelen aan gruzelementen slaat. Maar dat is nog maar het begin. Als hij het volk vraagt wie voor de Eeuwige is, komen alleen de Levieten, de nakomelingen van Levi, naar hem toe. Mozes was overigens ook van deze stam afkomstig, evenals zijn broer Aaron, dus dat was niet zo vreemd. Alle anderen van het volk van de 12 broers kozen blijkbaar voor hun eigen gouden kalf. Dan geeft Mozes de Levieten namens de Eeuwige een opdracht: "Gord je zwaard om, jullie allemaal, doorkruis het kamp in de volle lengte en breedte en dood iedereen die je tegenkomt, al is het je broer, vriend of verwant." De Levieten deden wat Mozes hun had opgedragen, en zo kwamen er die dag ongeveer drieduizend Israëlieten om.

 

Wat kunnen wij met zo'n verschrikkelijk verhaal? Laten we allereerst beseffen hoe gruwelijk dit verhaal is. We hebben hier in het westen commentaar op de Koran vanwege het geweld dat erin voorkomt. Hier nu hebben we een episode uit de geschiedenis van het uitverkoren volk, een verhaal in de bijbel dat zeer gewelddadig is. Mozes blijkt meer op Mohammed te lijken dan wij ons heden ten dage realiseren. En dat is ook niet vreemd.

Laten we beseffen dat het een ongeregeld losgeslagen woestijnvolk is dat al decennia rondzwerft op weg naar een beloofd land dat maar niet bereikt wordt. Houd zo'n volk maar eens op het rechte spoor. Laten we ons afvragen of wij nu kunnen oordelen over de situatie toen, de leefwereld van woestijnvolkeren die moeten zien te overleven.

 

Ik kende deze passage niet. In de perikopen die gekozen worden voor de leesroosters, worden dit soort gruwelen kunstig weggelaten. Dat is niet terecht. We moeten beseffen wat er allemaal in ons heilige boek staat, ook wat we liever weglaten. Tegelijkertijd is het ook niet erg dat we wat weglaten. Immers in die gewelddaden ligt niet de kern van de boodschap. De boodschap moet je uitpellen uit de historische context, zowel bij de bijbel als bij de koran. Dat geldt net zo goed voor andere cultuurlijke aspecten als polygamie, lijfstraffen, de doodstraf voor werken op sabbat en andere vergrijpen, vrouwen die zich moeten bedekken en moeten zwijgen in de gemeente, en nog zo wat vanzelfsprekend­heden in de heilige boeken. Zo geldt dat ook voor geweld dat begaan wordt door of in naam van God. Wij kunnen de moord op 3000 van je eigen volk niet begrijpen, wij accepteren dat niet meer. Wij erkennen geen God die dood en verderf zaait, of die ons daartoe aanzet. Gelukkig maar.

 

Terug daarom naar de boodschap van dit verhaal. Wij gaan in onze tijd op zoek naar de kern van de boodschap die nu nog geldig is. Waarom herlezen we al duizenden jaren dit verhaal. Wat heeft het ons te zeggen? Is het niet dit, dat afdwalen juist voortkomt uit de wens richting en leiding te hebben? Dit volk wilde een God die voor hen uitging, daar hebben ze goede ervaringen mee. Maar die God lijkt met Mozes verdwenen te zijn. En daarom willen ze er zelf een maken. De sterke wens leiding en richting te hebben maakt dat ze de verkeerde weg kiezen.

Wat is er eigenlijk erg aan een afgod? Wat maakt het uit of het God is of een afgod die het volk de weg wijst? Het maakt natuurlijk uit. Zeggen dat God de weg wijst is synoniem met ons heilig voornemen om te blijven zoeken naar een rechtvaardige en barmhartige manier van samenleven - een weg van vrijheid voor iedereen, een weg van inzicht en verlichting. Een afgod kiezen betekent genoegen nemen met minder, het betekent je terug te trekken in je kleinheid. Met onze afgoden gaan we uit van ons eigen korte termijn belang, onze schijnveiligheid, ons welvaartspeil, onze hypotheekrenteaftrek, het "ikke, ikke, ikke en de rest kan stikken".

Mensen kunnen slecht tegen onzekerheid in het leven. Ze willen liever weten waar ze aan toe zijn, liever schijnzekerheid dan geen zekerheid. Liever jezelf begoochelen dan leven in onzekerheid. Daarom maakt het volk zichzelf een heilige koe. En ze feliciteren elkaar met hun nieuw gevonden schijnzekerheid, vieren feest.

 

Een mooie spiegel wordt ons hier voor gehouden. Onzekerheid valselijk proberen weg te poetsen is een uiterst menselijk trekje, dat in ieder van ons zit. Onzekerheid in je leven lijkt onverdraaglijk. Er zit iets fundamenteels in onze onzekerheid - het wijst ons op onze dood, het enige waar we echt zeker van zijn - en daar willen we niet aan.

We verzamelen heel wat om te proberen ons zekerheid te verschaffen. Eigenlijk is ieder houvast in ons leven zo'n heilige koe. Materiele bezittingen, belangrijk zijn, zinvolle dingen doen, het druk hebben. Alles wat wij najagen doet ons onze onzekerheid versluieren. Toch leiden we een onzeker bestaan. Het einde van een relatie, de dood van je partner, werkeloosheid, armoede, ernstige ziekte, er is zoveel dat ons overkomt. Je beseft dat alles wat je zeker waande onbestendig blijkt. Alles is altijd anders dan je denkt en aan alles komt ook nog eens een eind.

 

We willen graag zekerheid en leiding, we willen die veiligheid van de herder die ons vindt nog voor wij om hem roepen, een herder die bijeen houdt en stuurt.

We dwalen af om dat we richting en leiding wensen in ons leven. Afdwalen komt omdat we haast hebben en niet kunnen wachten tot de tijd rijp is. Het volk kan niet langer wachten, ze hebben haast. Ze denken Mozes niet meer nodig te hebben - ze hebben nu een andere God, eigenlijk een wel zo makkelijke God.

En herkennen we dat niet? We neigen allemaal het eerste het beste te grijpen dat ons houvast en veiligheid belooft. Hoe snel jagen we achter iets aan met middelen die ons doel verder weg drijft. We willen haat met geweld verdelgen en zaaien zo nog meer haat. We willen snel resultaat en boeten in op lange termijn. We drammen een oplossing door die even bevredigt maar weer nieuwe ellende teweeg zal brengen. We grijpen vast wat ons lief is en knijpen het stuk, uit angst het te verliezen.

We hebben haast en haast is de oorzaak van ons afdwalen. Grijpgrage haast. Haast corrum­peert ons verlangen naar richting en helderheid. Zouden we dat kunnen laten? Stoppen met ons haasten, met te snel te veel willen? Zouden we kunnen leven in de onzekerheid van het bestaan, in het besef van onze eindigheid? Zouden we kunnen leven zonder te vluchten voor de pijn? Zouden we kunnen leven zonder zeker te weten hoe we moeten leven, leven zonder standpunten en zekerheden? Durven we ons te verwonderen om het leven? Durven we te vertrouwen op de God die ons leidt, ook als die zich even niet laat zien? Durven we erop te vertrouwen dat we gevonden worden als we verdwalen,

durven we vertrouwen op de herder die ons zoekt?  Amen.   


Groene Boek

Geef ons een warm hart en een koel hoofd, dat we niet verblind worden door de poespas van het leven, dat we het ware en echte mogen zien.

Verbreed onze horizon, dat we voorbij kunnen gaan aan ons eigenbelang en naar elkaar omzien.

 

Eeuwige geef ons kracht en bijstand om te doen wat goed is, we hebben zoveel slechte gewoonten. U bent onze troost. U telt onze goede daden. U laat ons nooit los.

 

 

Nodiging

Wij roepen U de naam toe van een mensenkind: Jezus, uw geliefde.

Hij deelde zijn leven en zijn wijsheid met zijn vriendinnen en vrienden,

met zondaars en tollenaars en met allen die met hem wilden zijn.
Samen met hen en ons allemaal deelde hij brood en wijn
en hij vroeg ons om hem in dit teken te gedenken.

 

Hier aan deze tafel bent u daarom allemaal, zonder uitzondering,

genodigd om brood te breken en wijn te delen.

Laat dit samen breken en delen ons scherpen,

opdat wij zonder haast aandacht hebben voor wat er in onszelf omgaat

en weten wat God van ons wil.

Laat het ons helpen om de weg van vrede te vinden en vrede te brengen.

 

 

Zegenbede

Moge de Krachtige en Tedere dicht bij ons zijn de komende dagen,

en alle dagen in ons verdere leven.

Moge zij onze ogen en ons hart openen,

Opdat wij onverschrokken en vol mededogen voort kunnen gaan,

Moge hij ons kracht en tederheid schenken

En vrede,

Amen.

 
 

 

 
       
 

| Archief/Bijdragen | Archief 2008 ev |

 
 

FV 2010-09-19 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl