Voorganger:
Jan Andreae
Lector: Astrid Seriese
Thema: Radicaal verbinden
1e lezing: Etty Hillesum
2e lezing: Lucas 18: 9-14
weblog Anja Meulenbelt: Impressies van viering en reacties
Deel van overweging Jan
“Het is soms nauwelijks te verwerken en te bevatten, God, wat jouw evenbeelden op deze aarde elkaar allemaal aandoen in deze losgebroken tijden.
Maar daarvoor sluit ik me niet op in deze kamer, God, ik blijf alles onder ogen zien en wil voor niets weglopen en van de ergste misdaden tracht ik iets te begrijpen en te doorgronden. En ik probeer altijd weer de naakte kleine mens op te sporen, die dikwijls niet terug te vinden is midden in de monstrueuze ruïnes van zijn zinloze daden.
Ik zit oog in oog met jouw wereld, God, en ik onvlucht de werkelijkheid niet en ik ben blij je schepping te prijzen, ondanks alles.”
(Etty Hillesum)
Overweging
Ik ben bang dat ik in een land woon waarin ik niet wil wonen.
Dit land is fundamenteel veranderd. Door een dynamiek van op elkaar inwerkende krachten. Dynamieken die worden losgemaakt door politici, door media en groepen mensen die bang of boos zijn.
Met als resultaat: een gebrek aan de meest basale vorm van moreel besef.
Niemand is daar schuldig aan, maar bijna iedereen vraagt zich in dit land af hoe het in Gods of in Allahs naam zover heeft kunnen komen.
Ik wil wonen in een land waarin niet beledigd wordt. Het recht om alles te zeggen waardoor we mensen kwetsen, beledigen en discrimineren is een belachelijk recht.
God, ik dank u dat ik niet ben zoals die ander, sprak de Farizeeër.
Je kunt iemand, buiten je schuld om, beledigen. Per ongeluk. Je kunt buiten je schuld om iemand aanrijden. Per ongeluk; je had voorrang. Maar beroep je niet op het recht iemand aan te rijden. Belediging maakt iets kapot in mensen. Ik wil wonen in een land waarin mensen voorzichtig zijn met elkaar.
Etty Hillesum schrijft in haar oorlogsdagboek: het is soms nauwelijks te verwerken en te bevatten, God, wat jouw evenbeelden op deze aarde elkaar aandoen. Maar ik blijf je schepping prijzen, ondanks alles.
Ik wil wonen in een land van christenen, joden, moslims, boeddhisten, hindoes, atheïsten, agnosten, homoseksuelen, heteroseksuelen, polygamisten, schrijvers, kunstenaars en loodgieters.
In een land waarin men begrip opbrengt, ook al begrijpt men elkaar niet. Een land dat zijn traditie van tolerantie eer aan doet. Waarin we de neiging onderdrukken om anderen te onderdrukken.
Ik wil wonen in een land dat zoekt naar de juiste vertaling van gedogen en niet naar die van zero tolerance.
Ik wil wonen in een land zonder maximale spreektijd, maar met een minimum aan luistertijd. Een land waarin politici en interviewers niet met hun interruptiemicrofoons vergroeid zijn. Waar getracht wordt gebruik te maken van andermans kracht in plaats van misbruik van andermans zwakte. In een land waarin hardop kan worden nagedacht. Ik wil wonen in een land waarin politici beschaving vieren, op zo’n manier dat ze spreken met zachte stem, omdat ze bang zijn niet te horen wat de ander te zeggen heeft.
Ik wil wonen in een land waarin kinderen in vrijheid leren denken en dansen. Waarin hun voorbeelden geweldloos en inspirerend zijn.
Ik wil wonen in een land waarin onze kinderen geleerd wordt nooit anderen als minderwaardig te behandelen, omdat ze zelf ook nooit als zodanig zijn behandeld en ook nooit zo behandeld zullen worden.
Ik wil in een land wonen waarin woorden als deze niet afgeserveerd worden. Ik wil woorden horen die spreken van bemoediging. In plaats van het steeds hardere en vierkante “Nee”.
Ik wil wonen in een land waarin men bidt voor elkaar, bij Allah, bij God of bij weet ik wat.
Wonen in een land waar de zachte krachten winnen.
Lied Geest van de aarde - zang: Astrid Seriese
Tekst afkomstig uit de roman 'De zwarte met het witte hart' van Arthur Japin
Naar traditioneel Ashanti rijm
refr.:
Geest van de aarde, jij hebt verdriet
Geest van de aarde, jij hebt ellende
Geest van de aarde, jij hebt verdriet
Geest van de aarde, jij hebt ellende
Aarde
Zolang ik dood ben
Zal ik van jou afhankelijk zijn
refr.
Aarde
Zolang ik leef
Zal ik op jou vertrouwen
refr.
Aarde
Zolang ik dood ben
Zal ik van jou afhankelijk zijn
Aarde
Zolang ik leef
Zal ik op jou vertrouwen
Aarde
Die mijn lichaam
Ontvangt
Wij richten ons tot jou en jij zal dit begrijpen
Wij richten ons tot jou en jij zal dit begrijpen...
Omdat je een naam hebt kan ik je roepen
En als ik je roep, dan kan je bij mij komen
En als je komt dan kan ik je vasthouden
En als ik je vastpak, kan ik je loslaten
Het eerste wat ik van je vraag hier en deze ochtend is: doe je hart open.
Als wij ons hart open doen, dan kunnen we uit onze oordelen weggaan.
Ons hart is het zintuig van de wereld. Met ons hart kunnen we een bedding maken, waarin anderen aanwezig kunnen zijn. Zo kunnen we verbinden. Zo moeten we verbinden. Het is hoog tijd
Er is echter altijd een beweging in de aard van de mens om onze pijn weg te houden. We doen dat door ons hart te sluiten.
Als wij mensen onze pijn nemen, werkelijk durven te nemen en accepteren, dan komen er tranen. Tranen zijn water voor bloemen van geluk.
Pijn en Rouw is de achterkant van de liefde.
Als de samenleving niet weet hoe te rouwen, raken mensen het contact met zichzelf kwijt. Dan komt er onrust en hardheid.
Er is een plek voor ons mensen, er is een plek voor ons hart.
Zing je eigen kleine lied.
Luister naar het grote lied.
De rivier neemt uiteindelijk haar bochten.
Steeds opnieuw moeten we leerling van het leven worden.
Als je niet meer kunt kijken, hoe kun je dan toch nog zien.
Je kunt altijd kijken met je hart.
Daar is veel moed voor nodig. We moeten altijd ons hoofd buigen zodat we steeds opnieuw het hart weer kunnen openen.
Alleen zo kunnen verbinden. We hebben je hart hard nodig.
Omdat je een naam hebt, kan ik je roepen.
En als jij er met je hart bent, dan kan er wat gebeuren.
En het zou kunnen zijn, dat de Eeuwige het zo bedoeld heeft.
Amen
|