Bijdrage Helma Schenkeveld,
zondag 2 januari 2011

 
 

Voorganger:  Helma Schenkeveld

Lezingen:

de drie magiërs

Aanbidding door de Drie Koningen van de Italiaanse renaissanceschilder Domenico Ghirlandaio.
Deze zogenaamde tondo (Italiaanse voor 'rond') dateert uit 1487 en hangt in de Galleria degli Uffizi te Florence. Afmeting: 171 centimeter.

 

Overweging.

Wie leven wil, die zingt zich vrij. Jee, dat klonk goed zojuist, wie leven wil, die zingt zich vrij. Zullen we even met z'n allen jaloers naar Henk en de koorleden kijken….dat is dus, waarom we hen op zondagochtend vaak zo zien stralen.

 

Wie leven wil, die zingt zich vrij. Wie leeft, die zingt zijn eigen lied! Kijk, dat klinkt mij nou als muziek in de oren. Geen klemmende banden, geen geklaag, geen onrust of wantrouwen: zing gewoon je eigen lied. En realiseer je, wie niet leeft, nou ja, die verstaat je niet.

 

Je eigen lied gaan zingen, dat kun je doen, wanneer je weet wat de essentie is van jouw leven: Wat is het belangrijkste in jouw leven? Wat is voor jou het meest waardevol? Wat wil jij uiteindelijk bereiken met je bezit, met je werk, met je gezin, je famile, je vrienden, met je vrije tijd? Als je dat duidelijk kan krijgen voor jezelf, als je dat kan opschrijven, als je dat telkens weer in je herinnering kan brengen, dan komt er lijn in je leven. Dan krijg je helder wat het belangrijkste is, om nu aan te werken. Dan is er steeds minder stress. Dan gaan we de zin van ons leven ervaren, dan gaan we het beleven! Dan doen we de dingen die ons voldoening en energie geven, dan is de tijd en moeite en geld die we erin stoppen een zinvolle investering. We kunnen gaan ervaren, ook in ons dagelijks leven, dat de essentie van onze bezieling in het leven dieper ligt dan onze hang naar geld en aanzien, dieper dan ons verlangen naar veiligheid en bij de groep horen.

 

De magiërs uit het Oosten zongen ook hun eigen lied. Zij waren magiërs, en ik denk dat zij verstand hadden van planeten en sterren. Want we lazen dat zij de ster hadden zien opgaan van de pasgeboren koning van de Joden. Zij waren op pad gegaan om deze koning eer te bewijzen, en kwamen in Jeruzalem aan om verder navraag te doen over deze pasgeboren koning.

En daar blijkt niemand nog op de hoogte te zijn van deze geboorte, iedereen in rep en roer door hun bericht! Herodes met zijn schriftgeleerden. Ik zie dat zo voor me, hoe die Herodes met zijn belangrijke slimme mensen om tafel zit, hen uitfoetert en roept: Waarom wist ik dat nog niet? Hadden jullie me dit niet zelf kunnen vertellen? Heb ik daarvoor die buitenlanders nodig om deze informatie te krijgen? En vervolgens denkt Herodes voor een dubbeltje op de eerste rang te kunnen zitten, dus geeft hij de magiërs opdracht om precies uit te zoeken hoe het zit met de nieuwgeboren koning, en hem daarna verslag te laten doen, zodat hij ook zelf deze koning eer kan gaan bewijzen. En vervolgens gaan de magiërs weer op pad. Ik ben benieuwd wat zij toen dachten? Vonden ze het raar, dat ze merkten dat de hoge bazen in Jeruzalem er nog niets van wisten? Waren ze trots, omdat zij de opdracht hadden gekregen om het onderzoek in te stellen? Waren ze nu extra nieuwsgierig geworden? Jammer eigenlijk, dat we nog nooit hun versie van dit verhaal hebben gehoord. Maar goed, we weten dat ze op pad gaan, veilig bij de kribbe aankomen, en dat ze daar door een diepe vreugde geraakt worden. Ze worden geraakt door de liefde van het kind met de ouders. In een situatie, die voor hen waarschijnlijk zeer ongewoon was. In een plaats zonder mooie spullen, zonder pracht en praal, ervaren zij de vreugd van waarlijke liefde van mens en dier voor elkaar. En daar krijgen zij het inzicht dat Herodes wellicht op het foute pad zit, dat hij een valse noot in hun lied kan zijn. En zij nemen hun verantwoordelijkheid, zij laten misschien hun trots varen, en zij besluiten hun opdracht niet uit te voeren, zoals afgesproken. Zij keren langs een andere weg naar huis terug.

 

Wie leven wil, die zingt zich vrij. Wie leven wil, die maakt zijn eigen lied. Wie leven wil, die gaat net als de magiërs op onderzoek. Die gaat onderzoeken wat het leven waardevol maakt, die gaat onderzoeken wat hem plezier geeft, energie en voldoening en waar hij moe en sikkeneurig van wordt. En het mooie van onderzoeken is, dat je daarvoor ook bij andere mensen terecht kunt. Je kan in je onderzoek juist afstappen op andere mensen, mensen met andere gewoonten, mensen die een ander vak hebben, mensen die misschien in een ander land opgegroeid zijn. om juist hen om informatie te vragen. En onderzoeken wordt echt leuk, wanneer je niet alleen naar de bekende weg vraagt, maar juist nieuwe paden gaat betreden. Wanneer je de rijkdom van het onbekende gaat opzoeken. Wanneer je jezelf toestaat om het onbekende tegemoet te treden, om het onbekende te gaan ontdekken en om je te laten verrassen met nieuwe inzichten, die kunnen leiden tot nieuwe mogelijkheden.

 

Laten we als wens voor 2011 formuleren, dat we allemaal de magiër in onszelf een kans geven. De magiër een kans geven om op het zoek te gaan naar het konniklijke, het koninklijke dat ons kan vervullen met een diepe vreugde. Het begin van een nieuw jaar is altijd een goed moment om routine te doorbreken. Om stil te staan bij wat je doet, waar je je tijd en energie aan geeft. Om het onbekende een kans te geven, om te durven besluiten een opdracht niet uit voeren, om jezelf en een ander te verrijken met een nieuw contact.

 

Wie leven wil, die zingt zich vrij. Wie leeft, die maakt zijn eigen lied.

 

Ik wens ons allen een levendig 2011.

 
       
 

Archief alle overwegingen 2011 en de voorgaande jaren

 
 

RG 2011-01-30 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl