|
||||
Bijdrage
Frans Gerritsma |
||||
De vraag wie ben je Keuzes hebben te maken met overgave We horen in de lezingen Daar willen we bij stilstaan in deze viering Lezing Uit de profeet Jesaja 49:1-6
Overweging In de eerste lezing hoorden we bij Jesaja, dat hij de strijd opgeeft. “Tevergeefs heb ik me afgemat, ik heb al mijn krachten verbruikt, het was voor niets, het heeft geen zin gehad”, waar heeft hij zich allemaal druk voor gemaakt, de bevrijding van Israel uit zijn ballingschap. De vrijheid. Hij twijfelt er aan, maar op het moment dat hij het uitspreekt, komt er ook iets bij hem naar boven van. Dat kan niet waar zijn. Diep in hem is er iets dat zich verzet tegen zijn eigen doemdenken. Hij keert terug naar het begin, toen hij vol vuur zich op weg begaf om mensen, om zijn volk vrij te maken. Hij kijkt over zijn eigen teleurstelling heen, terug naar het begin. Dat was toch een authentiek gebeuren, dat was geen inbeelding, die Godservaring die hij toen had. Zoals hij zich toen geroepen voelde. Tegen al zijn eigen zwakheid en onvermogen in, om op weg te gaan om heil, om heling aan te zeggen. Die ervaring, dat was een heel intiem moment in zijn leven, een ervaring, dat hij door God al gekend en gezien werd toen hij nog in de moederschoot was. Dat hij met al zijn scherpe woorden, geborgen is bij God als een pijl in een pijlkoker. Hij keert terug naar die ervaring, zoals ook wij met kerstmis terug gekeerd zijn naar de verhalen over Jezus en Johannes de Doper, die al voor hun geboorte met elkaar in verbinding stonden. Of zoals in de door velen geliefde psalm, die spreekt van geborgenheid bij God, al van voor de geboorte. Uw schepping ben ik in hart en nieren. Een vertrouwen dat zelfs door de dood niet te vernietigen is. Deze intieme band, schept vertrouwen, een niet aflatend vertrouwen, dat ook al keert heel de wereld zich tegen je, ben je alle support verloren, je kunt steeds terug naar die oerervaring van geborgenheid bij God. Tegen alle tegenslag en rationaliteit in. Wanneer Jesaja zich dat realiseert, komt er een omkeer in zijn denken. Hoort hij God op een andere manier. Weet Hij vanuit die ervaring, vanuit dit vertrouwen in God, dat hij een taak heeft, om de heilige rest, de mensen die de bevrijding zullen meemaken, terug te brengen naar hun land. Maar dat is nog niet alles. Hij zal een licht zijn voor alle volken, een vrijmakend licht voor iedereen. Vertrouwen, vertrouwen op iemand bewerkt intimiteit. Het wezen van de ander wordt in vertrouwen gerespecteerd en hoog gehouden. Vertrouwen betekent de ander in zijn wezen laten, de eigen weg laten gaan. Dat kun je eigenlijk alleen maar wanneer je de welwillende nabijheid van de ander, die jou vertrouwen heeft gegeven, hebt ervaren. Johannes weet niet zo goed, wat hij met Jezus aan moet. Wie Jezus precies is, wat hij van Hem wel en niet kan verwachten. Het blijkt dat Johannes verwachtingen had, waar hij heilig in geloofde, waar hij zich voor inzetten, die niet uitkomen. Wanneer hij zelf in de gevangenis terecht komt en zijn eigen redding verder dan ooit is, dan zal hij zijn leerlingen naar Jezus toe sturen met de vraag of Hij wel de bevrijder is. Ondertussen gaat hij door met dopen, en hij is er van overtuigd, dat op een of andere manier en iets zal gebeuren, waar Gods Geest op rust. Want hij weet, vanuit zijn diepste overtuiging, dat het gaat om een mentaliteit van gerechtigheid. Daarin wil hij mensen onderdompelen, om ze op weg te zetten. Om het leven vanuit een ander licht te zien. Wanneer je in die mentaliteit, waar Johannes voor opkomt, ondergedompeld bent, dan kun je degene herkennen op wie de Geest rust Jesaja, Johannes en Jezus, waren zich bewust, of liever gezegd, werden zich gaande weg bewust, vanuit hun godservaring, van de taak die ze hadden en in die geest in dat licht wilden ze anderen laten delen. Om dat licht van God was het hun te doen. Wisten ze hun plaats en opdracht. Wisten ze, wie ze zijn., en waar ze stonden. Is het ons ook niet om dat licht te doen, waardoor we zien waar het op aan komt. Wie je zelf bent. Hopen en bidden we niet dat het licht van God, ook ons zal laten zien wie we zijn en welke kracht we in ons hebben om ook zelf licht te zijn.. Ik ben ooit in een donkere periode in mijn leven in deze kerk, in deze gemeenschap terecht gekomen. Aanvankelijk was het voor mij een schuilkerk, een kerk waar ik onder de klanken van de muziek en de zang van het koor, de ruimte, kon schuilen. Langzamerhand is het voor mij een plaats geworden, waar ik ook zelf over mijn zoeken en geloven heb gesproken en heb verteld over mijn vertrouwen in de goedheid van de mens en zijn Schepper, Mijn vertrouwen in de eeuwige, maar ook in de mens, in al zijn kwetsbaarheid, met al zijn nukken, geloof en ongeloof, is hier gegroeid. Het heeft me aangemoedigd om bezig te zijn en te blijven met de zaken van geloof en leven, vrede en gerechtigheid en omzien naar elkaar. De duif staat voor de toekomst op een belangrijk punt. De weg van verdieping, de weg van verbreding, de weg naar nog meer ruimte voor al Gods kinderen. Ik wil jullie aanmoedigen verder te zoeken
Om licht over grenzen heen Wees een bron van licht Maak ons open Wees een kracht voor hen die ziek zijn Wees het eeuwig licht
Zegenbede
|
||||
|
||||
FV 2011-01-23 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl |
||||