Bijdrage Henk Kemper
- zondag 13 februari 2011

 
 


Voorganger: Henk Kemper

Lector: Thea van Deijl
Thema: Voortschrijdend inzicht

Mozes werpt de stenen tafelen stuk (Rembrandt van Rijn)

1e lezing: Deut. 29:1-3; 30, 11-20
Psalm 119 “Het gewoonste”
   Vertaling uit: In de schaduw van de palmen, Hans Bouma
2e lezing: Matt. 5: 14-26; 43-48

 

Welkom en inleiding
Goedemorgen, hartelijk welkom in deze viering van schrift en tafel. Jullie konden vorige week niet op mij stemmen en toch sta ik hier. Maar ja, ik had nu eenmaal gezegd dat ik in geval van nood wel wil inspringen. Anyway, Thea en ik heten jullie bijzonder welkom op deze zondagmorgen. Bekende, vertrouwde gezichten zien we én we zien gezichten van mensen die voor het eerst hier zijn: voel je welkom, dit uur, allemaal. We hopen dat we je een uur van bezinning en rust kunnen bieden. Laat de muziek en de woorden je overspoelen en misschien wel aanraken.

Voorop het boekje staat als thema “Voortschrijdend inzicht”.
Iemand die dit boekje eerder deze week in handen kreeg, iemand die een grote kennis van zaken heeft in de accountantswereld zei me dat het zo’n typische accountans-uitdrukking is. Een uitdrukking die de lading heeft van een excuus. Zo van, tja, hadden we dat eerder geweten dan hadden we er natuurlijk rekening mee gehouden. Maar aangezien dat niet zo is kunnen wij er niet verantwoordelijk voor gehouden worden. Het betere schoonvegen van het spreekwoordelijke straatje.

In dit licht heb ik het thema niet gekozen en zo zal ik er ook niet over spreken.
Vandaag krijgen we een heel oud verhaal voorgeschoteld, namelijk daterend uit de tijd dat het joodse volk Egypte ontvlucht was en door de woestijn liep. Egypte, toen niet the place to be en ook vandaag geen gemakkelijk gebied, ondanks de vreugde.
Inhoudelijk worden de oude wijsheden en geboden uit die tijd opnieuw verwoord door Jezus van Nazareth, zoals opgeschreven door Mattheus.
Dezelfde woorden, dezelfde waarheden, dezelfde wijsheid, maar toch in een andere jas. Een opgefriste verpakking.
Maar ook de woorden van Jezus van Nazareth zijn al weer twee millennia oud.

De vraag is dus: wat doen we vandaag de dag met die oude woorden. Wat kunnen ze ons leren. Wat bieden ze ons.
Wat is onze huidige maatstaf. Wat is óns tijdbeeld.
Zijn er parallellen of alleen verschillen.
Kortom: laten we ons bezinnen op een oud fundament dat we trachten te vertalen naar onze tijd. Een tijd die bol staat van de problemen op sociaal maatschappelijk vlak. Een tijd waarin het lijkt alsof tegenstellingen worden uitgemolken ten nadele van alle positieve initiatieven die er ook zijn.

Vandaag wil ik zoeken naar het fundament en het voortschrijdende inzicht benutten om ons te inspireren om in de dagelijkse praktijk de dingen goed te doen. Niet met je eigen gelijk voorop, maar met een besef van: wij samen komen er wel uit.

Daarover voor nu even genoeg.

Laten we eerst ons hoofd rust geven en leegmaken. Om zo open te staan voor een uur van bezinning en overpeinzing.


Overweging
Op de voorkant van het liturgieboekje van vandaag staat een afbeelding van de hand van Rembrandt van Rijn. Het toont Mozes die de juist verkregen stenen tafelen stuksmijt. Ik heb het grapje wel eens gehoord dat er aanvankelijk minder dan 10 geboden waren, maar dat er nu 10 zijn als gevolg van de stukgegooide tabletten.
Natuurlijk is dat een grapje, maar verplaats je maar eens in Mozes.
Leider van een lastig stel mensen dat jaren door de woestijn sjokt. Niet steeds gehinderd door een rotsvast vertrouwen in de Eeuwige. Als Mozes dan met het geschenk van de Eeuwige van de berg Sinaï afkomt ziet hij het volk dat in zijn afwezigheid een gouden kalf heeft gevormd van gesmolten gouden sieraden et cetera. Een gouden kalf dat ze aanbidden, vormgevend aan de behoefte die zij hebben aan een zichtbare God.
Komt Mozes na een goed gesprek met de Eeuwige de berg af met raadgevingen, richtlijnen en gebeitelde geboden en ziet hij de ontsporing, het ongeloof, het kortzichtige en het on-vertrouwen. Mozes ontploft.

De lezing van vandaag beschrijft hoe Mozes op een later moment het volk toespreekt en de geboden bepleit. Hij legt uit dat geboden van de Eeuwige niet te moeilijk zijn. Niet te zwaar om te onderhouden en voor iedereen toepasbaar zijn.
Er is sprake van een oud-testamentisch beeld. Een beeld dat neergezet wordt door grote en zwart-wit-gestelde woorden:
Kies voor voorspoed óf voor tegenspoed. Leven óf dood. Zegen óf vloek.
Het klinkt nogal strak allemaal. Maar nogmaals, opgetekend in het teken van de tijd. Een tijd waar God gezien werd als straffende God. Een tijd dat je gangen werden nagegaan en bijgehouden. Accountantskantoor God; afrekening bij uw dood.
Maar toch: het gaat hier over de mogelijkheid die je als mens hebt. Nu, maar ook toen, zo lang geleden, ging het over een keuze die je als mens kunt maken. Je kunt kiezen voor geboden die niet te zwaar zijn en niet buiten je bereik liggen. Maar, áls je kiest, dan houdt dat iets in. Als je kiest voor de richting die de Eeuwige ons wijst, dan houdt dat een belofte in. Een houding in jezelf die in de praktijk laat zien wat je waard bent.

De woorden die Mattheus optekende lijken op het eerste oog milder. Toch staat ook hier de nodige krachtige taal in. Wat te denken van: “Wie tegen zijn broeder of zuster tekeergaat en haar of hem “nietsnut” noemt zal zich moeten verantwoorden bij het Sanhedrin. Een variant in die tijd om je te verantwoorden bij het gerechtshof. In onze tijd gaan er wel grotere woorden om in de maatschappij dan “nietsnut” waarbij je je niet hoeft te verantwoorden voor het gerecht. Kijk maar eens naar de geruchtmakende rechtszaak over uitspraken van Geert Wilders. Hij kíest ernstiger woorden dan “nietsnut”. Kíest dus om in foute bewoordingen kwetsende verdachtmakingen te uiten.
Wie “Dwaas” zegt, zo gaat Mattheus verder, zal voor het vuur van de Gehenna komen te staan. Ik heb maar eens nagezocht wat dat betekent. Gehenna kent veel betekenissen, maar alle even onheilspellend. Het betekent: Begraafplaats voor veroordeelden, Bloedakker, Helse poel, Verblijf der Goddelozen en een Offerplaats van kinderen aan de afgod Moloch ten tijde van het koningschap van Salomo.
Voor het vuur van de Gehenna komen te staan omdat je iemand “dwaas”noemde is dus niet best. Grote, onheilspellende woorden die Mattheus gebruikt.

De woorden die Mattheus optekende geven ook weer hoe Jezus van Nazareth de oud-testamentische woorden uitlegde. In tegenstelling tot de zware woorden en de bijna bestraffend, waarschuwend klinkende toon uit Deuteronomium, spreekt en preekt de man van Nazareth milder met toch dezelfde boodschap.
Het klinkt ook hier weer meer als het aanreiken van een keuze. Aanreiken, niet opleggen, maar uitnodigen. Kies maar.

“Jullie zijn het licht van de wereld”. Dat steek je aan om een lichtend voorbeeld te zijn in de wereld. Laat maar zien hoe je een weldaad kunt zijn voor de mensen.

In zijn tijd werd Jezus er van verdacht een andere waarheid te verkondigen dan de oude vertrouwde waarheid. Zelf zegt hij er van dat hij niet gekomen is om zelfs het kleinste maar te veranderen. Nee, hij verandert tittel noch jota. Even voor het goede begrip, tittels zijn de puntjes en streepjes onder de Hebreeuwse letters die bepalen hoe de letter, de medeklinker klank krijgen moet. Eenzelfde schriftteken kan door middel van een bepaalde tittel een andere klank krijgen.
De jota is het kleinste Hebreeuwse lettertje. Jezus zegt hiermee dus dat hij niets, helemaal niets van de wet of de profeten wil veranderen.
En toch klinkt zijn boodschap anders. Liefdevoller, toepasbaar, vrijwillig, toch een andere klankkleur.

Ook hij spreekt over de consequentie van je keuze: “je moet je naaste liefhebben en je vijand haten, werd ooit gezegd”. Maar Jezus zegt: “Ik zeg jullie: heb je vijanden lief en bid voor wie jullie vervolgen”.
Dat nu maakt het verschil in de wereld. De zon gaat op voor iedereen. Daar hoef je niets voor te doen. Daar hoef je geen heilige voor te zijn en geen zondaar. Rechtvaardigen én onrechtvaardigen krijgen hetzelfde. Het verschil zit in je levenshouding.

De geboden zijn niet te zwaar en liggen niet buiten je bereik.
Wij zijn het licht van de wereld.

Vandaag krijgen we een prachtige doorkijk door de tijd van alle eeuwen heen :
De in steen gehouwen geboden die uitnodigen om in harmonie te leven.
De prachtige woorden van de door Hans Bouma ge-herdichte psalm:
Wat Gij van mij vraagt is het gewoonste, het meest menselijke.
Dat ik doe waarvoor ik geschapen ben.
O God, uw woord, voorgoed draagt het mij,
bezielt , verrukt het mij.

Wat is er in Godsnaam misgegaan denk je dan. Hoe ziet onze wereld er uit? Geen dag gaat voorbij of het journaal toont ons de schelle beelden van oorlog en verdrukking. Het je afzetten tegen de mening van de ander is gangbaar en het je inleven, invoelen wat de ander drijft en wat de ander beweegt lijkt onbelangrijk.
Mijn gelijk is groter dan het jouwe. Jouw gelijk heet ongelijk.

Hoe doorbreek je dat, dat is de vraag.
Vandaag krijgen we in de lezingen een antwoord, of minstens een keuzemogelijkheid.
Als je je herinnert dat je broeder of zuster je iets te verwijten heeft, stop dan met alles, zelfs met hier in de kerk zitten, en ga je verzoenen met de ander.
Dat is belangrijker dan dat je vroom, stil voor je uit zit te bidden. Leg een geschil bij voordat je je richt op God. Alleen als je verzoend bent met de ander heb je ruimte voor je relatie met de Allerhoogste. Zo doende ben je werkelijk kind van je Vader in de hemel. Lees maar na. Het stáát er gewoon.

De Joodse traditie kent Jom Kippoer, verzoendag: de tiende dag na Rosj Hasjana, joods nieuwjaar. Ik heb onlangs gehoord dat in joodse kringen de tien dagen na Rosj Hasjana letterlijk betekenis en follow-up krijgen en dat men actief en bewust nadenkt over wie men eventueel kwaad heeft gedaan en om vergiffenis moet gaan vragen.
Jezus gaat verder: Hij zegt: kom niet voor het altaar, maar verzoen je eerst met de ander. Dat is een mooie aanwijzing, in mijn ogen: alle dagen Jom Kippoer.
Je zult meestal zien dat, hoe moeilijk het ook is de eerste stap te zetten, de ander je met begrip en respect en uiteindelijk ook waardering tegemoet zal treden. Dat de ander dankbaar is dat er een stap gezet is.

In Marcus 12, vers 28 is te lezen dat Jezus ooit antwoordde op de vraag naar de belangrijkste geboden:
De Heer, onze God, is de enige Heer; heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand en met heel uw kracht.” Het op een na belangrijkste is dit: “Heb uw naaste lief als uzelf.” Er zijn geen geboden belangrijker dan deze.’ Had Mozes die stenen tafelen misschien toch niet hoeven lijmen .

Afgelopen donderdag stond er in de Volkskrant een artikel over een wandeling die rabbijn Evers, imam Ali Iftekhar Chisti en bisschop van den Hende uit Breda maakten door Amsterdam West. Geen wijk van Amsterdam die we kwalificeren als toonbeeld van tolerantie en verdraagzaamheid.
“Zet een gesprek op tussen joden, christenen en moslims en de kans is groot dat het uitloopt op een ruzie rond de stelling “Onze God is de beste”, zo zegt de imam.
En hij legt verder uit: een boeket met dezelfde bloemen is mooi. Maar een boeket met verschillende bloemen is mooier”.
Dat vind ik een mooie beeldspraak. En ik vind het zo hoopgevend dat dit soort initiatieven er zijn. We kunnen ze niet luid genoeg uitschreeuwen.

Laten we zoeken naar wat ons bindt. Naar wat we gezamenlijk belangrijk vinden. En laten we de eigen-aardigheden zien als verrijkend. Ze met nieuwsgierigheid tegemoet treden. Niet oordelend, maar met interesse in de ander.
Laten we in ons dagelijks bestaan proberen om te leven naar de geboden die opgetekend werden voor het welzijn van álle mensen, niemand uitgezonderd. Al té lang wordt gezocht naar verschillen en eigen gelijk.
Voortschrijdend inzicht laat zien dat er initiatieven zijn die respect en begrip aanwakkeren en de mensen bijeen brengen; in wederzijds vertrouwen.
Daar kunnen we allemaal ons steentje aan bijdragen: op ons werk, in de tram, op de markt en bij de buurvrouw. En ook hier, bij de koffie en de rest van de week.
Heb maar vertrouwen in je eigen kunnen, het is ingebakken, je meegegeven door de Allerhoogste, welke naam je die ook geeft.

We hebben het allemaal op ons palet van mogelijkheden:
Liefde tegen liefdespijn,
vriendschap tegen duizend vrezen,
zoet dat bitter kan genezen,
mens voor mensen, recht en vrede,
licht en adem, heel veel leven mag je zijn.

Zouden wij dat alles proberen, dan wórdt het waar !

 
       
 

Archief alle overwegingen 2011 en de voorgaande jaren

 
 

FV 2011-02-21 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl