Bijdrage Diana Vernooij - zondag 27 maart 2011

 
 


Voorganger: Diana Vernooij

Diana Vernooij

Inleiding.

Goedemorgen lieve mensen, hartelijk welkom in De Duif, fijn dat jullie er zijn. Het is een prachtige dag aan het begin van de lente, midden in de 40 dagentijd voor Pasen. Zes zondagen buigen we ons over de Tussentijd, over alle verschillende stadia, van vertragen, verzinken, verstillen, verdragen tot verstaan en opstanding.

Dit is de derde zondag op weg naar Pasen, in verstilling en bezinning.

 

40 dagen, 40 dagen duurde de zondvloed, 40 dagen verbleef Mozes op de berg, 40 dagen vastte Jezus in de woestijn en vandaag zullen we lezen dat Elia 40 dagen in de woestijn moest trekken voor hij bij de berg van God aankwam en hij zich kon omkeren.

Als we teksten zoeken over tussentijd vinden we teksten over 40 dagen. Tussentijd duurt schijnbaar 40 dagen, lang dus, wekenlang.

Tussentijd is de tijd tussen de ene periode in je leven en de volgende. Tussentijd, het een is nog niet losgelaten, het volgende heeft zich nog niet aangediend. Het is een ongemakkelijke tijd, een tijd die je graag zou willen overslaan. Maar dat doen we niet. In deze 40 dagen ontdekken we de waarde van de tussentijd, de waarde van verstilling en bezinning, de waarde van laten gaan en de leegte instappen.

 

Tussentijd is een tijd waar, zoals Henriette Roland Holst zegt:

het stille bekken der eenzaamheid ons hart vult met standvastigheid, liefde en rust. Wij keren niet terug naar het gewone mensenleven voordat deze krachten ons geheel hebben doortrokken en wij ons bewust zijn geworden wat liefde en rust met ons gedaan heeft.

 

Mogen wij een viering samen meemaken die ons liefde en rust zal schenken, Amen.

 

Overweging.

Lieve mensen “Gij zijt de grond waarin al uw daden rusten.”

Wat een mooie tegenstelling zit er in die zin: daden die rusten. Mijn ware zelf is de grond waarin mijn daden rusten. “Gij zijt hij die achter daden leeft”.

 

Het is niet een makkelijk gedichtje om even te lezen in de dienst. Toch heb ik ervoor gekozen omdat Henriette Roland Holst zo prachtig verwoord waar wij naar terugkeren in deze 40 dagen tijd. Terug naar de grond waarin onze daden rusten.

Terug naar “de zee, waaruit hun golfslag komt gerezen”. Terug naar de grondvorm van ons wezen.

Tussentijd is de tijd tussen de ene periode in je leven en de volgende. Een relatie is uit, werk is voorbij, ambitie verloren, energie is op, angst en wanhoop dienen zich aan. We hebben het over de tijd waarin de vanzelfsprekendheden weg zijn gevallen. Er zijn geen antwoorden op je vragen, je gebruikelijke patronen zijn doorbroken, alles laat los en er lijkt een leegte voor je te zijn. Geen uitzicht, je beseft dat je moet loslaten wat je bekend is en waar je aan gehecht bent, zelfs als je er ook genoeg van had.

We kennen allemaal van die periodes in ons leven, waarin de tijd lijkt voort te ploeteren, waarin er geen ja en geen nee is, geen richting en geen vaart, en waar er vooral veel stilte op je afkomt. Je bent wel op weg, maar je weet niet waarheen. Er is nog geen perspectief. Het is een tussentijd omdat het een nog niet helemaal is losgelaten en het volgende zich nog niet heeft aangediend. Wat een ongemakkelijke tijd, die tijd van leegte die je maar wat graag zou willen overslaan.

 

In de vertraging gaan, verstillen, verstaan wat zich aandient, bewust zijn met wat er is: dat zijn we verleerd. Als het leven even wat minder is, op je werk of in je relatie – dan is onze reflex om snel nieuwe vulling te zoeken, ander werk, een nieuwe relatie, nieuwe opwinding. We zijn gewend de leegte te vullen met muziek, radio, praten, iets kopen of alcohol. We vluchten de woestijn niet in, we vluchten de woestijn uit.

 

Maar Elia vond na 40 dagen woestijn zijn roeping terug. Laten we zijn verhaal nog eens nalopen.

Elia is wanhopig. Zijn levensproject lijkt mislukt, er is geen applaus voor wat hij heeft gedaan. Integendeel, zijn leven wordt bedreigd. Hij vlucht. Wanhopig vlucht hij de woestijn, de leegte in. Bang voor de leegte geeft hij de moed op. Hij wil sterven, ziet het niet meer zitten. Maar er is iets dat sterker is dan hijzelf. De Eeuwige heeft iets anders met hem voor. Twee keer komt een engel hem aanmoedigen, serveert hem zelfs een vers gebakken broodje en een kruik water, laat hem eten en port hem op, om nogmaals te eten – omdat hij op weg moet. En hij gaat op weg, waarheen weet hij niet.

40 dagen en nachten loopt hij de leegte in om uiteindelijk bij de berg van God te komen. De Eeuwige roept hem: “Elia, wat doe je hier?” Verscholen in zijn grot roept Elia hem iets toe. Elia moet naar buiten komen, voor Gods aangezicht. Maar Elia wacht nog even af. Eerst is er een windvlaag, dan een aardbeving, dan vuur. Elia wacht. Pas als er het gefluister is van een bries breekt zijn weerstand en beseft Elia dat God in de zachtheid is, in de overgave. Hij slaat deemoedig zijn mantel voor zijn gezicht en dan pas treedt hij naar buiten. En hij zegt dezelfde woorden als daarnet, dezelfde woorden, maar dan klinken ze toch helemaal anders. Kwetsbaar en sterk. Zacht en krachtig. Hij is zich vol bewust van zijn roeping en zijn lot. Misschien zal hij worden gedood door zijn vijanden. Zijn God stelt hem niet gerust, zijn God belooft hem ook niets – het hoeft ook niet meer. Het is zoals het is, men staat hem naar het leven – dat blijft, maar Elia kan het nu verdragen. Hij heeft zijn roeping en zijn moed terug­gevonden. Hij ontvangt zijn opdracht om terug te gaan en zijn taak te volbrengen.

 

Elia vindt zijn roeping terug. Niet na die eerste wanhopige nacht als hij gesterkt wordt door de engel, nee. Elia moet gesterkt en wel nog 40 dagen dieper de woestijn in voordat hij weet hoe verder te gaan. 40 dagen en 40 nachten voordat hij zijn God ontmoet en zijn roeping terugvindt: de 40 dagen van de tussentijd.

Waar is het toch voor nodig om zoveel dieper die kale woestijn in te trekken?

 

Wat trekt mensen naar die stilte? Het is de wanhoop die je de eerste stap doet zetten, verlangend naar een einde. Maar die eerste nacht van stilte is niet het einde, dat blijkt pas het begin te zijn van de tussentijd. Kom je, als Elia, door die wanhoop heen, gesterkt door een klein signaal van de buitenwereld, een glimlach van iemand op straat, een zonnestraal, een poes voor je benen, een vers gebakken broodje, dan kun je pas echt de stilte in, de leegte in. Dan pas betreed je de tussentijd om alles te gaan loslaten wat vastgekleefd is, het gedoe in je hoofd: de verhalen, de rechtvaar­diging, de boosheid, de veroordeling, de wanhoop, het verlangen. Zolang dit alles er nog is, is er geen ruimte voor iets nieuws.

Door er echt bij te zijn en niet meteen in handelen te vervallen, kan alles zich oplossen, daar in die 40 dagen stilte, in de leegte van de tussentijd.

 

Het gaat voorbij, alles gaat eens voorbij. Ook die dagen en nachten van eenzaamheid en stilte gaan voorbij en dan kom je bij de grot van God. Dan gaat de donder en bliksem voorbij en voel je de zachte bries, de liefde en rust die eindelijk God is.

 

Mij helpt de natuur, de wind op mijn huid, en de aarde door mijn handen om te ontspannen in de leegte, om los te laten. Tussentijd, de tijd om het stille bekken der eenzaamheid te beproeven. Tussentijd, een tijd om liefde en rust te ervaren. Tussentijd, een tijd om je te laten doortrekken met nieuwe krachten.

En als je genoeg ontspannen bent geraakt, genoeg doortrokken bent van de nieuwe zachte krachten – dan ontstaat er echte openheid. De leegte waar je bang voor was, het zwarte gat blijkt ruimte te zijn. Het oude is losgelaten, er is ruimte voor iets nieuws. Leegte is geen zwart gat, leegte is de ruimte van alle mogelijkheden. Door je gewoontes, je patronen en de verhalen die jou op je plek hielden te laten gaan, kom je in de ruimte van alle mogelijkheden.

 

Keer niet terug naar de mensenkust voordat de krachten van de stilte, de eenzaamheid en de leegte je hebben doortrokken met liefde en rust en standvastigheid.

 

Ik wens ons allemaal toe om iedere grote en kleine tussentijd waarachtig aan te gaan en met rust en liefde te beleven. Ieder mens maakt tijden mee waarin wat tot dan toe vanzelfsprekend was is vastgelopen. Weet wat je te doen staat als er een tussentijd aanbreekt: voel wat er te voelen valt, laat je houvasten los, verzink. Is het angst, voel dan de angst. Is er onrust, voel de onrust. Is het verlatenheid, voel de verlatenheid. Wat het ook moge zijn, wees er met een been in, terwijl je andere been rust in de liefde. Pas als je de moed hebt om te zijn met wat er is, kan de zachte bries van God je brengen bij wat je hebt te doen.

 


Groene Boek

Deze dienst is opgedragen aan Helena Maria Sleurink, die vandaag 69 geworden zou zijn als ze niet in 1976 gestorven was, en aan haar dochter Ceylan Pektas-Weber, mogen alle sterke en originele vrouwen ons altijd tot inspiratiebron zijn.

 

Nodiging

In deze 40-dagentijd naderen wij de dag dat Jezus, die wist wat hem te wachten stond, voor het laatst een seidermaal met zijn leerlingen genoot. Hij brak brood en deelde het terwijl hij hen vroeg datgene waar hij voor stond te blijven gedenken. Hij deelde wijn en vroeg ons om de liefde voor de mensheid door ons lichaam, door ons bloed te laten stromen – zoals hij dat heeft gedaan.

Laten we hem gedenken, en in hem alle mensen die vastberaden liefde en rust uitstralen. Wees zoals hij, wees vastberaden in je liefde en rust. En weet je genodigd dit te delen met iedereen die hier aanwezig is. Wees welkom,

 

Liefde en rust

 

Voorbeden

Laten we ons hart uitreiken naar de mensen die we liefhebben,

mensen die dichtbij ons zijn,

Laten we ons hart uitreiken naar de mensen die we tegenkomen

in ons werk of in de straat,

Laten we ons hart uitreiken naar wie we niet kennen, maar over wie we horen,

én laten we ons hart uitreiken naar mensen met wie we moeite hebben,

waar we een hekel aan hebben of die we neigen te veroordelen.

 

Moge alle levende wezens in pijn, hun pijn laten gaan

En alle levende wezens vol angst, hun angst laten gaan

Moge de wezens die vol onrust is, hun onrust laten gaan.

 

Mogen wij en alle levende wezens verzachting vinden,

en verzinken in de krachten: liefde en rust

mogen wij de heilzaamheid delen die wij zelf hebben ontvangen

voor het verkrijgen van geluk voor alle levende wezens. Amen

 

Mededelingen

Dit is vandaag de e zondag in de 40 dagentijd. Er volgen nog 3 zondagen voor dat het Pasen is. Alvast mededelingen over de tijd voor Pasen:

Met Palmpasen vieren we ook weer een bijzondere dienst met de kinderen, en deels apart. Alle kinderen, kleinkinderen, buurkinderen – ze zijn allemaal welkom om palmpaasstokken te maken.

U kunt zich inschrijven voor ons traditionele Seideravond, op Witte donderdag 21 april. Deze avond is een dienst met maaltijd ineen. Bijdrage in de kosten E 10,00. Het onderwerp om over te praten met elkaar aan tafel is hoe wij de toekomst in gaan als Duif. Start half 7. Goede Vrijdag is er ook een dienst, start half 8.

 

Zegenbede

Mogen wij in staat zijn om te verzinken in stilte,

vandaag, de komende dagen en alle dagen in ons verdere leven.

Mogen wij onze geest en ons hart openen,

opdat wij onverschrokken en met heldere aandacht

alles zullen ervaren, wat het leven ook brengen zal.

Moge onze diepste wezen, God in ons leven,

ons kracht en tederheid schenken

en liefde en rust,

Amen.



 
       
 

Archief alle overwegingen 2011 en de voorgaande jaren

 
 

FV & RG 2011-04-07 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl